Afdeling bestuursrechtspraak mag geen inhoudelijke uitspraak doen in geschil over intrekking referendumwet

Gepubliceerd op 2 februari 2018

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mag als hoogste bestuursrechter in ieder geval in dit stadium geen inhoudelijk oordeel geven over het bezwaar van Stichting Meer Democratie tegen de voorgenomen intrekking van de Wet raadgevend referendum. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (2 februari 2018). De Afdeling bestuursrechtspraak heeft zich in de uitspraak daarom onbevoegd moeten verklaren.

Parlement eerst aan zet

Stichting Meer Democratie vindt dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties expliciet een besluit had moeten nemen of er een referendum kan worden gehouden over de intrekking van de Wet raadgevend referendum. Maar uit de uitspraak van vandaag blijkt dat de minister zo'n besluit pas zou kunnen nemen als het wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. Die zijn dus nu eerst aan zet.

Onbevoegd om van beroep kennis te nemen

Het wetsvoorstel is nu nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Daarna zal het ook nog in de Eerste Kamer moeten worden behandeld en aangenomen voordat het een zogenoemde 'formele wet' wordt. Omdat de minister nu nog geen besluit kan nemen, moet de Afdeling bestuursrechtspraak zich volgens de wet "onbevoegd verklaren om van het beroep van de stichting kennis te nemen".

Lees hier de volledige uitspraak met zaaknummer 201800830/1.