Uitspraak 201708777/1/A2


Volledige tekst

201708777/1/A2.
Datum uitspraak: 9 november 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,

en

de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor het houden van een referendum (hierna: de Kiesraad),
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 9 november 2017 om 14:00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.H.M. van Altena voorzitter
Staatsraad mr. D.A.C. Slump lid
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos lid

griffier: mr. M. Rijsdijk

Verschenen:
[appellant];
De Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim.

Het beroep richt zich tegen het besluit van de Kiesraad van 30 oktober 2017, waarbij het definitieve verzoek tot het houden van een raadgevend referendum over de Wet van 26 juli 2017, houdende regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017), is toegelaten.

Beslissing:

verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Gronden:
- In de Kieswet is voor een aantal besluiten, in afwijking van de Algemene wet bestuursrecht, beroep opengesteld voor iedere kiesgerechtigde. Deze afwijkende bepaling is in de Wet raadgevend referendum niet overgenomen. Dit betekent dat tegen een besluit op grond van de Wet raadgevend referendum overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht beroep kan worden ingesteld.

- Artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat belanghebbenden tegen een besluit beroep kunnen instellen bij de bestuursrechter. Onder belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (artikel 1:2, eerste lid).

- Met de woorden ‘wiens belang rechtstreeks is betrokken’ wordt een zekere begrenzing beoogd. Een persoon die wellicht enig belang heeft, doch zich op dat punt niet onderscheidt van grote aantallen anderen, kan niet worden beschouwd als een persoon met een rechtstreeks betrokken belang.

- [appellant] acht zich rechtstreeks en persoonlijk door het besluit van de Kiesraad in zijn belang is getroffen, maar dat belang onderscheidt zich niet in voldoende mate van dat van een groot aantal anderen. Die anderen worden op dezelfde wijze door het besluit van de Kiesraad in hun belang geraakt. Dat [appellant] zich door het besluit in zijn grondrechten geschonden acht maakt dat niet anders omdat hij zich daarmee evenmin van een groot aantal anderen onderscheidt.

w.g. Van Altena w.g. Rijsdijk
voorzitter griffier

705.