Samenvatting advies nieuwe taken en bevoegdheden Instituut Mijnbouwschade Groningen

Gepubliceerd op 17 oktober 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 12 oktober haar advies vastgesteld over het besluit dat nieuwe taken en bevoegdheden opdraagt aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het advies is op 17 oktober 2022 openbaar gemaakt en gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Onverplichte tegemoetkoming

Om bewoners in het aardbevingsgebied in Groningen te compenseren voor waardedaling van hun woning door de gaswinning, gold vanaf 2013 de Waarderegeling van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Deze regeling compenseerde de waardedaling na verkoop van een woning in het aardbevingsgebied. Toen besloten werd de NAM volledig uit het schadevergoedingsproces te halen, is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in het leven geroepen. Vanaf 1 juli 2020 vergoedt dit instituut de schade door waardedaling op grond van zijn Waardedalingsregeling. Het uitgangspunt van deze regeling is om de schade op een snelle, ruimhartige en uniforme manier af te wikkelen. Dit leidt ertoe dat deze schadevergoedingen in veel gevallen hoger uitvallen dan de vergoedingen van de NAM. Het ontwerpbesluit geeft aan het IMG de taak om aan woningeigenaren in Groningen die van de NAM een schadevergoeding hebben ontvangen voor waardedaling, het verschil uit te betalen tussen wat zij toen hebben ontvangen en wat het IMG op dit moment uitkeert. Het gaat hierbij om een onverplichte tegemoetkoming en niet om een verplichte (aanvullende) schadevergoeding. Uit onderzoek is gebleken dat de vergoedingen van de NAM redelijk en rechtmatig waren.

Precedentwerking

Het ontwerpbesluit en delen van de toelichting bij dit besluit lijken te suggereren dat het hier gaat om een aanvullende schadevergoeding. De Afdeling advisering vindt het belangrijk dat er geen verwarring is over dit onverplichte karakter van de tegemoetkoming. Zij adviseert daarom telkens de juiste aanduiding voor de tegemoetkoming te gebruiken en uitdrukkelijk aan te geven dat dit geen aanvullende schadevergoeding is. Zo’n onverplichte tegemoetkoming moet beperkt blijven tot bijzondere gevallen om precedentwerking te voorkomen. In de toelichting bij het voorstel moet de regering daarom duidelijker verwoorden waarom dit een bijzonder geval is, bijvoorbeeld vanwege de rol van de overheid bij het ontstaan van de verschillende schadevergoedingsbedragen en de maatschappelijke gevolgen in het aardbevingsgebied als gevolg daarvan.


IMG

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.