Staatssecretaris J&V moet werkwijze van beoordeling ‘geloofsgroei’ verbeteren

Gepubliceerd op 28 september 2022

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hecht te veel waarde aan een eerder ongeloofwaardig bevonden bekering, wanneer een vreemdeling in een nieuwe asielprocedure stelt dat sprake is van zogenoemde geloofsgroei. Als een vreemdeling verklaart dat hij zijn bekering heeft voortgezet of geïntensiveerd, moet de staatssecretaris de geloofwaardigheid van de bekering opnieuw inhoudelijk beoordelen. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld in een uitspraak van vandaag (28 september 2022).

Achtergrond van de rechtszaak

In deze zaak stelt een Iraanse vrouw zich op het standpunt dat zij en haar twee zonen niet terug kunnen keren naar Iran, omdat zij zijn bekeerd tot het christendom. Zij hebben eerder al een asielprocedure doorlopen en toen heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hun bekering niet geloofwaardig bevonden. De vreemdelingen hebben daarna opnieuw asiel aangevraagd, omdat zij hun bekering sinds de vorige asielprocedure hebben voortgezet en er nu beter over kunnen verklaren. Volgens hen is daarom sprake van geloofsgroei, wat de staatssecretaris opnieuw inhoudelijk zou moeten beoordelen. Maar de staatssecretaris vindt dat de vreemdelingen niets nieuws zeggen over hun bekering en heeft de bekering niet opnieuw inhoudelijk beoordeeld.

In beginsel niet twee keer een inhoudelijk oordeel over hetzelfde asielrelaas

In de regel hoeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet twee keer hetzelfde asielrelaas inhoudelijk te beoordelen. Dat ligt anders als een vreemdeling in een opvolgende asielaanvraag wijst op nieuwe feiten en omstandigheden, zoals nieuw bewijs of nieuwe ontwikkelingen. Als daar sprake van is, moet de staatssecretaris inhoudelijk op die nieuwe feiten en omstandigheden reageren.

Geloofsgroei voldoende om opnieuw bekering te beoordelen

De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de staatssecretaris in zijn werkwijze te veel waarde hecht aan het feit dat hij de bekering in een eerdere asielprocedure ongeloofwaardig vond. Dat is weliswaar het uitgangspunt bij een opvolgende asielaanvraag, maar verklaringen over geloofsgroei kunnen leiden tot een andere beoordeling. Het is niet uit te sluiten dat vreemdelingen geloviger zijn geworden en nu beter over hun bekering kunnen verklaren. Verklaringen over geloofsgroei kunnen naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak in algemene zin voldoende zijn voor een nieuwe inhoudelijke geloofwaardigheidsbeoordeling van de bekering. De staatssecretaris moet de verklaringen uit de eerdere en opvolgende asielprocedure dan in samenhang beoordelen.

Gevolgen van de uitspraak

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet zijn werkwijze in zaken over geloofsgroei verbeteren. In de zaak van de Iraanse vrouw en haar twee kinderen zal de staatssecretaris zich opnieuw moeten buigen over de vraag of hij hun bekering geloofwaardig vindt en daarbij inhoudelijk moeten ingaan op de verklaringen van de vreemdelingen over geloofsgroei.


Lees hier de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 202100736/1.