Uitspraak 200808595/1/H1


Volledige tekst

200808595/1/H1.
Datum uitspraak: 11 november 2009

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de vereniging Vereniging Weg van de Snelweg, gevestigd te Leiderdorp,
appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 oktober 2008 in zaak nr. 07/3261 in het geding tussen:

de vereniging Vereniging Weg van de Snelweg

en

het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp.

1. Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp (hierna: het college) aan de gemeente Leiderdorp vrijstelling en bouwvergunning eerste fase verleend voor de bouw van een schoolgebouw (brede school) op het perceel Ericalaan 3 te Leiderdorp.

Bij besluit van 20 maart 2007 heeft het college het daartegen door de vereniging Vereniging Weg van de Snelweg (hierna: Weg van de Snelweg) gemaakte bezwaar, onder aanvulling van de motivering van het besluit, ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 20 oktober 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) het daartegen door Weg van de Snelweg ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 20 maart 2007 vernietigd, het door Weg van de Snelweg gemaakte bezwaar tegen het besluit van 20 december 2005 niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Weg van de Snelweg bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 november 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 24 december 2008.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juli 2009, waar
Weg van de Snelweg, vertegenwoordigd door [voorzitter], bijgestaan door mr. J.E. Dijk, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door J. Borst, ambtenaar in dienst van de gemeente, bijgestaan door mr. R. Lever, advocaat te Leiden, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Het hoger beroep beperkt zich tot de vraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat Weg van de Snelweg niet als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan worden aangemerkt, zodat het college haar ten onrechte in bezwaar heeft ontvangen.

2.2. Weg van de Snelweg betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat zij een vereniging is die het belang nastreeft van een gezond schoolklimaat in de Kastanjelaanschool, met name door te bewerkstelligen dat de nieuwbouw van deze school op tenminste 300 m afstand van de snelweg A4 wordt gerealiseerd. Hetgeen zij zich in deze procedure ten doel stelt, is volgens Weg van de Snelweg in overeenstemming met haar statutaire doelstelling, zodat de rechtbank haar bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

2.2.1. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, gelezen in verband met artikel 7:1, eerste lid, van de Awb, kan een belanghebbende tegen een besluit bezwaar maken.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

2.2.2. Weg van de Snelweg is een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging, die zich blijkens artikel 2 van haar statuten ten doel stelt het streven naar een gezond schoolklimaat voor de kinderen van de Kastanjelaanschool, nu en in de toekomst, met name door te bewerkstelligen dat de nieuwbouw van deze school op ten minste 300 m afstand van de snelweg A4 wordt gerealiseerd. Weg van de Snelweg tracht dit doel te bereiken middels het informeren van ouders, leerkrachten, beslissingsbevoegde instanties, zoals het college, de gemeenteraad en haar leden, de betrokken fracties gemeentelijk, provinciaal en nationaal, het vragen van advies bij inspecties en dergelijke, alsmede door het aanwenden van alle daartoe geëigende middelen.

Blijkens artikel 4, tweede lid, van de statuten kunnen leden zijn ouders en leerkrachten van de Kastanjelaanschool, alsmede andere betrokkenen die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten.

2.2.3. De rechtbank heeft niet onderkend dat ouders van de kinderen van de Kastanjelaanschool een eigen belang hebben bij de realisering dan wel het behoud van een gezond schoolklimaat voor hun kinderen. Dit belang is rechtstreeks bij het besluit van 20 december 2005 betrokken, nu nieuwbouw van de school op een afstand van ongeveer 60 m van de wegrand van de snelweg A4 van invloed kan zijn op het schoolklimaat voor de kinderen. Dit betekent dat Weg van de Snelweg als vereniging, die mede ten behoeve van de behartiging van het collectieve belang van de ouders is opgericht, als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, derde lid, van de Awb kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat het college Weg van de Snelweg in strijd met dit artikel als belanghebbende heeft aangemerkt.

Het betoog slaagt.

2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal de zaak met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State naar de rechtbank terugwijzen om door haar te worden behandeld en beslist met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.

2.4. De Afdeling zal de proceskosten in hoger beroep vaststellen. De rechtbank dient omtrent de vergoeding van deze kosten te beslissen.

2.5. In deze situatie is er geen aanleiding om te bepalen dat het door Weg van de Snelweg betaalde griffierecht door het college moet worden vergoed. Een redelijke toepassing van artikel 43, eerste lid, van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat - naar analogie van artikel 41, vijfde lid, van die wet - het griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan Weg van de Snelweg wordt terugbetaald.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 oktober 2008 in zaak nr. 07/3261;

III. wijst de zaak naar de rechtbank terug;

IV. stelt de door Weg van de Snelweg in verband met de behandeling van het hoger beroep gemaakte kosten vast op een bedrag van

€ 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), en bepaalt dat de rechtbank beslist omtrent de vergoeding van deze kosten;

V. bepaalt dat de Secretaris van de Raad van State aan

Weg van de Snelweg het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 433,00 (zegge: vierhonderddrieëndertig euro) voor de behandeling van het hoger beroep terugbetaalt.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. T.M.A. Claessens en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, ambtenaar van Staat.

w.g. Slump w.g. Graaff-Haasnoot
voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 11 november 2009

531.