Jaarverslag 2001 van de Raad van State

Gepubliceerd op 19 maart 2002

Aandacht nodig voor heroriëntatie en Europa
De overheid is terug in de belangstelling, ook in Nederland. De verwachtingen nemen toe. Een heroriëntatie wordt ook door de regering bepleit. Een heroriëntatie op de rol van de overheid heeft echter pas zin als diezelfde overheid eerst analyseert wat de gevolgen zijn geweest van voorgaande heroriëntaties. Gevolgen op het terrein van de verbetering van de dienstverlening en vermindering van de kosten, ook in vergelijking met ontwikkelingen elders in Europa.

Anders zal een nieuwe heroriëntatie niet opleveren wat ervan wordt verwacht. Dit staat in het vandaag, 19 maart, verschenen Jaarverslag 2001 van de Raad van State. In de ‘Algemene Beschouwing’ wordt uitgebreid ingegaan op de veranderde rol van de overheid en de kwaliteit van diezelfde overheid gedurende de laatste decennia. De Raad geeft de regering een aantal concrete aandachtspunten en aangrijpingspunten mee voor de komende heroriëntatie. De overheid is ook in toenemende mate afhankelijk van regelgeving en beleid in de Europese Unie.

De discussie over de heroriëntatie van de Nederlandse overheid kan daarom niet los worden gevoerd van de discussie over de toekomst van de Europese integratie. Die discussie is in Nederland tot nu toe erg mager geweest. De Raad constateert in het jaarverslag dat in meerjarige beleidsafspraken, zoals regeerakkoorden tot nu toe, vaak te weinig oog is voor het beleid op het niveau van de Europese Unie. Volgens de Raad van State is Europa nog onvoldoende geïntegreerd in de nationale beleidsvorming. In het jaarverslag wordt ingegaan op de mogelijkheid om een rechtseenheidskamer binnen de bestuursrechtspraak in te stellen. Deze kamer zou dan moeten bestaan uit de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Presidenten van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De instelling van zo’n kamer heeft voordelen boven een concentratie van de gehele rechtseenheidsvoorziening bij de Hoge Raad.

De instroom van zaken van wetgeving was in 2001 hoger dan in andere jaren. De Raad constateert dat het “oogstjaar” van kabinetten verschoven is van het derde naar het vierde jaar. Ook het vierde jaar van het kabinet Kok 1 vertoonde een hoog aantal adviesaanvragen. Het merendeel van de adviezen van de Raad wordt uitgebracht binnen twee maanden. De adviestermijn is gemiddeld 41 dagen. Het opstellen van een reactie op de adviezen kost de ministeries meer moeite. Zij hebben gemiddeld 102 dagen nodig om een reactie te geven. De afdoeningstermijn van zaken van bestuursrechtspraak ontwikkelt zich in gunstige zin. Naar verwachting zal – overeenkomstig de planning van de Raad - de maximumduur van behandeling van zaken met zitting in eerste en enige aanleg per 1 januari 2003 zijn teruggebracht naar 52 weken, en de behandeling van zaken in hoger beroep naar 40 weken.

In het verslagjaar trad de Vreemdelingenwet in werking die voorziet in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. De instroom van deze zaken is tot nu toe achtergebleven bij de verwachtingen. In totaal kwamen slechts 494 zaken binnen.

U kunt dit jaarverslag hier (pdf, 1.3 MB) downloaden.