Uitspraak 200502967/1


Volledige tekst

200502967/1.
Datum uitspraak: 11 januari 2006

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de burgemeester van Mill en Sint Hubert,
appellant,

tegen de uitspraak in zaak no. AWB 04/1411 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 25 februari 2005 in het geding tussen:

[wederpartij], wonend te [woonplaats]

en

appellant.

1. Procesverloop

Bij besluit van 28 november 2003 heeft appellant (hierna: de burgemeester) aan [partij], een van de toenmalige exploitanten van de horecagelegenheid "The Royce" te Langenboom, onder oplegging van een dwangsom gelast het voorgenomen feest "Ghostship/Ghosthouse" op 28 november 2003 in "The Royce" geen doorgang te laten vinden.

Bij besluit van 8 april 2004 heeft de burgemeester het daartegen door onder anderen [wederpartij] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 25 februari 2005, verzonden op 28 februari 2005, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door [wederpartij] ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de burgemeester bij brief van 5 april 2005, bij de Raad van State ingekomen op 7 april 2005, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 28 april 2005. Deze brieven zijn aangehecht.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 oktober 2005, waar alleen de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Egmond en A.P. van Doorn, beiden ambtenaar van de gemeente, is verschenen. [wederpartij] is niet verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 2.2.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: de Apv) is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Ingevolge artikel 2.2.1, eerste lid, onder d, wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen.

2.2. Bij besluit van 16 oktober 2003 is vergunning verleend als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en horecawet, voor het uitoefenen van het horecabedrijf in de inrichting aan de Graafseweg 89 te Langenboom. Deze inrichting, "The Royce", beschikt blijkens de vergunning over drie zalen, te weten een grote zaal, een kleine zaal en een disco, en verder over een brasserie, een pub en een terras.

2.3. Bij het besluit van 28 november 2003 is een dwangsom opgelegd, omdat voor het op die datum te houden feest geen vergunning is aangevraagd en het zonder vergunning houden van dit feest volgens de burgemeester in strijd is met art. 2.2.2, eerste lid, van de Apv.

2.4. De rechtbank heeft overwogen dat het feest "Ghosthouse" zoals [wederpartij] dit op 28 november 2003 wilde organiseren in discotheek "The Royce", is aan te merken als het geven van gelegenheid tot dansen. De entourage rond "Ghosthouse", zoals het aantrekken van een ander soort publiek, dat in grote getale komt en met bussen wordt vervoerd maakt dit, nu hieromtrent niets in de Apv is geregeld, naar het oordeel van de rechtbank niet anders. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat voor het organiseren van dit feest geen evenementenvergunning in de zin van artikel 2.2.2, eerste lid, van de Apv nodig is en dat de burgemeester derhalve niet bevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen.

2.5. De burgemeester bestrijdt dit oordeel van de rechtbank. Hij betoogt dat het feest "Ghosthouse" een evenement is in de zin van Apv. Daartoe voert hij aan dat het hier ging om een van elders naar "The Royce" verplaatste grootschalige houseparty die naar omvang, uitstraling en beheersingsproblematiek de dansavonden die in de discotheek plegen te worden georganiseerd, verre te boven gaat. Daarbij heeft hij van belang geacht de aard van de muziek die blijkens de aankondiging van het feest op internet zou worden gespeeld, de grove overschrijding van de voor de inrichting geldende sluitingstijd, de omstandigheid dat het feest niet door de exploitanten van de inrichting, maar door een derde zou worden georganiseerd en de mededeling op internet dat "The Royce" beschikt over een zogenoemde chill-out room, dat wil zeggen een ruimte bedoeld als afkoelingsruimte dan wel een geoutilleerde ruimte voor het verlenen van eerste hulp, waarover "The Royce" niet beschikt. De burgemeester heeft verder gesteld dat het feest geen dansavond betrof zoals die normaal gesproken in de discotheek plaatsvond. Ook vanwege de aard van het feest is "Ghosthouse" niet aan te merken als een reguliere dansavond, aldus de burgemeester. Voorts verwijst de burgemeester naar de toelichting op de model-Apv van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarin is vermeld dat een meer incidenteel plaatsvindende activiteit, zoals bijvoorbeeld een houseparty, als evenement kan worden aangemerkt. Mede op advies van de politie is het feest verboden in verband met het gevaar van verstoring van de openbare orde door de bezoekers van dit feest door het te verwachten veelvuldige en grootschalige drugsgebruik, aldus de burgemeester.

2.5.1. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat in "The Royce", voorheen Uitgaans- en Partycentrum 't Huuske, doorgaans in het weekend een disco-avond werd georganiseerd en soms een live band optrad. De laatste jaren liep het aantal bezoekers (sterk) terug. De bezoekers kwamen voornamelijk uit Mill en Sint Hubert en de omliggende plaatsen.

Het feest "Ghostship", een houseparty, zou aanvankelijk op 28 november 2003 worden gehouden op een varende boot op de Waal bij Nijmegen. Het feest was uitverkocht. Omdat voor "Ghostship" echter geen vergunning werd verleend, werd dit feest verplaatst naar "The Royce". Hiervan is op 27 november 2003 melding gemaakt op de website van "Partyflock" en op 28 november 2003 in "De Gelderlander". Blijkens die informatie zouden de zeshonderd mensen die al een kaartje hadden gekocht, met bussen van de Waalkade naar "The Royce" worden vervoerd. Omdat "The Royce" groter is dan de boot, zouden nog 275 kaarten aan de deur kunnen worden gekocht. Op het feest, nu "Ghosthouse" genoemd, zou de muziek - hardcore, hardstyle en darkcore - worden verzorgd door 32 dj's. Uit de publicatie op de bovenvermelde website blijkt verder dat het feest zou worden gehouden op vrijdag 28 november 2003, van 22.00 uur tot 07.00 uur.

De Afdeling overweegt dat het feest, dat als zodanig is aan te merken als een evenement, in zijn geheel is verplaatst van een schip naar een horeca-inrichting. De burgemeester heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het feest vanwege de grootschaligheid, de muziekstijl, het soort publiek dat er komt, en de sluitingstijd - drie uur na de toegestane sluitingstijd - niet tot de normale bedrijfsvoering van de inrichting behoort. Daarbij is in aanmerking genomen dat het feest niet door de exploitanten van de inrichting, maar door een derde is georganiseerd en de exploitanten er geen blijk van hebben gegeven dat zij op de hoogte waren van hetgeen precies zou plaatsvinden in hun inrichting. Voorts is daarbij in aanmerking genomen dat volgens de burgemeester de ervaring heeft geleerd dat dit soort houseparty's vaak gepaard gaat met grootschalig drugsgebruik, met alle risico's van dien, en dat extra politie-inzet nodig is om de openbare orde te handhaven, terwijl dit niet het geval is bij een reguliere avond in "The Royce". Onder deze omstandigheden heeft de burgemeester zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat "Ghosthouse" een evenement in de zin van artikel 2.2.1 van de Apv is, waarvoor ingevolge artikel 2.2.2, eerste lid, van de Apv een vergunning nodig is.

2.5.2. Een besluit tot het preventief opleggen van een last onder dwangsom kan slechts worden genomen indien sprake is van zodanig gevaar voor overtreding van een concreet voorschrift, dat deze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal plaatsvinden.

Er zijn voldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat het gevaar bestond dat het feest "Ghosthouse" zou worden gehouden zonder de daarvoor benodigde vergunning en dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid overtreding van artikel 2.2.2, eerste lid, van de Apv zou plaatsvinden. De burgemeester was dan ook bevoegd de last onder dwangsom op te leggen.

2.5.3. Gelet op de omstandigheden van dit geval, waaronder het korte tijdsbestek waarbinnen de burgemeester moest handelen aangezien tevoren met het gemeentebestuur geen enkel overleg was gevoerd en de burgemeester pas op de dag waarop het feest was gepland vernam dat het in "The Royce" zou worden gehouden, alsmede de ervaring dat een feest als dit een grote inzet van de politie vergt, welke inzet binnen het korte tijdsbestek moeilijk zo niet onmogelijk te realiseren was, heeft de burgemeester in redelijkheid kunnen oordelen dat het opleggen van de last onder dwangsom hier aangewezen was.

2.6. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het hoger beroep gegrond is. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het inleidende beroep alsnog ongegrond verklaren.

2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 25 februari 2005, Awb 04/1411;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, Voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. C.H.M. van Altena, Leden, in tegenwoordigheid van mr. Y.C. Visser, ambtenaar van Staat.

w.g. Vlasblom w.g. Visser
Voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2006

148.