Samenvatting advies voorstel Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers 2018

Gepubliceerd op 19 juni 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Van Raak over de wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, in verband met de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel op politieke ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers 2018).

Het advies is op 19 juni 2019 openbaar gemaakt.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel trekt de regels voor sociale zekerheid voor politieke ambtsdragers zoveel mogelijk gelijk met de regels die gelden voor werknemers. De afwijkende voorzieningen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) worden geschrapt en voor werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid sluit het wetsvoorstel zo veel mogelijk aan bij de socialezekerheidsregelingen voor werknemers.

Voorgeschiedenis

Het wetsvoorstel vervangt een eerder voorstel van dezelfde initiatiefnemer uit 2009 met dezelfde strekking. Hierover heeft de Raad van State destijds advies uitgebracht, maar daarop is niet gereageerd. Dat wetsvoorstel is sinds de indiening ervan niet verder behandeld, en de initiatiefnemer heeft het in april 2018 ingetrokken. De toelichting vermeldt dat het oude wetsvoorstel is ingetrokken en opnieuw is ingediend omdat de 'wachtgeldregeling' voor politieke ambtsdragers in de tussentijd verschillende keren is aangepast.

Advies

Of en in hoeverre voor politieke ambtsdragers andere regels voor sociale zekerheid moeten gelden dan voor werknemers, is vooral een politieke vraag. Maar dat neemt niet weg dat de noodzaak van wijzigingen in bestaande wetgeving goed moet worden onderbouwd, met het oog op kwaliteit van wetgeving en de zorgvuldigheid in het wetgevingsproces. De onderbouwing van dit wetsvoorstel verschilt niet wezenlijk van het voorstel uit 2009. Destijds concludeerde de Raad van State dat de in de toelichting ingenomen standpunten niet gemotiveerd waren en niet met feiten waren onderbouwd. De vraag is dan ook wat er nieuw is aan het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt. De toelichting bij het nieuwe wetsvoorstel besteedt wel aandacht aan de verschillende wijzigingen van de Appa sinds 2009. Daarover staat in de toelichting echter alleen dat het argument van het bijzondere karakter van het politieke ambt aan kracht heeft ingeboet, omdat al stappen in de richting van het wetsvoorstel zijn gezet. De voorgestelde wijzigingen gaan verder. De Afdeling advisering mist een beschouwing over de betekenis van die verdergaande wijzigingen voor de balans tussen de verschillende relevante aspecten die een rol spelen bij de rechtspositie van politieke ambtsdragers. Ook gaat de toelichting niet in op de ervaringen met de in de Appa aangebrachte wijzigingen. Die wijzigingen gaven mede aanleiding tot het ontwikkelen van de integrale visie op de rechtspositie van politieke ambtsdragers in 2015. Daardoor is er geen inzicht in de noodzaak van het wetsvoorstel en over de mogelijke effecten ervan. Dat inzicht is belangrijk, omdat de rechtspositie van politieke ambtsdragers één van de wezenlijke uitgangspunten is voor het goed functioneren van de democratische rechtstaat en voor de kwaliteit van het openbaar bestuur.

De Afdeling advisering concludeert dan ook dat ook de noodzaak van het nieuwe wetsvoorstel onvoldoende is onderbouwd.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en de reactie van de indiener.