Wijziging van de Mededingingswet in verband met aanpassing van de bepalingen over markt en overheid.
- Kenmerk
- W18.21.0085/IV
- Datum aanhangig
- 19 maart 2021
- Datum vastgesteld
- 16 juni 2021
- Datum advies
- 16 juni 2021
- Datum publicatie
- 8 december 2021
- Vindplaats
- Kamerstukken II 2021/22, 35985, nr. 4
- Economische Zaken en Klimaat
- Wet
Bij Kabinetsmissive van 19 maart 2021, no.2021000511, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met aanpassing van de bepalingen over markt en overheid, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W18.21.0085/IV
- In de toelichting, bij de bespreking van de motiverings- en zorgvuldigheidseisen, ook ingaan op de meer recente rechtspraak van de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de toepassing van het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel bij algemeen-belangbesluiten. Vgl. o.a. CBb 18 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:660 en 661), CBb 23 juli 2019 (ECLI:NL:CBB:2019:294) en CBb 6 april 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:373).
Nader rapport (reactie op het advies) van 3 december 2021
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Naar aanleiding van een redactionele opmerking van de Raad van State betreffende de opname van recente jurisprudentie over de toepassing van het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel bij algemeen-belangbesluiten is de paragraaf waarin dit kader uiteen wordt gezet, aangevuld. Tevens is de financiële paragraaf in de memorie van toelichting aangepast om inzichtelijker te maken wat de financiële gevolgen van dit wetsvoorstel zijn.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat