Standstillbepaling staat niet in de weg aan intrekking verblijfsvergunning vanwege openbare orde

Gepubliceerd op 18 oktober 2023

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid mocht de verblijfsvergunningen intrekken van drie Turkse mannen die al meer dan veertig jaar in Nederland wonen, omdat zij een gevaar vormen voor de openbare orde. De zogenoemde standstillbepaling die volgt uit de associatieovereenkomst tussen de toenmalige EEG en Turkije staat daaraan niet in de weg. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak in drie uitspraken van vandaag (18 oktober 2023). Hiermee komt een einde aan een lange juridische procedure, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak in 2021 zogenoemde prejudiciële vragen stelde aan het Hof van Justitie in Luxemburg.

Achtergrond van de zaak

De rechtszaken gaan over drie Turkse mannen die in de periode tussen 1976 en 1983  rechtmatig in Nederland zijn komen wonen. Zij zijn veroordeeld voor verschillende misdrijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloot hun verblijfsvergunningen in te trekken, omdat zij een gevaar vormen voor de openbare orde.

Standstillbepaling en openbare orde

Vóór juli 2012 mocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de verblijfsvergunning niet intrekken als iemand langer dan twintig jaar rechtmatig in Nederland woonde. Maar sinds 1 juli 2012 gelden er strengere regels en kan dat wel. De Turkse mannen doen een beroep op een zogenoemde standstillbepaling die volgt uit de associatieovereenkomst tussen de toenmalige EEG en Turkije. Deze bepaling houdt in dat aan Turkse burgers geen strengere eisen mogen worden gesteld dan de eisen die golden in 1980, het jaar dat deze bepaling in werking trad. Volgens de staatssecretaris kunnen de vreemdelingen echter geen beroep doen op de standstillbepaling, omdat in de associatieovereenkomst zelf een uitzondering is opgenomen als iemand een gevaar vormt voor de openbare orde.

Procedure bij het Hof van Justitie in Luxemburg

De Afdeling bestuursrechtspraak vroeg in juni 2021 aan het Hof van Justitie in Luxemburg of de Turkse mannen zich kunnen beroepen op die standstillbepaling. En als zij dat kunnen, hoe dat zich dan verhoudt tot de uitzondering van de openbare orde. In zijn arrest van februari 2023 oordeelde het Europese Hof dat de Turkse mannen een beroep kunnen doen op de standstillbepaling uit de associatieovereenkomst. Een aanscherping van het nationale recht, zoals een nieuwe mogelijkheid om verblijfsvergunningen in te trekken in verband met de openbare orde, kan gerechtvaardigd zijn voor zover zij “geschikt is om de verwezenlijking van het nagestreefde doel van bescherming van de openbare orde te waarborgen en niet verder gaat dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.”

Einduitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak

In haar uitspraken van vandaag oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de strengere Nederlandse regels, op grond waarvan een verblijfsvergunning ook na twintig jaar rechtmatig verblijf nog kan worden ingetrokken, voldoen aan de eisen van het Europese Hof van Justitie. Dit betekent dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de verblijfsvergunningen van de Turkse mannen mocht intrekken, op voorwaarde dat zij daadwerkelijk een gevaar vormen voor de openbare orde. Omdat in alle drie de zaken aan die voorwaarde is voldaan, staat nu definitief vast dat de Turkse mannen hun verblijfsvergunningen zijn kwijtgeraakt.


Associatieovereenkomst

Lees hier de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummers 201809107/2, 201904238/2 en 201906006/3.