Eerste tussenuitspraken op grond van de Wet bestuurlijke lus Awb

Gepubliceerd op 17 maart 2010

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag de eerste twee uitspraken openbaar gemaakt waarin zij de zogenoemde bestuurlijke lus heeft toegepast. Op 1 januari 2010 is de Wet bestuurlijke lus Awb in werking getreden.

Op grond van deze wet kan de bestuursrechter het bestuursorgaan de gelegenheid geven een gebrek in de besluitvorming te herstellen in plaats van dit besluit meteen te vernietigen. De bestuursrechter doet dan een tussenuitspraak. Tussenuitspraken worden uiteindelijk gevolgd door einduitspraken waarbij rekening wordt gehouden met de wijze waarop het bestuursorgaan het gebrek hersteld heeft. Het doel van de bestuurlijke lus is om daarmee overbodige nieuwe procedures te vermijden en de besluitvorming te versnellen. De bestuursrechter is niet verplicht om deze mogelijkheid toe te passen. De bestuurlijke lus is op zichzelf geen nieuw fenomeen, maar was eerder alleen mogelijk in procedures over het nationaal toewijzingsbesluit van broeikasgasemissierechten.

Tussenuitspraken van de Raad van State zijn te herkennen aan het kenmerk 'T1' dat aan het zaaknummer wordt toegevoegd. Deze toevoeging is nodig om de tussenuitspraak te onderscheiden van de einduitspraak die daarna nog in de zaak zal volgen. Ga naar de tussenuitspraken van 17 maart 2010 met de zaaknummers 200904380/1/T1/M1 en 200906320/1/T1/H2.