Wijziging van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO in verband met de tweede sluitingsperiode.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 9 maart 2021, no.2021000438, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO in verband met de tweede sluitingsperiode, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit wijzigt de bestaande zelfstandige algemene maatregel van bestuur Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO om te voorzien in een grondslag voor het verstrekken van een tegemoetkoming in de eigen bijdrage die ouders betalen voor kinderopvang. Ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen, krijgen een tegemoetkoming voor die eigen bijdrage in de kosten voor de kinderopvang over de periode vanaf 16 december 2020 waarin de opvang gesloten is.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft begrip voor de aan het ontwerpbesluit ten grondslag liggende wens om de tegemoetkoming snel uit te keren en daarbij de uitvoering zo eenvoudig mogelijk te houden. Tegelijkertijd merkt zij op dat de regeling nog met onzekerheden is omgeven, nu de buitenschoolse opvang nog gesloten is en thans nog niet duidelijk is wanneer deze weer zal worden geopend. Dit leidt tot onduidelijkheden in het ontwerpbesluit. In verband daarmee is aanpassing en actualisering wenselijk van de toelichting, en zo nodig aanpassing van het besluit.

Achtergrond van het ontwerpbesluit is dat de overheid bij de sluiting van de kinderopvang, gastouderopvang en buitenschoolse opvang vanwege de covid-19 pandemie wil voorkomen dat door de sluiting ouders massaal hun contracten zouden opzeggen. Daarom zijn ouders opgeroepen dat niet te doen en de rekening te blijven betalen. Hen is een tegemoetkoming in het vooruitzicht gesteld. De Afdeling wijst in dit verband op het volgende.

a. Peildatum
De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de op de peildatum bij de Belastingdienst/Toeslagen bekende gegevens. Correctie achteraf van de tegemoetkoming is niet mogelijk. De gekozen peildatum is daarom van doorslaggevende invloed op de hoogte van de tegemoetkoming. Het ontwerpbesluit hanteert als peildatum 21 februari 2021. (zie noot 1) De toelichting vermeldt dat bij de keuze van de peildatum is gekeken naar een peildatum die ziet op de actuele situatie van de ouders in de sluitingsperiode en dat 21 februari 2021 in de sluitingsperiode valt. (zie noot 2) De Afdeling merkt op dat deze peildatum voor de dagopvang ligt buiten de periode waarop de tegemoetkoming betrekking heeft en voor de buitenschoolse opvang ruim binnen de periode waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

De Afdeling adviseert in de toelichting een nadere motivering op te nemen voor de keuze voor de peildatum en daarbij in te gaan op de verschillen tussen de dagopvang en buitenschoolse opvang en, zo nodig, de peildatum te wijzigen.

b. Buitenschoolse opvang
De Afdeling begrijpt de wens om zo spoedig mogelijk over te gaan tot het uitkeren van de tegemoetkoming aan de ouders die de eigen bijdrage voor de kinderopvang tijdens de sluitingsperiode hebben doorbetaald. De Afdeling onderkent ook dat dit knelt met de onzekerheden die nog bestaan in verband met de voortdurende sluiting van de buitenschoolse opvang.

Zij merkt op dat het ontwerpbesluit en de toelichting onduidelijkheid laten bestaan over de vraag wanneer ouders van de buitenschoolse opvang gebruik maken, zullen worden gecompenseerd. Moeten deze ouders - ook voor de periode van 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 - op de (volledige) tegemoetkoming wachten totdat de tweede sluitingsperiode voorbij is en in de ministeriële regeling nadere regels Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO in nadere tegemoetkoming is voorzien? En hoe werkt een en ander uit als een ouder zowel dagopvang als buitenschoolse opvang afneemt?

De Afdeling adviseert de toelichting op genoemde punten te verduidelijken en zo nodig het ontwerpbesluit aan te passen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.


De vice-president van de Raad van State

Nader rapport (reactie op het advies) van 2 april 201

De Afdeling heeft begrip voor de aan het ontwerpbesluit ten grondslag liggende wens om de tegemoetkoming snel uit te keren en de uitvoering hiervan zo eenvoudig mogelijk te houden. De Afdeling merkt terecht op dat de regeling nog met onzekerheden is omgeven nu de buitenschoolse opvang nog gesloten is en er nog geen duidelijkheid bestaat over het moment van opening. Het ontwerpbesluit betreft de tegemoetkoming voor de periode van 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021. Voor de buitenschoolse opvang wordt de einddatum van de sluitingsperiode (en de tegemoetkoming) bij ministeriële regeling vastgelegd, omdat die datum op dit moment nog niet bekend is. De tegemoetkoming, voor zowel dagopvang, gastouderopvang als buitenschoolse opvang, zal in één keer worden uitbetaald op het moment de opening van de buitenschoolse opvang bekend is. Nadat bekend is wanneer de buitenschoolse opvang opent, zullen Belastingdienst/Toeslagen en de Sociale Verzekeringsbank de uitvoering opstarten om de tegemoetkoming zo spoedig mogelijk uit te keren.

De Afdeling merkt ook op dat de peildatum van 21 februari 2021 buiten de sluitingsperiode valt van de dagopvang en gastouderopvang. Deze datum valt wel ruim binnen de periode van sluiting van de buitenschoolse opvang. Bij de totstandkoming van de peildatum is gekeken naar een peildatum die ziet op de actuele situatie van ouders in de sluitingsperiode. Dit om de tegemoetkoming te baseren op de gegevens van ouders die zien op deze periode. Verder is met de peildatum beoogd om ouders gelegenheid te geven hun gegevens te actualiseren. Ouders worden via de toeslagbrede communicatiecampagne die na zomer 2020 is gestart en via de algemene oproep van de Rijksoverheid bij de sluiting gestimuleerd om hun gegevens actueel te houden. Voor eenvoud en begrijpelijkheid van de tegemoetkoming voor zowel de belanghebbende ouder als voor de uitvoering, wordt één peildatum gehanteerd voor zowel de buitenschoolse opvang als de gastouderopvang en dagopvang. De nota van toelichting is op de bovenstaande punten verduidelijkt.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 7, eerste lid, van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO aan te vullen met een bepaling die voorheen was opgenomen in artikel 3 van de Regeling nadere regels Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO. Daarmee staan alle voorschriften over gegevensuitwisseling bij elkaar. Verder is de inwerkingtredingsdatum van het ontwerpbesluit geactualiseerd, evenals de nieuwe vervaldatum van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO.

Ik bied U hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


Voetnoten

(1) Zie het in het ontwerpbesluit voorgestelde artikel 5d, eerste lid, van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO.
(2) Nota van toelichting, algemeen deel, paragraaf 2, subparagraaf ‘Afwijking tegemoetkoming eigen bijdrage’.