Noord-Brabants verbod op nieuwe intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden blijft in stand
Landbouwontwikkelingsgebied
Naar het oordeel van de Raad van State is het verbod op nieuwe intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden niet in strijd met de Reconstructiewet concentratiegebieden. Uit die wet volgt namelijk niet dat in ieder landbouwontwikkelingsgebied ruimte hoeft te worden geboden aan nieuwe intensieve veehouderijen, aldus de hoogste bestuursrechter. Ook is het verbod niet in strijd met de reconstructieplannen, omdat de regels die daarin zijn opgenomen over wat er wel en niet mogelijk is binnen een landbouwontwikkelingsgebied, niet bindend zijn. Afwijking daarvan is dus mogelijk, aldus de Raad van State.
Verordening Ruimte Noord-Brabant
Het verbod op nieuwe intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden is opgenomen in de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011. Van dat verbod kon gedurende een bepaalde tijd ontheffing worden verleend door het provinciebestuur van Noord-Brabant. Inmiddels is de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2012 in werking getreden waarin deze ontheffingsmogelijkheid niet meer is opgenomen. Bij de Raad van State is nog een groot aantal zaken in behandeling over geweigerde ontheffingen voor nieuwe en uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen op grond van de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011.
Lees hier de uitspraken met zaaknummers 201204206/1 (Stevensbeek), 201201924/1 (Sterksel), 201203440/1 (Leende) en 201204099/1 (Gilze).