Samenvatting advies over Rijkswet Aruba financieel toezicht

Gepubliceerd op 11 februari 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft op 10 maart 2021 advies uitgebracht over het voorstel voor een Rijkswet dat regels bevat voor het financieel toezicht op Aruba (RAft). Het voorstel van Rijkswet is op 9 februari 2022 bij de Tweede Kamer, de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Aanleiding voor de Rijkswet

Sinds 2015 houdt de Rijksministerraad, bestaande uit de Nederlandse ministers en drie gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, toezicht op de financiën van Aruba. Tot nu toe was dit vastgelegd in Arubaanse regelgeving: de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). Vanwege de ingrijpende gevolgen van de COVID-19 pandemie voor de Caribische landen van het Koninkrijk geeft Nederland financiële steun aan Aruba. Het is te verwachten dat die steun langere tijd zal aanhouden. Daarom is nu besloten het financiële toezicht op Koninkrijksniveau in een consensusrijkswet vast te leggen. Overigens is het financiële toezicht op Curaçao en Sint Maarten al sinds 2010 vastgelegd in een consensusrijkswet, de Rijkswet financieel toezicht. Omdat Aruba een andere voorgeschiedenis en startpositie heeft dan de andere twee Caribische landen, wordt voor Aruba een afzonderlijke consensusrijkswet voorgesteld.

Zijn de begrotingsnormen realistisch?

Veel artikelen uit de nieuwe consensusrijkswet zijn vrijwel letterlijk overgenomen uit de LAft, aangevuld met afspraken die eerder tussen Nederland en Aruba zijn gemaakt. Dat geldt ook voor de begrotingsnormen, die grotendeels gebaseerd zijn op afspraken uit 2018. Vooral over deze begrotingsnormen maakt de Afdeling advisering opmerkingen. Zij begrijpt dat het voor de financiële gezondheid van Aruba verstandig is om ambitieuze doelen te stellen. De Afdeling advisering wijst er echter ook op dat de omstandigheden sinds 2018, met name door de COVID-19 pandemie, drastisch zijn veranderd. De Arubaanse economie is sterk afhankelijk van toerisme. De begrotingsnormen kunnen daarom niet alleen met verwijzing naar eerdere afspraken worden gemotiveerd. Ook bestaat de ambitie om de Arubaanse economie minder afhankelijk te maken van toerisme. Daarvoor zijn investeringen nodig en dat verhoudt zich slecht met de voorgestelde, strenge begrotingsnormen. De Afdeling advisering adviseert de regering dan ook deze begrotingsnormen nader te bezien.
Daarnaast maakt Afdeling advisering een aantal opmerkingen over onduidelijkheden in het wetsvoorstel op het gebied van het geven aan aanwijzingen aan Aruba en over de beroepsprocedure bij de Raad van State. Tot slot wijst de Afdeling advisering erop dat de consensusrijkwet op sommige punten wellicht met terugwerkende kracht in werking zou moeten treden.


Lees hier de volledige tekst van het advies en het nader rapport (de reactie) van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.