Samenvatting advies wijziging Activiteitenbesluit milieubeheer windturbinebepalingen

Gepubliceerd op 13 mei 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en enkele besluiten op grond van de Omgevingswet in verband met de jurisprudentie over windparken. Het ontwerpbesluit is op 13 mei 2022 openbaar geworden.

Achtergrond en inhoud van het ontwerpbesluit

In het Activiteitenbesluit staan algemene bepalingen voor het in werking hebben van een windturbinepark. Zo staan er bijvoorbeeld bepalingen in over hoeveel geluid en schaduw een windturbine mag veroorzaken. In een uitspraak van 30 juni 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geconcludeerd dat voor de windturbinebepalingen een milieubeoordeling had moeten worden gemaakt op grond de Europese richtlijn voor Strategische Milieubeoordeling. Omdat dat niet is gebeurd, zijn deze bepalingen, voor zover die betrekking hebben op een park van drie of meer bij elkaar behorende windturbines, in strijd met het Europese recht. Met het voorstel worden deze bepalingen ingetrokken, voor zover die zien op windturbineparken. Om te voorkomen dat onduidelijk is aan welke regels bestaande windturbineparken moeten voldoen, wordt in het ontwerpbesluit voor bestaande parken voorzien in tijdelijke nieuwe algemene regels. Die regels gelden totdat er nieuwe algemene regels gaan gelden voor windturbineparken. Daarvoor zal eerst een milieubeoordeling uitgevoerd moeten worden.

Inhoudelijk dezelfde regels

De tijdelijke regels voor bestaande windturbineparken die in het ontwerpbesluit zijn opgenomen zijn inhoudelijk gelijk aan de regels die al golden en die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in strijd met het Europese recht heeft beoordeeld. De Afdeling advisering is er niet van overtuigd dat die tijdelijke regels het geconstateerde ‘gebrek’ ongedaan maken. Maar een oordeel daarover is aan de (Europese) rechter. Als de voorgestelde tijdelijke regels het gebrek niet opheffen, betekent dit dat de werking van het Europese recht in feite wordt opgeschort. Zo’n opschorting is alleen toegestaan bij wijze van uitzondering en om dwingende redenen van rechtszekerheid en moet goed worden gemotiveerd. Volgens de Afdeling advisering kunnen de tijdelijke regels worden aangemerkt als uitzondering, omdat ze bedoeld zijn als tijdelijke regeling in afwachting van de uit te voeren milieubeoordeling. Het besluit regelt die tijdelijkheid echter niet. Verder staat er in de toelichting geen dragende motivering voor deze uitzondering. De Afdeling adviseert daarom om in het ontwerpbesluit alsnog te regelen dat de voorgestelde regels tijdelijk zullen zijn en om de toelaatbaarheid ervan in het licht van het Europese recht alsnog dragend te motiveren.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.