Samenvatting advies over wetsvoorstel verbod bepaalde islamitische uitingen

Gepubliceerd op 6 mei 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Wilders en De Graaf (PVV) voor het verbod van bepaalde islamitische uitingen. De initiatiefnemers hebben het advies op 3 mei 2019 openbaar gemaakt.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel bepaalt dat de islam geen godsdienst is maar een gewelddadige, totalitaire ideologie. Daarnaast verbiedt het wetsvoorstel een aantal islamitische uitingen. De initiatiefnemers willen op die manier de democratische rechtsstaat, de daarmee samenhangende vrijheden en de nationale veiligheid beschermen.

Democratische rechtsstaat

De Afdeling advisering onderschrijft dat de beginselen van de democratische rechtsstaat – als de grondslagen van de Nederlandse rechtsorde – van groot belang zijn en moeten worden beschermd. Tot de beginselen van de democratische rechtsstaat behoren onder andere het discriminatieverbod en de individuele vrijheidsrechten (bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst en de daarmee verbonden scheiding van kerk en staat). Deze staan in de Grondwet en in internationale verdragen waarbij Nederland partij is.

Strijd met de Grondwet en met internationale verdragen

Het wetsvoorstel zou ertoe leiden dat de islam niet langer als godsdienst ‘telt’. De islam wordt ‘weggedefinieerd’ als godsdienst, zodat de vrijheid van godsdienst deze religie en sommige van haar uitingsvormen niet meer beschermt. Daarmee ontneemt het wetsvoorstel een hele bevolkingsgroep op discriminatoire wijze de aanspraak op fundamentele vrijheidsrechten. Dat is in strijd met de Grondwet en met internationale verdragen.

Bestaande wetten

De initiatiefnemers willen met deze maatregelen de ‘weerbaarheid’ van de democratie vergroten. Binnen de islam zijn, net als in andere religies en levensbeschouwingen, aanhangers zijn met extremistische opvattingen, wat zich soms uit in terrorisme. De Afdeling advisering wijst er echter op dat hiertegen op grond van bestaande wetten kan worden opgetreden. Niet is gebleken of aangetoond dat de geldende wetgeving op dit punt ontoereikend is.

Opzeggen verdragen

Dat het wetsvoorstel in strijd is met internationale verdragen, erkennen de initiatiefnemers. Zij accepteren dat deze verdragen omwille van de uitvoering van het wetsvoorstel zullen moeten worden opgezegd. De vrijheidsrechten die hierin zijn neergelegd, gelden echter voor iedereen. Het opzeggen van internationale verdragen ten behoeve van dit wetsvoorstel zal tot gevolg hebben dat niemand in Nederland daaraan nog rechten kan ontlenen. Dit geldt voor zowel moslims als niet-moslims.

Conclusie

De Afdeling advisering adviseert de initiatiefnemers om van het wetsvoorstel af te zien. Het is niet verenigbaar met de kernelementen van de democratische rechtstaat; elementen die de initiatiefnemers juist beogen te beschermen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State en de reactie van de indieners.