Advies wetsvoorstel ronselen volmachtstemmen en toewijzing restzetelverdeling

Gepubliceerd op 19 februari 2024

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 14 februari 2024 het advies vastgesteld over de Wet aanscherping strafbaarstelling ronselen en vereisten toewijzing restzetels. Het wetsvoorstel is op 19 februari 2024 gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Ronselen van volmachten

Het wetsvoorstel bevat twee wijzigingen van de Kieswet. Het eerste onderwerp gaat over de aanpak van het ronselen van volmachten. Een belangrijke waarborg voor betrouwbare en eerlijke verkiezingen is de stemvrijheid: kiezers moeten zelf, zonder dwang of drang, bepalen hoe zij gebruikmaken van hun stemrecht en of zij al dan niet bij volmacht willen stemmen. Het is niet de bedoeling dat personen en groeperingen kiezers aanzetten tot het geven of verzamelen van volmachten. De regering stelt nu voor om explicieter in de Kieswet op te nemen dat het initiatief voor het wel of niet geven van een volmacht bij de kiezer zelf moet liggen. Daarnaast wordt de strafbaarstelling aangescherpt, waardoor bijvoorbeeld ook iemand die via social media oproept volmachten in te leveren hier beter onder valt. De Afdeling advisering onderschrijft het voornemen van de regering om het ronselen van volmachten tegen te gaan. Door aanpassing van de strafbepaling kunnen in het bijzonder moderne vormen van ronselen in het openbaar beter worden aangepakt. Toch verwacht de Afdeling advisering dat de effectiviteit en handhaafbaarheid van de strafbepaling beperkt is bij het tegengaan van ronselen in de privésfeer. Ten eerste zullen mensen zich niet altijd bewust zijn van het feit dat zij zich schuldig maken aan of slachtoffer zijn van ronselen volgens de definitie van de Kieswet. Ten tweede is ronselen vaak moeilijk te bewijzen. De Afdeling advisering wijst daarom op het belang van bijvoorbeeld goede voorlichting.

Restzetel en kiesdrempel

Het tweede onderwerp betreft de zetelverdeling bij de verkiezing van decentrale vertegenwoordigende organen, zoals provinciale staten, eilandsraden en gemeenteraden. Partijen komen nu voor een zogenoemde restzetel in aanmerking als zij minder stemmen hebben ontvangen dan de kiesdeler. De kiesdeler is het totaal aantal geldige stemmen gedeeld door het aantal te verdelen zetels. De regering stelt voor om net als bij de Tweede Kamerverkiezingen een kiesdrempel te stellen op de hoogte van de kiesdeler. Partijen moeten dan altijd eerst een minimumaantal stemmen halen, voordat ze een restzetel kunnen krijgen. Hierdoor komen er minder eenmansfracties in het orgaan. Kleinere fracties zouden volgens de regering namelijk minder goed in staat zijn het complexe werk van de gemeenteraad effectief uit te voeren en zouden de coalitievorming bemoeilijken. Een kiesdrempel kan, zoals regering ook beoogt, bijdragen aan een zekere vermindering van het aantal eenmansfracties in bijvoorbeeld gemeenteraden. De lichte kiesdrempel die de regering hier voorstelt, past binnen de grenzen die de Grondwet voor de zetelverdeling geeft. Wel is het belangrijk die keuze goed te motiveren en gevolgen in kaart te brengen. Volgens de Afdeling advisering wordt dat in de toelichting bij het wetsvoorstel nog onvoldoende gedaan. Zo heeft de kiesdrempel bij de gemeenteraad een groter effect dan bij de Tweede Kamer. De kiesdrempel heeft bovendien gevolgen voor de representativiteit van decentrale vertegenwoordigende organen. Daarnaast wordt deze lichte kiesdrempel niet alleen ingevoerd voor gemeenteraden, maar ook voor provinciale staten, algemene besturen, eilandsraden en kiescolleges. Maar onduidelijk is of bij die andere organen de problematiek van versplintering in dezelfde mate speelt. Tot slot vraagt de Afdeling advisering naar alternatieven voor een kiesdrempel, zoals bevordering van fractievorming en onderlinge samenwerking.


stemmen-stemmen-biljet-in-de-bus

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.