Samenvatting van advies over het wetsvoorstel taal en toegankelijkheid

Gepubliceerd op 11 september 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs wijzigt, in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (taal en toegankelijkheid).

Het wetsvoorstel is op 11 september 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel bevat een aantal maatregelen die zijn bedoeld om de toegankelijkheid van het (hoger) onderwijs te waarborgen en de instroom van internationale studenten te beheersen.

Analyse van problemen is niet voldoende

Het is niet duidelijk welke concrete problemen met de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en de instroom van internationale studenten het wetsvoorstel moet oplossen. Ook blijft onduidelijk wat de oorzaak van die problemen is. Door deze onduidelijkheid blijven de voorgestelde maatregelen in de lucht hangen. Het staat wel vast dat er een direct verband is tussen de bekostiging van het hoger onderwijs, het aantrekken van buitenlandse studenten en het taalbeleid. Maar dat verband wordt in het wetsvoorstel niet gelegd. Daarom zouden het rapport van de Adviescommissie Bekostiging Hoger Onderwijs en Onderzoek en nog andere, al aangekondigde onderzoeken, moeten worden meegenomen bij de probleemanalyse. Het wetsvoorstel zou vorm moeten krijgen aan de hand van de uitkomsten van deze onderzoeken.

Taalbeleid

Op dit moment is het uitgangspunt van de wetgever dat onderwijs in het Nederlands wordt gegeven, tenzij onderwijs in een andere taal noodzakelijk is. Het wetsvoorstel verandert dit in de regel dat sprake moet zijn van een meerwaarde van de andere taal boven het Nederlands. Door het introduceren van het ‘meerwaarde-criterium’ is het mogelijk dat instellingen vaker dan nu onderwijs aanbieden in een andere taal dan het Nederlands. De Inspectie voor het onderwijs geeft aan slecht uit de voeten te kunnen met dit nieuwe criterium. De bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands krijgt met het voorstel geen expliciete plek in het taalbeleid van de instellingen.  Mede daarom biedt het voorstel nog onvoldoende houvast voor een verbetering in de naleving van en het toezicht op het taalbeleid.

Toestemmingsvereiste capaciteitsbeperking (numerus fixus)

Instellingen kunnen een beperking stellen aan de capaciteit van een opleiding, door middel van een ‘numerus fixus’ (een studentenstop). Als een instelling een studentenstop wil instellen, moet zij dat op dit moment melden aan de minister. Het wetsvoorstel regelt dat voortaan niet alleen een melding bij de minister, maar ook toestemming van de minister nodig is.

Het aantal opleidingen met een studentenstop is de laatste jaren echter sterk gedaald. Voor een aantal opleidingen waarvoor juist wel een studentenstop is ingesteld, geldt dat dat is gebeurd omdat de bekostiging van de opleiding minder hard is toegenomen dan de aantallen studenten die de opleiding volgen. Vanwege deze ontwikkelingen mist in het wetsvoorstel uitleg over welke problemen aanleiding hebben gegeven of geven tot het instellen van een studentenstop, en of het vragen van toestemming aan de minister wel een oplossing biedt voor die problemen.

Maximering instellingscollegegeld

Verder stelt het wetsvoorstel een maximum aan het instellingscollegegeld voor Nederlandse studenten en studenten van binnen de Europese Economische Ruimte (EER) voor tweede en volgende studies. Dat maximum is dat het instellingscollegegeld niet meer dan kostendekkend mag zijn. Omdat instellingen over het algemeen al een kostendekkend tarief hanteren, is het effect van het wetsvoorstel op dit punt gering. Voor studenten van buiten de EER wil de minister het collegegeld minimaal kostendekkend maken. Op dit punt bevestigt het wetsvoorstel slechts de al bestaande mogelijkheid voor instellingen om aan deze categorie studenten een verhoogd instellingscollegegeld te vragen. De vraag is dan ook wat op dit punt de toegevoegde waarde is van het wetsvoorstel.


Volledige tekst van het advies

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.