Samenvatting advies over ontwerpbesluit forensische zorg

Gepubliceerd op 25 juni 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het ontwerpbesluit forensische zorg.

Het advies is op 25 juni 2019 openbaar gemaakt.

Inhoud en doel van het besluit

Op 1 januari 2019 is de nieuwe Wet forensische zorg (Wfz) in werking getreden. Deze wet regelt de organisatie van de forensische zorg. Forensische zorg bestaat uit geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg die onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan. Ook kan het gaan om dergelijke zorg op grond van een andere justitiële titel. Daarnaast bevat de Wfz regels over het delen van gegevens tussen het Openbaar Ministerie, zorgaanbieders, reclassering en indicatiestellers.

De Wfz maakt het mogelijk om verschillende onderwerpen verder te regelen door middel van een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling. Het ontwerpbesluit forensische zorg beoogt daaraan invulling te geven.

Niveau van regelgeving te laag

De Afdeling advisering komt op een aantal punten tot de conclusie dat het voorgestelde niveau van regelgeving te laag is. Zo horen enkele onderdelen van het ontwerpbesluit eigenlijk thuis in een wet en niet in een besluit. Het advies is dan ook om deze onderdelen op te nemen in de aangekondigde Reparatiewet forensische zorg. Op andere onderdelen kondigt het ontwerpbesluit aan dat deze verder geregeld zullen worden in een ministeriële regeling, terwijl deze juist in het besluit zelf opgenomen zouden moeten zijn.

Verstrekking beleidsinformatie aan minister

Het ontwerpbesluit regelt dat beleidsinformatie van zorgaanbieders en reclassering aan de minister moet worden gegeven. De minister kan als verantwoordelijke voor het zorgstelsel op basis van deze informatie de effectiviteit van het beleid van forensische zorg beoordelen. Maar voor deze gegevensverwerking door de minister is nog geen grondslag in de wet. Daarnaast gaat het besluit niet in op de inhoud en intensiteit van de verstrekkingsplicht en de administratieve lasten die dit voor de zorgaanbieders en reclassering meebrengt. De vraag is hoe dat zich verhoudt tot de breed gedeelde wens om regeldruk in de zorg te verminderen.

De Afdeling advisering adviseert het besluit niet te nemen, tenzij het is aangepast.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister voor Rechtsbescherming.