Uitspraak 201805874/6/R2


Volledige tekst

201805874/6/R2.
Datum uitspraak: 10 maart 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],

en

Provinciale staten van Noord-Brabant,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2020 hebben provinciale staten de inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

[appellant] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de behandeling van het beroep van [appellant] afgesplitst van zaak nr. 201805874/1/R2.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 januari 2021, waar provinciale staten, vertegenwoordigd door ir. P.A.J.C. Kunst en bijgestaan door mr. H.J.M. Besselink, zijn verschenen.

Overwegingen

1.       [appellant] heeft een beroepschrift ingediend en verschillende nadere stukken overgelegd. Deze gaan over de manier waarop bestuursorganen, waaronder het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad, zijn persoonsgegevens hebben verwerkt en over de werkwijze van de Raad van State. In wat [appellant] heeft aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding om zijn beroep tegen het besluit van 3 juli 2020 gegrond te verklaren en dit besluit te vernietigen.

2.       Het beroep is ongegrond.

3.       Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 10 maart 2021

723-880.