Samenvatting van advies over weigeren VOG op basis van politiegegevens

Gepubliceerd op 6 december 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over de wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) op basis van politiegegevens. Het wetsvoorstel is op 6 december 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Reguliere VOG screening

Voor het vervullen van bepaalde functies in Nederland moeten betrokkenen een screeningsprocedure met positief resultaat doorlopen. Een bekend screeningsinstrument is de VOG. De afgifte van een VOG kan worden geweigerd wanneer uit justitiële documentatie blijkt dat de aanvrager een strafbaar feit heeft begaan dat in de weg staat aan het doel waarvoor de VOG is gevraagd. Politiegegevens worden bij de beoordeling van een reguliere VOG-aanvraag alleen gebruikt om de justitiële gegevens in te kleuren.

Intensievere screening met een VOG politiegegevens

Het wetsvoorstel heeft tot doel een intensievere screening mogelijk te maken voor bepaalde, door de minister aan te wijzen, functies in het ‘veiligheidsdomein’. Voor deze functies is een hoge mate van integriteit nodig en zijn de bestaande screeningsinstrumenten niet voldoende of niet geschikt. Het wetsvoorstel introduceert daarom een nieuw soort VOG; de VOG politiegegevens. De afgifte van deze VOG wordt geweigerd als de aanvrager niet van onbesproken gedrag is. Politiegegevens kunnen hierbij, net als justitiële gegevens, een zelfstandige weigeringsgrond vormen. Daarbij wordt gelet op de omstandigheden van het geval en het doel waarvoor deze VOG wordt gevraagd.

Voorzienbaarheid en de weigering van een VOG politiegegevens

De Afdeling advisering heeft begrip voor de behoefte aan intensievere screening voor bepaalde functies in het veiligheidsdomein. Zij wijst erop dat als een VOG geweigerd wordt, de gevolgen voor de aanvrager verstrekkend kunnen zijn. Daarom is het belangrijk dat duidelijk is wanneer sprake is van “niet-onbesproken gedrag” en wanneer op basis van alleen politiegegevens een dergelijke VOG geweigerd kan worden.

Onvoldoende duidelijkheid over politiegegevens en “niet-onbesproken gedrag”

Politiegegevens komen voort uit een eerdere fase van het opsporingsonderzoek dan justitiële gegevens en zijn daardoor ‘zachter’ van aard. Uit het wetsvoorstel blijkt niet welke eisen mogen worden gesteld aan politiegegevens en in welke gevallen een VOG alleen op basis van politiegegevens mag worden geweigerd. Ook legt het wetsvoorstel niet uit wanneer er sprake is van ‘niet-onbesproken gedrag’. De Afdeling advisering adviseert hier in de toelichting meer aandacht aan te besteden. Ook adviseert zij de betekenis van politiegegevens en het criterium van ‘niet-onbesproken gedrag’ nader in te vullen in een algemene maatregel van bestuur en niet in beleidsregels. Dat komt de rechtszekerheid en rechtsbescherming van de burger ten goede.

De Afdeling advisering adviseert daarom het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het is aangepast.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister voor Rechtsbescherming.