Hogere eisen aan besluiten staatssecretaris J&V op asielaanvragen bekeerlingen

Gepubliceerd op 12 mei 2021

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt hogere eisen aan de motivering van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluiten op asielaanvragen van zogenoemde bekeerlingen. Voorheen mocht de staatssecretaris doorslaggevend gewicht toekennen aan haar beoordeling van de geloofwaardigheid van de motieven voor en het proces van bekering van de vreemdeling, maar de staatssecretaris zal nu ook moeten motiveren wat zij vindt van de kennis van het nieuwe geloof en de activiteiten die de vreemdeling in het kader daarvan heeft ondernomen. Ook zal zij moeten motiveren wat zij vindt van verklaringen die anderen hebben afgelegd over die bekering. Dit staat in twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (12 mei 2021).

Waar gaan de uitspraken over?

In beide zaken komen de vreemdelingen uit Iran en stellen zich te hebben bekeerd tot het christendom. De staatssecretaris heeft dat niet geloofwaardig geacht en heeft om die reden de asielverzoeken afgewezen. De staatssecretaris beoordeelt de geloofwaardigheid van een bekering aan de hand van beleid uit 2018. Dit beleid gaat, net als het oudere beleid van de staatssecretaris, uit van drie elementen. Het belangrijkste is wat de vreemdeling verklaart over het proces van bekering. Daarnaast is van belang wat hij weet over zijn nieuwe geloof en ten slotte welke activiteiten hij in dat kader daarvan heeft ondernomen.

Motiveren

Zelfs als de staatssecretaris twijfelt aan wat de vreemdeling heeft verklaard over het proces van bekering, zal zij voortaan in haar besluit ook moeten motiveren wat ze vindt van de verklaringen van de vreemdeling over zijn kennis van zijn nieuwe geloof en welke activiteiten hij in dat kader heeft ondernomen. Bovendien zal zij moeten motiveren waarom deze verklaringen de ontoereikende verklaring over het proces van bekering niet kunnen compenseren. Kortom, hoewel de beoordeling van de geloofwaardigheid van het proces van bekering nog steeds heel belangrijk is, mag de staatssecretaris daaraan geen doorslaggevende betekenis meer toekennen, zonder ook daadwerkelijk in te gaan op de andere twee elementen. Verder zal de staatssecretaris voortaan duidelijk moeten motiveren hoe zij eventuele verklaringen van anderen over de (gestelde) bekering van de vreemdeling heeft beoordeeld. De uitspraken leiden ertoe dat de staatssecretaris inzichtelijker moet maken welk gewicht zij aan verklaringen van de vreemdeling en van derden toekent. Daarmee worden haar besluiten voor de bestuursrechter ook beter toetsbaar.

Gevolg uitspraken

Voor de Iraanse vreemdelingen in deze zaken betekenen de uitspraken dat de staatssecretaris nieuwe besluiten zal moeten nemen op hun asielaanvragen. Als de staatssecretaris in andere zaken bij een eerdere asielaanvraag enkel doorslaggevende betekenis heeft toegekend aan de motieven voor en het proces van bekering, kan de staatssecretaris dit herstellen door bij een opvolgende asielaanvraag ook de andere twee elementen in ogenschouw te nemen.


Lees hier de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummer 201902732/1 en 201807235/1.