Uit Oekraïne gevluchte ‘derdelander’ behoudt voorlopig recht op opvang

Gepubliceerd op 1 september 2023

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vanavond een voorlopige uitspraak gedaan in een zaak van een zogenoemde derdelander. Door de oorlog in Oekraïne zijn veel mensen gevlucht naar onder andere Nederland. Dat zijn niet alleen Oekraïners, maar ook mensen met een andere nationaliteit die op dat moment (tijdelijk) in Oekraïne verbleven, bijvoorbeeld voor werk of studie.

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft anderhalf jaar geleden, toen de oorlog in Oekraïne begon, ervoor gekozen om ook derdelanders tijdelijk te beschermen. Hij wil de tijdelijke bescherming van deze mensen vanaf 4 september a.s. beëindigen. Dat zou betekenen dat zij vanaf komende maandag alleen in Nederland mogen blijven als zij een asielvergunning of een andere verblijfsvergunning aanvragen en krijgen.

Vandaag is een derdelander, een man uit Tanzania, in hoger beroep gegaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak tegen een uitspraak van de rechtbank in Rotterdam. Die oordeelde op 9 augustus jl. dat de staatssecretaris de tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De man verzocht de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak vandaag ook om de uitspraak van de rechtbank te schorsen. De voorzieningenrechter willigt dat verzoek in. Dat betekent dat de Tanzaniaanse man voorlopig nog altijd bescherming geniet op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Ook betekent dit dat hij komende maandag de opvang niet hoeft te verlaten.

De man behoudt de tijdelijke bescherming totdat de Afdeling bestuursrechtspraak definitief uitspraak heeft gedaan op het hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak zal dit hoger beroep eerst nog op een rechtszitting behandelen. Een zittingsdatum is nog niet gepland. Een einduitspraak is niet eerder dan in november van dit jaar te verwachten.


Hamer met logo

Lees hier de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak.