Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (eenentwintigste tranche).


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 28 oktober 2020, no.2020002195, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging en aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (eenentwintigste tranche)), met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit voorziet in aanvullingen op het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Bu Chw). In totaal worden zeven nieuwe experimenten aan het

Bu Chw toegevoegd. Op grond van deze experimenten kan worden afgeweken van bepalingen in onder meer de Huisvestingswet 2014, de Leegstandwet, het Besluit ruimtelijke ordening en de Wet ammoniak en veehouderij. Ook is een experiment toegevoegd met een nieuwe systematiek voor kostenverhaal gebaseerd op de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over het experiment dat betrekking heeft op een onderdeel van het Schone Lucht Akkoord. In verband daarmee is aanpassing van het ontwerpbesluit nodig.

Het ontwerpbesluit voorziet in een experiment waarmee invulling wordt gegeven aan een deel van het Schone Lucht Akkoord, dat voorziet in een instrumentarium om overbelasting door geur, ammoniak en fijnstof terug te dringen. (zie noot 1)

Voor veehouderijen die alleen onder de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen voorziet het experiment in:

1. verdergaande maatregelen dan verplicht volgens het Besluit emissiearme huisvesting;
2. het stellen van maatwerkvoorschriften als sprake is van onaanvaardbare geurhinder;
3. het afwijken van de regeling voor intern salderen en de 50% regeling voor geur.

Voor vergunningplichtige veehouderijen gaat het om bovenstaande maatregelen gecombineerd met instrumenten die betrekking hebben op de vergunning zoals:
4. Een aanvullende grondslag voor ambtshalve wijzigingen of intrekking van de vergunning;
5. aanvullende weigeringsgrond Wet geurhinder en veehouderij vanwege de aard of locatie van de activiteit.

De Afdeling heeft begrip voor de met het experiment beoogde doelstelling om overbelasting door geur, ammoniak en fijnstof terug te dringen. Het nemen van maatregelen zoals voorgesteld kan in dat verband behulpzaam zijn. Evenwel moet worden opgemerkt dat het experiment onder meer mogelijk maakt om maatregelen voor te schrijven voor bestaande inrichtingen die over een geldige omgevingsvergunning beschikken en aan de voorschriften daarvan voldoen ofwel vallen onder het Activiteitenbesluit en aan de regels daarvan voldoen. Het gaat daarbij om maatregelen die verder gaan dan de omgevingsvergunning en het Activiteitenbesluit.

Het is voorzienbaar dat met de voorgestelde maatregelen veehouders worden geconfronteerd met eerder onvoorziene noodzakelijke investeringen. De toelichting lijkt dit te erkennen en vermeldt dat als het bevoegd gezag een besluit neemt waardoor een veehouder onevenredig wordt benadeeld, dit ertoe kan leiden dat het bevoegd gezag nadeelcompensatie moet bieden. Het ontwerpbesluit voorziet echter niet in een regeling voor nadeelcompensatie.

De Afdeling adviseert een regeling voor nadeelcompensatie op te nemen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een opmerking bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.

De vice-president van de Raad van State

<HR>

Nader rapport (reactie op het advies) van 6 april 2021

De Afdeling wijst er terecht op dat veehouders op grond van het experiment met geur en het Schone Lucht Akkoord geconfronteerd kunnen worden met onvoorziene noodzakelijke investeringen. Dit experiment voorziet in een instrumentarium waarmee maatregelen voorgeschreven kunnen worden die verder gaan dan de maatregelen die kunnen worden voorgeschreven op grond van de huidige wet- en regelgeving. Het bij besluit voorschrijven van deze maatregelen kan veehouders in een individueel geval onevenredig zwaar treffen en aanleiding geven voor nadeelcompensatie. Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling is in het experiment een grondslag voor nadeelcompensatie opgenomen, opdat de mogelijkheid voor het bieden van nadeelcompensatie aan veehouders ook is geborgd in het experiment. De afwikkeling van een verzoek om nadeelcompensatie zal lopen via het bevoegd gezag, omdat niet het experiment het schadeveroorzakende besluit is, maar het besluit waarin verdergaande maatregelen worden voorgeschreven dat door het bevoegd gezag wordt genomen. De toelichting is verder aangevuld met een beschrijving hoe een verzoek om nadeelcompensatie in de praktijk zal lopen.

Ambtshalve wijzigingen
Verder is van de gelegenheid gebruikgemaakt om ambtshalve wijzigingen door te voeren in het Bu Chw. Aan het experiment sociale koop, dat is opgenomen in artikel 7ad, is een lid toegevoegd waarmee wordt geregeld dat in afwijking van artikel 3.1.2, vierde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening de gemeenteraad, indien een bestemmingsplan regels bevat ten aanzien van sociale koopwoningen, na regionale afstemming ook een lagere koopprijs kan vaststellen dan de kostengrens, bedoeld in de Voorwaarden en Normen Nationale Hypotheekgarantie. Met de toevoeging van dit lid wordt verduidelijkt dat de deelnemende gemeenten ook een koopprijs voor sociale koopwoningen kunnen vaststellen die lager is dan de ten hoogste koopprijs, zoals vastgesteld in de Voorwaarden en Normen Nationale Hypotheekgarantie, maar weer hoger dan de koopprijsgrens van € 200.000,- euro, zoals opgenomen in artikel 3.1.2, vierde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Om onduidelijkheden hierover te voorkomen, wordt aan artikel 7ad een lid toegevoegd waarin deze bevoegdheid expliciet wordt geregeld. De toelichting is op dit punt aangevuld en verduidelijkt.

Daarnaast is voornoemd experiment uitgebreid met gemeenten die deel uitmaken van de Woondeal regio Arnhem-Nijmegen en de gemeenten Katwijk en Zwijndrecht. De Woondeal regio Arnhem-Nijmegen werd gesloten nadat het ontwerp van deze tranche van het Bu Chw al was voorgehangen bij beide Kamers der Staten-Generaal en was voorgepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2020, 7147). De gemeenten Katwijk en Zwijndrecht zijn na de voorhang en de voorpublicatie van het ontwerpbesluit toegevoegd aan de Woondeal zuidelijke Randstad.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Voetnoot

(1) Artikel 7af van het ontwerpbesluit.