Uitspraak 202100952/1/A2


Volledige tekst

202100952/1/A2.
Datum uitspraak: 15 februari 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

EVERT!, gevestigd te Maarssen,

appellante,

en

de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: het centraal stembureau),

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen ongeldig verklaard.

Tegen dit besluit heeft EVERT! beroep ingesteld.

Het centraal stembureau heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 februari 2021, waar EVERT!, vertegenwoordigd door mr. O. Smits, advocaat te Amsterdam, en [gemachtigde], en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door

mr. R.N.A. Al en mr. M. Diamant, zijn verschenen.

Overwegingen

1.    Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage en maakt deel uit van deze uitspraak.

2.    Aan het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat bij de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen onvoldoende geldige verklaringen van ondersteuning zijn ingeleverd.

3.    In artikel H 4, derde lid, van de Kieswet is bepaald dat de kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, deze verklaring ondertekent in het gemeentehuis van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar. EVERT! betoogt dat het vasthouden aan die verplichting in het kader van de komende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in strijd is met de artikelen 25 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke vrijheden (hierna: het IVBPR), artikel 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM), artikel 3 van het Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 1, eerste lid, van het Twaalfde Protocol bij het EVRM.

EVERT! voert daartoe aan dat de doelgroep waarop zij zich richt, hoofdzakelijk uit ouderen bestaat. Gelet op de overheidsrichtlijn om tijdens de coronacrisis zoveel mogelijk thuis te blijven, is het volgens haar niet gerechtvaardigd om haar potentiële kiezers te verplichten zich naar een gemeentehuis te begeven om een ondersteuningsverklaring af te leggen. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat met name ouderen een groot risico lopen op ernstige gezondheidsproblemen als zij besmet raken met het coronavirus. Zodoende worden ouderen onredelijk beperkt in het effectueren van het recht om een ondersteuningsverklaring af te geven, waardoor zij zich in een ongelijke positie bevinden ten opzichte van anderen, die niet tot een kwetsbare groep behoren. In dit verband wijst EVERT! erop dat de overheid een specifieke maatregel heeft getroffen om te voorkomen dat ouderen van 70 jaar of ouder tijdens de coronacrisis de deur uit moeten om hun stem uit te brengen. In artikel 7b, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is, in afwijking van artikel J 7, eerste volzin, van de Kieswet, geregeld dat elke kiezer die op de dag van de stemming de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, een briefstembiljet ontvangt, waarmee hij zijn stem per brief kan uitbrengen. EVERT! vindt het onbegrijpelijk dat voor het afleggen van een ondersteuningsverklaring niet een soortgelijke voorziening is getroffen. Volgens EVERT! maakt het afleggen van een ondersteuningsverklaring deel uit van het effectueren van het actief kiesrecht. De kiezer die zijn stem op een nieuwe politieke groepering wil uitbrengen, heeft die mogelijkheid uitsluitend, indien deze groepering kan voldoen aan alle eisen die de Kieswet daarvoor stelt. Daaronder valt de verplichting om per kieskring een minimumaantal ondersteuningsverklaringen over te leggen van kiezers die deze verklaringen op een gemeentehuis hebben afgelegd. Kiezers die, uit angst voor besmetting met het coronavirus, hun woning niet willen verlaten om naar een gemeentehuis te gaan, kunnen geen bijdrage leveren aan het verkrijgen van voldoende ondersteuningsverklaringen. Dat vormt voor deze kiezers een mogelijke belemmering om hun stem te kunnen uitbrengen op de politieke groepering van hun keuze.

Verder wordt een nieuwe politieke groepering, waarvan de doelgroep hoofzakelijk uit ouderen bestaat, door de verplichting in artikel H 4, derde lid, van de Kieswet beperkt in het effectueren van het passief kiesrecht. Omdat de verwachting is dat een deel van haar potentiële kiezers niet naar een gemeentehuis wil gaan, kan die verplichting tot gevolg hebben dat deze groepering niet aan de eis van artikel H 4, eerste lid, aanhef en onder d, kan voldoen. Daardoor wordt deze nieuwe politieke groepering ten opzichte van andere politieke partijen onredelijk beperkt in de mogelijkheid om deel te nemen aan de komende verkiezing. Dat levert een schending op van het passief kiesrecht, als bedoeld in artikel 25 van het IVBPR, aldus EVERT!.

3.1.    Uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel H 4 van de Kieswet valt af te leiden dat de eis om per kieskring een minimumaantal  ondersteuningsverklaringen over te leggen in Nederland van oudsher wordt gesteld om al te lichtvaardige kandidaatstelling tegen te gaan en te verzekeren dat kandidatenlijsten die op het stembiljet worden afgedrukt op enige steun onder de kiesgerechtigden kunnen rekenen (Kamerstukken II, 1915/1916, 226, nr. 4). De verplichting uit het derde lid van dit artikel om  een verklaring van ondersteuning te ondertekenen in het gemeentehuis is gesteld om ronselpraktijken en fraude te voorkomen. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 1987/1988, 20 264, nr. 3) is in dit verband verwezen naar problemen met ondertekenaars die onder valse voorwendselen hun handtekening onder een kandidatenlijst hebben gezet en naar gevallen waarin valse handtekeningen onder de kandidatenlijst werden geplaatst, waarbij bijvoorbeeld namen en adressen uit het telefoonboek werden overgenomen. De verplichting dient dus het objectieve en legitieme doel dat de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar kan vaststellen dat een kiezer daadwerkelijk een verklaring van ondersteuning van een nieuwe politieke groepering wenst af te leggen.

3.2.     Ter zitting van de Afdeling heeft EVERT! ter toelichting van haar standpunt aangevoerd dat de verplichting van artikel H 4, derde lid, van de Kieswet op zichzelf niet onredelijk is, maar in de bijzondere situatie van de coronacrisis leidt tot een wezenlijke belemmering voor deelname aan de verkiezing door een nieuwe politieke groepering waarvan de doelgroep hoofdzakelijk bestaat uit ouderen. Omdat dit voor EVERT! een principiële kwestie is, heeft zij bij het indienen van de kandidatenlijsten slechts één ondersteuningsverklaring ingeleverd, met daarop de naam en handtekening van E. Korver. Zij heeft bewust geen activiteiten ondernomen om in elke kieskring het wettelijk vereiste aantal ondersteuningsverklaringen te verkrijgen.

3.3.    In de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is rekening gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit het naleven van de overheidsrichtlijnen in verband met corona door onder meer de termijn voor de ondertekening van een verklaring van ondersteuning te verlengen met twee weken. Een verdergaande of alternatieve voorziening voor het ondertekenen van een verklaring op het gemeentehuis is niet getroffen. EVERT! heeft niet aannemelijk gemaakt hierdoor onevenredig te zijn benadeeld ten opzichte van andere partijen, die ook de verplichting van het afleggen van ondersteuningsverklaringen op het gemeentehuis moeten naleven. Zij heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat zij het benodigde aantal ondersteuningsverklaringen niet tijdig heeft kunnen verkrijgen. Dat zij zich, naar zij stelt, in haar politieke programma vooral op ouderen richt en dat zij niet verwacht dat haar potentiële kiezers bereid zijn in coronatijd de gang naar het gemeentehuis te maken, is daartoe onvoldoende. De leeftijd van een ondersteuner brengt op zichzelf niet met zich dat deze niet in staat wordt geacht om, met inachtneming van de coronamaatregelen, binnen de daartoe gestelde termijn van vier weken een verklaring van ondersteuning te ondertekenen op het gemeentehuis van de gemeente, waar de ondersteuner  als kiezer is geregistreerd. Ter zitting is verder gebleken dat de doelgroep van EVERT! niet uitsluitend uit personen van 70 jaar en ouder bestaat en zij zich richt op kiezers van 50 jaar en ouder. Verder is van belang dat uit artikel H 4, eerste lid, van de Kieswet volgt dat het benodigde aantal ondersteuningsverklaringen - 10 voor Bonaire en 30 voor de overige kieskringen - niet onredelijk hoog is. Dit is een zeer gering deel van het electoraat. Dit aantal is voor een nieuwe politieke groepering met voldoende draagvlak onder de kiezers geen wezenlijke belemmering om aan de verkiezing deel te nemen.

3.4.    De door EVERT! gemaakte vergelijking met de door de wetgever  getroffen mogelijkheid om elke kiezer die op de dag van de stemming de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, de gelegenheid te bieden om zijn stem per brief uit te brengen, gaat niet op. In dit verband heeft het centraal stembureau ter zitting van de Afdeling uiteengezet dat die extra mogelijkheid wordt geboden om de drukte in de stemlokalen op de verkiezingsdag te spreiden en te voorkomen dat deze kiezers niet van hun stemrecht gebruik zullen maken uit angst dat zij in het stemlokaal in de drukte terechtkomen. Bij het ondertekenen van ondersteuningsverklaringen, waarvoor een langere periode van vier weken is geboden, was echter, mede gelet op de in de gemeentehuizen getroffen coronamaatregelen, geen onoverzichtelijke situatie te verwachten. Verder heeft de wetgever, ondanks de uitzonderlijke situatie, ook tijdens de coronacrisis zoveel mogelijk de bestaande regels willen toepassen. Aan de voor sommige kiezers bestaande mogelijkheid om per brief te stemmen, komt, gelet op deze toelichting, niet de betekenis toe die EVERT! daaraan hecht.

3.5.    In het betoog van EVERT! ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het centraal stembureau, gelet op artikel I 5, aanhef en onder c, van de Kieswet, de door EVERT! ingeleverde kandidatenlijst ten onrechte in alle kieskringen ongeldig heeft verklaard in verband met het ontbreken van het benodigde aantal ondersteuningsverklaringen.

Het betoog faalt.

4.    Het beroep is ongegrond.

5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.J.R. Hazen, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2021

452.

BIJLAGE - Wettelijk kader

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten

Artikel 2

1.    Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag verbindt zich de in dit Verdrag erkende rechten te eerbiedigen en deze aan een ieder die binnen zijn grondgebied verblijft en aan zijn rechtsmacht is onderworpen te verzekeren, zonder onderscheid van welke aard ook, zoals ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, welstand, geboorte of enige andere omstandigheid.

(…)

Artikel 25

Elke burger heeft het recht en dient in de gelegenheid te worden gesteld, zonder dat het onderscheid als bedoeld in artikel 2 wordt gemaakt en zonder onredelijke beperkingen:

(…)

(b) te stemmen en gekozen te worden door middel van betrouwbare periodieke verkiezingen die gehouden worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemming, waardoor het vrijelijk tot uitdrukking brengen van de wil van de kiezers wordt verzekerd;

(…)

Artikel 26

Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder discriminatie aanspraak op gelijke bescherming door de wet. In dit verband verbiedt de wet discriminatie van welke aard ook en garandeert een ieder gelijke en doelmatige bescherming tegen discriminatie op welke grond ook, zoals ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Artikel 14

Het genot van de rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn vermeld, moet worden verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.

Protocol nr. 1 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Artikel 3

De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich om met redelijke tussenpozen vrije, geheime verkiezingen te houden onder voorwaarden dat die de vrije meningsuiting van het volk bij het kiezen van de wetgevende macht waarborgen.

Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Artikel 1

1.    Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.

2.    Niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name een van de in het eerste lid vermelde gronden.

Kieswet

Artikel H 4

1.    Bij de lijst worden, voor iedere kieskring waarvoor de lijst wordt ingeleverd, schriftelijke verklaringen van ondersteuning overgelegd, waarop de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde worden vermeld als op de lijst. Het minimum aantal te overleggen verklaringen bedraagt:

a.    voor kieskring 20 (Bonaire): tien.

(…).

d.    voor iedere andere kieskring: dertig.

2.    Verklaringen van ondersteuning voor een kieskring kunnen slechts worden afgelegd door personen die binnen die kieskring als kiezer zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing.

3.    De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, ondertekent binnen een termijn van veertien dagen voorafgaand aan of op de dag van de kandidaatstelling deze verklaring in het gemeentehuis van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar. De kiezer overhandigt aan de burgemeester of de ambtenaar een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Artikel I 5

Voor een kieskring is ongeldig de lijst:

(…)

c. waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen voor deze kieskring, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd;

(…)

Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Artikel 2

In afwijking van artikel H 4, derde lid, eerste volzin, van de Kieswet bedraagt de termijn voor de ondertekening van een verklaring van ondersteuning vier weken.