Uitspraak 201401736/3/R6


Volledige tekst

201401736/3/R6.
Datum uitspraak: 15 april 2014

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen onder meer:

1. de stichting Stichting Werkgroep Zwartendijk, gevestigd te Kampen,
2. de vereniging Vereniging voor Natuurstudie en bescherming IJsseldelta, gevestigd te Kampen,
verzoekers,

en

de raad van de gemeente Kampen, de raad van de gemeente Dronten, de staatssecretaris van Economische Zaken, het college van gedeputeerde staten van Flevoland en het college van gedeputeerde staten van Overijssel,
verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 12 december 2013 heeft de raad van de gemeente Kampen het bestemmingsplan "IJsseldelta-Zuid van de gemeente Kampen" vastgesteld. Bij besluit van 19 december 2013 heeft de raad van de gemeente Dronten het bestemmingsplan "IJsseldelta-Zuid - Dronten (8090)" vastgesteld. Bij besluiten van 16 december 2013 onderscheidenlijk 19 december 2013 heeft de staatssecretaris ontheffing verleend van in de Flora- en faunawet neergelegde verbodsbepalingen en vergunning verleend op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998). Bij besluit van 5 december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland vergunning verleend op grond van de Nbw 1998. Bij besluit van 12 december 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel vergunning verleend op grond van de Nbw 1998.

Tegen het bestemmingsplan "IJsseldelta-Zuid van de gemeente Kampen" onderscheidenlijk deze besluiten hebben onder meer de stichting en de vereniging beroep ingesteld. De stichting en de vereniging hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.

2. De bestemmingsplannen "IJsseldelta-Zuid van de gemeente Kampen" en "IJsseldelta-Zuid - Dronten (8090)" voorzien ter uitvoering van de van rijkswege vastgestelde Planologische kernbeslissing "Ruimte voor de Rivier" in een nieuwe waterverbinding tussen de IJssel en het Drontermeer en daarmee samenhangende bestemmingen. Deze hoogwatergeul of bypass wordt het Reevediep genoemd. Het Reevediep is bedoeld om in extreme omstandigheden hoogwater van de IJssel te kunnen afvoeren via het Drontermeer en het Vossemeer naar het IJsselmeer. Het Reevediep krijgt naast een waterafvoerende functie tevens een functie voor natuur en recreatie. Voorts voorziet het plan in de aanleg van een watergebonden woongebied en stedelijke functies nabij het nieuwe station Kampen Zuid als definitieve begrenzing van het stedelijk gebied van Kampen.

Ter uitvoering van de bestemmingsplannen zijn de ontheffing van in de Flora- en faunawet neergelegde verbodsbepalingen en de vergunningen op grond van de Nbw 1998 verleend.

De besluiten tot vaststelling van de bestemmingsplannen en de besluiten ter uitvoering van dit plan zijn gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt.

3. De verzoeken van de stichting en de vereniging zien op de door hen bestreden besluiten. De stichting betoogt onder meer dat het bestemmingsplan "IJsseldelta-Zuid van de gemeente Kampen" leidt tot onomkeerbare schade aan een eeuwenoud cultuurlandschap en dat de kieviten en grutto's uit het gebied worden verjaagd. De vereniging betoogt onder meer dat de door haar bestreden besluiten leiden tot significante effecten op Natura 2000-gebieden en negatieve gevolgen hebben voor beschermde soorten planten en dieren. De vereniging betoogt voorts dat nog niet in januari 2015 met werkzaamheden kan worden begonnen, omdat het nieuw aan te leggen rietmoerasgras op dat moment nog niet voldoende is ontwikkeld.

4. Van de raad van de gemeente Kampen, de raad van de gemeente Dronten, de staatssecretaris van Economische Zaken, het college van gedeputeerde staten van Flevoland en het college van gedeputeerde staten van Overijssel is een gezamenlijke schriftelijke verklaring ontvangen waaruit blijkt dat de bij de besluiten betrokken werkzaamheden niet eerder dan in januari 2015 een aanvang zullen nemen.

Zij hebben erop gewezen dat, omdat de Crisis- en herstelwet op de bestreden besluiten van toepassing is, de uitspraak in de hoofdzaak zal worden gedaan voordat de werkzaamheden een aanvang zullen nemen.

5. Omdat afdeling 2 van de Crisis- en herstelwet op de bestreden besluiten van toepassing is, verwacht de voorzitter dat de uitspraak in hoofdzaak zal worden gedaan voordat de werkzaamheden een aanvang zullen nemen.

Gelet hierop, en hetgeen onder 4 is overwogen, gaat de voorzitter ervan uit dat de werkzaamheden die in de bestreden besluiten zijn voorzien niet zullen plaatsvinden voor de datum waarop uitspraak in de hoofdzaak zal zijn gedaan. Met de verzoeken is dan ook geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.

6. De verzoeken dienen als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst de verzoeken af.

Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, ambtenaar van staat.

w.g. Van Sloten w.g. Hupkes
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2014

635.