Samenvatting van advies over de Wet uitbreiding slachtofferrechten

Gepubliceerd op 27 november 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht wijzigt  om de positie van het slachtoffer in het strafproces verder te versterken (Wet uitbreiding slachtofferrechten).

Het wetsvoorstel is op 27 november 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Achtergrond en inhoud van het wetsvoorstel

Het doel van het wetsvoorstel is een verdere versteviging en verankering van de positie van het slachtoffer in het strafproces. Het wetsvoorstel introduceert onder meer een verplichting voor de verdachte om op de rechtszitting en bij de uitspraak te verschijnen, als hij zich in voorlopige hechtenis bevindt in verband met een ernstig zeden- of geweldsmisdrijf. Daarnaast wordt een spreekrecht ingevoerd op de tbs-verlengingszitting en bij de voorwaardelijke beëindiging van de plaatsing in een justitiële jeugdinrichting (PIJ-maatregel).

Verschijningsplicht voor verdachten

Het is belangrijk dat verdachten tijdens de rechtszitting aanwezig zijn. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verzet zich niet tegen de invoering van een verschijningsplicht. Een aanzienlijk deel van de verdachten van ernstige misdrijven die in voorlopige hechtenis zitten, verschijnt vrijwillig op de zitting. Bovendien heeft de rechter ook nu al de bevoegdheid om te bevelen dat de verdachte bij de zitting verschijnt.

Maar de voorgestelde verschijningsplicht kan spanning oproepen met de behoeften en de belangen van het slachtoffer. Het wetsvoorstel kan juist het risico vergroten dat het slachtoffer tegen zijn wens met de verdachte wordt geconfronteerd. Een verschijningsplicht schiet dan ook zijn doel voorbij in de gevallen waarin geen enkele procesdeelnemer behoefte heeft aan de aanwezigheid van de verdachte. Het is bij uitstek de rechter die in een concreet geval kan beoordelen of aanwezigheid van de verdachte gelet op alle betrokken belangen wenselijk is. Het advies is daarom om in het wetsvoorstel een ruimere uitzonderingsgrond op te nemen, zodat de rechter meer ruimte krijgt om af te zien van de verplichte verschijning van de verdachte.

Spreekrecht van het slachtoffer

Het spreekrecht tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft een principieel ander karakter dan het voorgestelde spreekrecht bij de tbs- en PIJ-verlengingszitting. Slachtoffers en nabestaanden kunnen zich tijdens de behandeling van de strafzaak uitspreken over de impact die het delict op hen heeft gehad en over de bewijsbaarheid van het feit en de gewenste strafmaat. De rechter kan dit meenemen in zijn beslissing. Daarvoor is bij de tbs- of PIJ-verlengingszitting geen ruimte. De rechter oordeelt bij de tbs- en PIJ-verlengingszitting namelijk alleen over de noodzaak tot voortzetting van de tbs- of PIJ-behandeling op basis van de aanwezige stoornis, het daaruit voortvloeiende recidiverisico en het verloop van de behandeling. Het wetsvoorstel levert daarmee geen zinvolle bijdrage aan de positie van het slachtoffer en wekt mogelijk verwachtingen die het niet kan waarmaken. Het advies is daarom om dit onderdeel te schrappen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister voor Rechtsbescherming.