Samenvatting adviezen over pakket Belastingplan 2023

Gepubliceerd op 20 september 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft adviezen uitgebracht over de wetsvoorstellen die samen het zogenoemde pakket Belastingplan 2023 vormen. De regering heeft het pakket Belastingplan 2023 op Prinsjesdag, dinsdag 20 september 2022, bij de Tweede Kamer ingediend. Op die dag zijn ook de adviezen van de Afdeling advisering openbaar geworden.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geadviseerd over de volgende wetsvoorstellen:

  1. Belastingplan 2023
  2. Wet rechtsherstel box 3
  3. Overbruggingswet box 3
  4. Minimum CO2-prijs industrie
  5. Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens
  6. Delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen
  7. Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget en afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers

1. Belastingplan 2023

In dit advies maakt de Afdeling advisering naast een aantal specifieke opmerkingen twee meer algemene opmerkingen die gaan over het totale pakket Belastingplan 2023.

Samenstelling pakket

De gekozen aanpak voor het pakket Belastingplan 2023 levert een belangrijke bijdrage aan de ordelijkheid en de kwaliteit van de besluitvorming. Het levert ook een belangrijke bijdrage aan het in gang zetten van een proces om te komen tot een eenvoudiger en beter uitvoerbaar belastingstelsel, dat meer in balans is.

Uitvoering

De Afdeling advisering vraagt in het bijzonder aandacht voor uitvoeringsproblematiek: niet alles kan, en zeker niet tegelijkertijd. Er moeten prioriteiten worden gesteld. Zij adviseert de regering nader in te gaan op de omvang en samenstelling van het voorgestelde pakket maatregelen en de prioriteitstelling daarbij. De individuele uitvoeringstoetsen leiden steeds tot de eindconclusie ‘uitvoerbaar’, maar hierin worden wel voorbehouden gemaakt vanwege benodigde personele of IV-capaciteit. De uitvoeringstoetsen noch de toelichting bij het voorstel bevatten een beschouwing over de uitvoerbaarheid van het pakket als geheel.

Specifieke opmerkingen

Verder maakt de Afdeling advisering enkele meer specifieke opmerkingen over onderdelen van de maatregelen inzake aanmerkelijk belang (box 2) en de 30%-regeling. Ook maakt zij enkele opmerkingen van meer technische aard over het btw-nultarief voor zonnepanelen, de zelfstandigenaftrek en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Zij adviseert de regering om rekening te houden met de opmerkingen in het advies, voordat het wetsvoorstel Belastingplan 2023 bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

2. Rechtsherstel box 3

Dit wetsvoorstel bepaalt hoe nog openstaande aanslagen inkomstenbelasting over de kalenderjaren 2017 tot en met 2022 worden behandeld om de belastingheffing in box 3 in overeenstemming te brengen met het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 over het box 3-stelsel.

De Afdeling advisering gaat in op de balans die is gezocht tussen de noodzaak om recht te doen aan dit arrest, de beperkingen die voortvloeien uit de grote aantallen betrokken belastingplichtigen en de beperkte uitvoeringscapaciteit van de Belastingdienst. Tegen deze achtergrond begrijpt de Afdeling advisering de keuze die de regering maakt voor de generieke (geautomatiseerde) regeling voor rechtsherstel. Zij vraagt aandacht voor de ervaringen die met de regeling in de praktijk zijn opgedaan, nu de ‘box 3-hersteloperatie’ sinds 1 juli 2022 aan de hand van een beleidsbesluit wordt uitgevoerd. Zij adviseert de regering om rekening te houden met de opmerkingen in het advies, voordat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

3. Overbruggingswet box 3

Dit wetsvoorstel regelt hoe voor de jaren 2023, 2024 en 2025 de belastingheffing in box 3 plaatsvindt, waarbij rekening wordt gehouden met het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. Het gaat om een tijdelijke regeling in afwachting van een definitieve regeling die beter moet aansluiten bij het werkelijke rendement.

Om recht te doen aan het arrest van de Hoge Raad is het nodig om tot een werkbare en evenwichtige afwikkeling te komen en om hierover duidelijkheid te geven, zeker omdat dit een groot aantal belastingplichtigen raakt. Vanwege het grote aantal belastingplichtigen en de beperkte uitvoeringscapaciteit van de Belastingdienst begrijpt de Afdeling advisering de generieke (geautomatiseerde) aanpak die de regering voorstelt.

De Afdeling advisering zet in het licht van het rechtszekerheidsbeginsel vraagtekens bij het achteraf vaststellen van de rendementspercentages. Als alternatief zou overwogen kunnen worden om de percentages te baseren op de rendementen van het voorliggende jaar. Zij adviseert de regering daarop in de toelichting in te gaan en het voorstel eventueel aan te passen. Ook maakt de Afdeling advisering een opmerking over de voorgestelde regeling voor de zogenoemde peildatumarbitrage. Zij begrijpt de wens om peildatumarbitrage dat als doel heeft de belastingheffing te verlagen, tegen te gaan, maar de Afdeling advisering is niet overtuigd van de voorgestelde regeling. Zij adviseert de regering om rekening te houden met de opmerkingen in het advies, voordat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

4. Minimum CO2-prijs industrie

Dit wetsvoorstel regelt een minimum CO2-prijs voor de industrie per 1 januari 2023 dat is afgesproken in het Coalitieakkoord.

De Afdeling advisering maakt opmerkingen over nut en noodzaak van het voorstel. De voorgestelde minimumprijs is dusdanig laag dat voorlopig niet verwacht mag worden dat het daadwerkelijk tot heffing zal komen. De vraag is daarom in hoeverre de voorgestelde minimumprijs per 1 januari 2023 zal worden meegewogen bij investeringsbeslissingen van bedrijven. Tegelijkertijd draagt het voorstel bij aan een stapeling van maatregelen en van uitvoeringsproblemen. Dat maakt het nog problematischer, gelet op de toenemende schaarste aan capaciteit, in dit geval van de Nederlandse Emissieautoriteit, die kan worden ingezet voor de uitvoering van overheidsbeleid.

De Afdeling advisering adviseert de regering nader te motiveren waarom de tussenevaluatie die dit jaar nog wordt uitgevoerd niet wordt afgewacht, en waarom niet wordt bewerkstelligd dat de regeling pas in werking treedt als deze daadwerkelijk betekenis heeft. Zij adviseert de regering om rekening te houden met de opmerkingen in het advies, voordat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

5. Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens

Dit wetsvoorstel is ter voorbereiding op de vaststelling door het Europees Parlement en de Raad van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens. Het advies is een zogenoemd conform advies. Dit betekent dat de Afdeling advisering geen inhoudelijke opmerkingen heeft over dit wetsvoorstel.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

6. Delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen

Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat in een algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld om in specifieke gevallen geen invorderingsrente in rekening te brengen. Het advies is een zogenoemd conform advies. Dit betekent dat de Afdeling advisering geen inhoudelijke opmerkingen heeft over dit wetsvoorstel.

Lees het advies van de Afdeling advisering.

7. Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget en afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers

Het wetsvoorstel regelt het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers (IOAOW) en intensiveert het kindgebonden budget.

De Afdeling advisering maakt een opmerking over het tijdpad voor de voorgenomen afschaffing van de IOAOW in samenhang met de verhoging van de AOW-uitkering. Zij begrijpt de voorgestelde afschaffing van de IOAOW. Uit de toelichting bij het wetsvoorstel wordt alleen niet duidelijk waarom sprake is van een gefaseerde afschaffing in de jaren 2023 en 2024. Ook wordt daaruit niet duidelijk waarom het tijdstip van afschaffing niet wordt geregeld in het voorstel zelf, maar bij koninklijk besluit. De Afdeling advisering adviseert de regering om rekening te houden met de opmerkingen in het advies, voordat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Lees het advies van de Afdeling advisering.