Samenvatting advies over Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden

Gepubliceerd op 23 mei 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 18 mei 2022 advies uitgebracht over de ‘Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden’. De Afdeling advisering heeft het advies op 23 mei 2022 gepubliceerd.

Afwijken van de wet

Oekraïense kinderen en jongeren hebben recht op onderwijs en zijn leerplichtig. Omdat de huidige onderwijscapaciteit in Nederland de toestroom niet aankan, regelt het wetsvoorstel dat tijdelijke onderwijsvoorzieningen kunnen worden ingericht. Concreet betekent dit een speciale klas binnen een bestaande school of een nieuwe schoollocatie waar ander onderwijs kan worden gegeven dan aan Nederlandse leerlingen. Om dit mogelijk te maken, zijn uitzonderingen op de wet nodig. Het voorstel regelt dat die uitzonderingen in een ministeriële regeling worden opgenomen. De Afdeling advisering wijst erop dat afwijken van de wet in principe ook met een wet moet gebeuren. Daarom adviseert zij de beoogde afwijkingen in het wetsvoorstel zelf op te nemen en anders ten minste voor een algemene maatregel van bestuur te kiezen. Dan is het afwijken van de wet met meer waarborgen omgeven dan afwijken bij ministeriële regeling.

Interventie door de minister

Het voorstel regelt dat de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs scholen kan verplichten het onderwijsaanbod uit te breiden. Dit loopt dan via de gemeenten: het college van burgemeester en wethouders moet met alle schoolbesturen om de tafel over het inrichten van een tijdelijke onderwijsvoorziening, en kan een schoolbestuur een aanwijzing geven om mee te werken. De minister kan aan scholen sancties in de bekostiging opleggen als zij onvoldoende meewerken. De oorlog in Oekraïne heeft grote gevolgen voor de Oekraïense kinderen. Onderwijs kan hen helpen zich veilig en geborgen te voelen en is noodzakelijk voor hun verdere ontwikkeling. Toch heeft de Afdeling advisering bezwaren tegen de interventiebevoegdheid die de regering voorstelt. Het is de vraag hoe zo’n interventie kan bijdragen aan concrete problemen voor de scholen zoals het tekort aan leraren, lesmaterialen en gebouwen. Schoolbesturen en gemeenten doen al hun uiterste best, zo zegt ook de regering zelf. Een interventie van de minister kan de goede samenwerking tussen rijk, gemeenten en scholen verstoren en daarmee de oplossingen voor de dagelijkse praktijk bemoeilijken. De Afdeling advisering betwijfelt om deze redenen de effectiviteit ervan. Als de regering vasthoudt aan een interventiebevoegdheid, zou deze alleen als laatste redmiddel moeten worden ingezet en zich moeten beperken tot concrete gevallen.

Langetermijnperspectief

Het wetsvoorstel vervalt na twee jaar. Schoolbesturen van tijdelijke onderwijsvoorzieningen moeten zorgen dat leerlingen zo spoedig mogelijk naar een reguliere school doorstromen. De vraag is of de regering voldoende heeft nagedacht over wat dit betekent voor de vrije schoolkeuze van ouders en leerlingen en voor de positie van (openbare en bijzondere) schoolbesturen op de langere termijn. Daarnaast moet de regering duidelijk maken of het onderwijs in een tijdelijke onderwijsvoorziening zich moet richten op integratie in de Nederlandse samenleving, of dat het een meer tijdelijke voorziening is waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheid van terugkeer naar Oekraïne. Het advies aan de regering is dan ook om aan deze aspecten aandacht te besteden.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.