Uitspraak 202108141/1/V2


Volledige tekst

202108141/1/V2.
Datum uitspraak: 22 maart 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2],
appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 21 december 2021 in zaken nrs. NL21.17478 en NL21.17479 in het geding tussen:

de vreemdelingen

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluiten van 1 november 2021 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

Bij uitspraak van 21 december 2021 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld.

Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft de staatssecretaris zich nader uitgelaten.

De vreemdelingen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaak nr. 202107586/1/V2 (ECLI:NL:RVS:2023:1054) ter zitting behandeld op 29 augustus 2022, waar de vreemdelingen, bijgestaan door mr. J.G. Wiebes, advocaat te Lelystad, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Asperen, advocaat te Den Haag, en mr. T.L. Schuitemaker, zijn verschenen. Verder is de heer [gemachtigde] aan de zijde van de vreemdelingen verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       De vreemdelingen zijn een echtpaar en hebben de Venezolaanse nationaliteit. Zij komen uit de Venezolaanse stad Maracaibo, in de deelstaat Zulia. Aan hun asielaanvraag hebben zij ten grondslag gelegd dat ze Venezuela moesten ontvluchten wegens de algemene veiligheidssituatie. De Venezolaanse autoriteiten zouden hen voorts als politieke opposanten zien, omdat ze geen zogenoemde 'Carnet de La Patria' (Vaderlandskaart) willen aanvragen. Zij stellen dat ze hierdoor gediscrimineerd worden en onder meer geen recht hebben op voedselpakketten. Deze uitspraak gaat over de Carnet de la Patria.

1.1.    Ter zitting is ook de vraag aan de orde geweest of in Venezuela de uitzonderlijke situatie heerst dat een burger door zijn enkele aanwezigheid in het land een reëel risico op ernstige schade loopt (artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000). Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2023:1054.

1.2.    De Afdeling betrekt bij haar toetsing ook stukken waarop partijen pas na de uitspraak van de rechtbank een beroep hebben gedaan. Dit doet zij omwille van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling, de rechtsbescherming en de actualiteitswaarde van de uitspraak voor de behandeling van asielzaken van vreemdelingen die zich beroepen op de algemene veiligheidssituatie en de humanitaire situatie in Venezuela. Deze toetsing beperkt zich, gelet op de artikelen 8:65, eerste lid, en 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht tot het moment van sluiting van het onderzoek ter zitting bij de Afdeling op 29 augustus 2022 (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2017).

1.3.    Alle bij deze uitspraak betrokken stukken zijn vermeld in de bijlagen. Deze bijlagen maken deel uit van de uitspraak. In de tekst van de uitspraak zijn noten opgenomen, die verwijzen naar informatie uit openbare bronnen. De vindplaats van die informatie is vermeld in bijlage 1. Vanuit het oogpunt van overzichtelijkheid wordt daarin naar een beperkt aantal openbare bronnen verwezen. In bijlage 2 staan alle overgelegde stukken. De Afdeling heeft de informatie uit al deze stukken bij haar overwegingen betrokken.

Grief over de algemene veiligheidssituatie

2.       In de eerste grief klagen de vreemdelingen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat in Venezuela niet een zodanige mate van willekeurig geweld heerst dat een burger in Venezuela alleen al door zijn aanwezigheid een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van dat geweld.

2.1.    De Afdeling heeft de vraag of zich in Venezuela een dergelijke uitzonderlijke situatie voordoet, beantwoord in de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2023:1054. Uit die uitspraak blijkt dat de grief faalt. Dat de vreemdelingen afkomstig zijn uit de deelstaat Zulia, maakt dit niet anders. De vreemdelingen komen uit de grote stad Maracaibo, met meer dan 2 miljoen inwoners (noot 1). Uit de overgelegde informatie uit openbare bronnen blijkt niet dat in Maracaibo sprake is van een situatie waarin een burger alleen al door zijn aanwezigheid een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van geweld.

Grief over de Carnet de la Patria

3.       In de tweede grief klagen de vreemdelingen over het oordeel van de rechtbank dat niet aannemelijk is dat de autoriteiten hen alleen al omdat zij geen Carnet de la Patria hebben aangevraagd, beschouwen als politieke opposanten. Volgens de vreemdelingen is het systeem van de Carnet de la Patria een controlesysteem van de autoriteiten. Zij betogen dat zij uit politieke motieven geen kaart aanvragen en daarom als tegenstanders van het regime worden gezien. Ook betogen zij dat ze worden gediscrimineerd omdat zij zonder deze kaart geen toegang hebben tot medische behandeling of voedselpakketten. Zij verwijzen onder meer naar de in bijlage 2 genoemde rapportages van Vluchtelingenwerk en Human Rights Watch.

3.1.    Uit openbare bronnen blijkt het volgende. De Carnet de la Patria bestaat sinds 2017. De autoriteiten stellen dat de Carnet de la Patria is ingevoerd om de Venezolaanse bevolking te beschermen tegen de economische en sociale gevolgen van de sancties die de Verenigde Staten aan Venezuela hebben opgelegd (noot 2). In februari 2020 bezaten volgens president Maduro meer dan 18 miljoen Venezolanen een Carnet de la Patria (noot 3). Burgers kunnen met de kaart toegang krijgen tot voedselpakketten, door de overheid verstrekte bonussen, pensioenen, medicijnen en gesubsidieerde benzine. Ook rapporteren getuigen dat naar de kaart wordt gevraagd bij toegang tot medische zorg en bij sommige apotheken (noot 4). Venezolanen die de kaart niet hebben, kunnen geen gebruik maken van de extra voordelen die de kaart biedt (noot 5). Wel volgt uit algemene informatie dat de frequentie van de aan houders van de Carnet de la Patria gedistribueerde voedseldozen sterk varieert. Deze dozen zijn soms maar eenmaal per kwartaal of eenmaal per jaar beschikbaar (noot 6). Ook is een Carnet de la Patria geen garantie dat voordelen zoals bonussen ook daadwerkelijk worden ontvangen (noot 7).

3.2.    Om een kaart te verkrijgen moet een burger zich registreren op het digitale platform 'Sistema Patria'. In dit systeem staan persoonlijke en sociaal-economische gegevens over de geregistreerde personen (noot 8). Hiermee hebben autoriteiten via de Carnet de la Patria beschikking over gegevens zoals geboortedatum, familiegegevens, werk en inkomen, eigendommen, medische geschiedenis, ontvangen staatsvoorzieningen, lidmaatschap van een politieke partij en het stemgedrag van de kaarthouder (noot 9). Tijdens de presidentsverkiezingen van mei 2018 konden stemgerechtigden bij een kiosk in de buurt van het stembureau de Carnet de la Patria laten scannen om een bonus te ontvangen. Zij moesten dan wel een aantal persoonlijke vragen beantwoorden, waaronder de vraag op wie zij gingen stemmen (noot 10). Vele Venezolanen zien het systeem van de Carnet de la Patria als een mechanisme waarmee de autoriteiten sociale controle over de bevolking uitoefenen (noot 11).

3.3.    Het eerste betoog van de vreemdelingen gaat over de vraag of zij al door het niet-aanvragen van de Carnet de la Patria in de negatieve belangstelling van de Venezolaanse autoriteiten staan. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat dit niet zo is. Allereerst wijst de staatssecretaris er in zijn beantwoording van de vragen van de Afdeling van 25 mei 2022 terecht op dat geen informatie bekend is waaruit blijkt dat de autoriteiten of andere groeperingen personen die geen Carnet de la Patria bezitten, actief vervolgen. Er is ook geen informatie waaruit blijkt dat personen op straat gecontroleerd worden op het wel of niet bezitten van een Carnet de la Patria of dat personen direct gedwongen worden om de kaart aan te vragen. Uit openbare informatie blijkt niet dat het verplicht is om een Carnet de la Patria te bezitten. Volgens openbare bronnen hebben ongeveer 10 miljoen Venezolanen geen Carnet de la Patria aangevraagd. Hoewel het ambtsbericht vermeldt dat het niet bekend is of burgers zonder Carnet de la Patria in de negatieve belangstelling van de autoriteiten staan (noot 12), hebben de vreemdelingen dus niet aannemelijk gemaakt dat het enkele niet-aanvragen tot gevolg heeft dat Venezolaanse burgers als tegenstanders van het regime worden gezien.

3.4.    Zoals de rechtbank bovendien terecht heeft overwogen, komt ook uit de gehoren van de vreemdelingen niet naar voren dat zij in de negatieve belangstelling staan van de autoriteiten. De vreemdelingen hebben niet verklaard dat ze problemen met de autoriteiten hebben gehad omdat zij geen Carnet de la Patria bezitten. Ook heeft de staatssecretaris er terecht op gewezen dat zij hebben verklaard nooit politieke activiteiten ondernomen te hebben of politieke functies te hebben gehad. De staatssecretaris heeft er bovendien terecht op gewezen dat de vreemdelingen tijdens de nadere gehoren vooral hebben aangegeven weg te willen wegens de slechte algemene situatie in Venezuela. Zij hebben slechts verklaard dat zij geen gebruik konden maken van de voordelen van de Carnet de la Patria.

3.5.    Anders dan de vreemdelingen betogen, is de Afdeling van oordeel dat deze zaak niet hoeft te worden aangehouden in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie op de prejudiciële vragen van de Afdeling van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:505 over het begrip politieke overtuiging. De vreemdelingen vallen niet onder de groep vreemdelingen waarover die prejudiciële vragen gaan. De vreemdelingen hebben immers zowel in Venezuela als in Nederland nooit politieke activiteiten verricht en hebben niet aangegeven dit bij terugkeer naar Venezuela wel te willen doen.

3.6.    Het tweede betoog van de vreemdelingen gaat over de voordelen van de Carnet de la Patria. Volgens de vreemdelingen leidt het feit dat zij geen Carnet de la Patria willen aanvragen tot onaanvaardbare discriminatie, omdat zij hiermee geen toegang hebben tot overheidsvoorzieningen en voedselpakketten via het CLAP-programma. Zij betogen dat volgens paragraaf C2/3.2 van de Vc 2000 discriminatie een daad van vervolging kan opleveren indien een vreemdeling door de discriminatie zo ernstig wordt beperkt in zijn bestaansmogelijkheden dat hij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kan functioneren.

3.7.    Het betoog faalt. De rechtbank heeft terecht overwogen dat in het geval van de vreemdelingen geen sprake is van een dergelijke discriminatie. De vreemdelingen hebben zelf ter zitting verklaard dat zij tot aan hun vertrek uit Venezuela via private instellingen (de universiteit van Zulia, hun voormalige werkgever) gebruik konden maken van gezondheidszorg. Voor zover het niet mogelijk was om aan medicijnen te komen, hebben zij toegelicht dat dit te wijten was aan een algemeen tekort aan medicijnen in Venezuela. De vreemdelingen hebben verder niet aannemelijk gemaakt dat zij tot aan hun vertrek uit Venezuela wegens het niet hebben van een Carnet de la Patria geen recht meer hadden op andere overheidsvoorzieningen, nutsvoorzieningen, of pensioen. Hoewel zij niet altijd toegang hadden tot elektriciteit of stromend water, was ook dit volgens hen te wijten aan de algemene situatie in Venezuela. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat de vreemdelingen niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij zich niet kunnen staande houden omdat ze geen Carnet de la Patria bezitten.

3.8.    De grief faalt.

De derde, vierde en vijfde grief

4.       In de derde grief klagen de vreemdelingen tevergeefs over het oordeel van de rechtbank dat de staatssecretaris geen nieuw voornemen uit had hoeven brengen. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, zijn na het voornemen geen nieuwe feiten en omstandigheden bekend geworden. De staatssecretaris heeft de relevante elementen van het asielrelaas in de besluiten niet anders beoordeeld dan in de voornemens, maar voorzien van een aanvullende motivering. De staatssecretaris mocht daarom afzien van het uitbrengen van een nieuw voornemen. De grief faalt.

5.       In de vierde grief klagen de vreemdelingen tevergeefs over het oordeel van de rechtbank dat zij hun aanvraag zonder verschoonbare reden te laat hebben ingediend en dat de staatssecretaris niet ambtshalve aan artikel 8 van het EVRM hoefde te toetsen. De vreemdelingen zijn op 1 april 2018 Nederland binnengekomen en hebben op 13 februari 2020 asiel aangevraagd. Omdat de vreemdelingen hun aanvragen niet binnen zes maanden na de inreis in Nederland hebben ingediend, hoefde de staatssecretaris niet ambtshalve te beoordelen of er aanleiding was om een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 8 van het EVRM te verlenen. Dit volgt uit artikel 3.6a, derde lid, van het Vb 2000. De grief faalt.

6.       De vijfde grief heeft geen zelfstandige betekenis en faalt ook.

Conclusie

7.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzitter, en mr. H.J.M. Baldinger en mr. M. Soffers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.

w.g. Verheij
voorzitter

w.g. Graat
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2023

307-987

BIJLAGE 1 - Noten

1.       EASO, p. 18.

2.       IRB Canada, Venezuela: Requirements and procedures to obtain the Homeland Card (Carnet de la Patria), 28 januari 2022, paragraaf 1.

3.       Ambtsbericht, p. 31.

4.       EASO, p. 114 en 115.

5.       Ambtsbericht, p. 31.

6.       CGVS 2022, p. 49.

7.       EASO 2020, p. 116.

8.       EASO, p. 113.

9.       Ambtsbericht, p. 31 en 32.

10.     Ambtsbericht, p. 32.

11.     EASO p. 113 en 114; ambtsbericht p. 32.

12.     Ambtsbericht, p. 32.

BIJLAGE 2 - Overzicht van door de Afdeling betrokken stukken

-        Algemeen ambtsbericht Venezuela van het Ministerie van Buitenlandse zaken, juni 2020

-        Brief aan de Tweede Kamer over het Algemeen ambtsbericht Venezuela, 25 augustus 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 19 637, nr. 2649)

-        CGVS, COI Focus Venezuela Situatieschets, 30 mei 2022 (update).

-        EASO, Country Of Origin Information Report - Venezuela: Country Focus, 20 augustus 2020

-        Human Rights Watch, World Report 2022 - Venezuela, 13 januari 2022

-        Immigration and Refugee Board (IRB) Canada, Venezuela: Treatment of citizens by the authorities based on whether or not they participate in anti-government protests, including whether some are more targeted than others and for what reasons; whether access to social security programs may be affected by political activities (2017-January 2021), 3 februari 2021

-        Immigration and Refugee Board (IRB) Canada, Venezuela: Requirements and procedures to obtain the Homeland Card (Carnet de la Patria), 28 januari 2022

-        UN Human Rights Council, Situation of human rights in the Bolivarian Republic of Venezuela, juni 2021

-        United States Department of State (USDoS), Venezuela 2018 Human Rights Report, 13 maart 2019

-        United States Department of State (USDoS), Venezuela 2021 Human Rights Report, 12 april 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Monitoring (binnen- en buitenland), 14 april 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Positie online activisten, 29 april 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Veiligheidssituatie en mensenrechtenschendingen, 11 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Positie demonstranten, 12 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Humanitaire situatie, 13 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Positie actieve leden oppositiepartijen, 19 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Colectivos, 21 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Willekeur en targeting opposanten, 21 juli 2022

-        Vluchtelingenwerk Nederland, Venezuela - Terugkeer naar Venezuela, 16 augustus 2022

-        Wijker, Annemiek "Vormen enigszins kritische Venezolanen die geen significante kritiek hebben een risicogroep?" A&MR 2020/10