Uitspraak 201606551/1/A3


Volledige tekst

201606551/1/A3.
Datum uitspraak: 7 maart 2018

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de korpschef van politie,
appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 juli 2016 in zaak nr. 13/1423 in het geding tussen:

de Stichting Bits of Freedom (Bof), gevestigd te Amsterdam,

en

de korpschef.

Procesverloop

Bij besluit van 3 oktober 2012 heeft de beheerder van het Korps landelijke politiediensten een door Bits of Freedom ingediend verzoek om openbaarmaking van documenten gedeeltelijk ingewilligd.

Bij besluit van 7 februari 2013 heeft de korpschef, als rechtsopvolger van de beheerder van het Korps, het door Bits of Freedom tegen het besluit van 3 oktober 2012 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 17 augustus 2015 heeft de korpschef het bezwaar gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond verklaard, het besluit van 3 oktober 2012 gedeeltelijk herroepen en delen van documenten alsnog openbaar gemaakt.

Bij uitspraak van 28 juli 2016 heeft de rechtbank de beroepen van Bits of Freedom tegen de besluiten van 7 februari 2013 en 17 augustus 2015 niet-ontvankelijk, respectievelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft voorts het besluit van 17 augustus 2015 vernietigd voor zover daarbij openbaarmaking van bepaalde informatie is geweigerd, de korpschef opgedragen om deze informatie alsnog openbaar te maken en bepaald dat haar uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van dit besluit. De rechtbank heeft dit besluit ook vernietigd voor zover daarbij is verzuimd om deugdelijk onderzoek te doen naar een ontbrekende factuur en de korpschef opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar ten aanzien van deze factuur met inachtneming van haar uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de korpschef hoger beroep ingesteld.

Bits of Freedom heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Bij besluit van 5 september 2016 heeft de korpschef openbaarmaking van bepaalde informatie wederom geweigerd.

Bij besluit van 23 november 2016 heeft de korpschef het bezwaar ten aanzien van de factuur gegrond verklaard en deze gedeeltelijk openbaar gemaakt. Bij dit besluit heeft de korpschef ook delen van andere nog niet eerder beoordeelde documenten openbaar gemaakt.

Bits of Freedom heeft de Afdeling overeenkomstig artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) toestemming verleend om mede op de grondslag van de niet openbaar gemaakte informatie uitspraak te doen.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 oktober 2017, waar de korpschef, vertegenwoordigd door mr. J.C.M. Robbers, en Bits of Freedom, vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen.

Overwegingen

Wettelijk kader

1. De relevante wettelijke bepalingen zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Inleiding

2. Bits of Freedom heeft op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) de rechtsvoorganger van de korpschef verzocht om openbaarmaking van alle documenten met betrekking tot spyware. Zij heeft spyware omschreven als software die door opsporingsdiensten heimelijk geïnstalleerd kan worden op een digitaal apparaat van een verdachte en waarmee, al dan niet op afstand, toegang verkregen kan worden tot dit apparaat, gegevens van dit apparaat kunnen worden overgenomen en dit apparaat op afstand bestuurd kan worden.

Besluiten van 3 oktober 2012 en 7 februari 2013

3. In het besluit van 3 oktober 2012 heeft de rechtsvoorganger van de korpschef gesteld dat drie documenten zijn aangetroffen die onder het Wob-verzoek vallen. Bij dit besluit zijn deze documenten deels openbaar gemaakt en is openbaarmaking voor het overige geweigerd op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid, aanhef en onder c, d, en e, en artikel 11 van de Wob. Bij het besluit van 7 februari 2013 heeft de korpschef dit besluit gehandhaafd.

Besluit van 17 augustus 2015

4. Hangende het door Bits of Freedom tegen het besluit van 7 februari 2013 ingestelde beroep heeft de korpschef dit besluit vervangen door het besluit van 17 augustus 2015. In dit besluit heeft de korpschef de bij het besluit van 3 oktober 2012 deels openbaar gemaakte documenten aangeduid als documenten I tot en met III. Hierbij heeft de korpschef niet openbaar gemaakte delen van documenten I en III alsnog openbaar gemaakt. Daarnaast heeft de korpschef gesteld dat na onderzoek meer documenten zijn aangetroffen die onder het Wob-verzoek vallen. Dit betreft allereerst twee, later door de rechtbank als documenten IV en V aangeduide, documenten. De korpschef heeft deze documenten openbaar gemaakt met, onder verwijzing naar artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob, weglating van daarin voorkomende persoonsgegevens. Verder gaat het om 63 andere documenten, die de korpschef heeft aangeduid als documenten 1 tot en met 63. De korpschef heeft openbaarmaking van deze documenten geheel dan wel gedeeltelijk geweigerd op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder b en c, en tweede lid, aanhef en onder b, c, d, e en g, en artikel 11 van de Wob.

Later in de beroepsprocedure heeft de korpschef de motivering van de weigering om bepaalde informatie openbaar te maken, aangevuld en gewijzigd. Daarbij heeft hij te kennen gegeven dat nog meer documenten zijn aangetroffen die onder het Wob-verzoek vallen, welke hij heeft aangeduid als documenten 49A, 51A, 52A tot en met 52N, 53A tot en met 53F, 55A en 59A. De korpschef heeft openbaarmaking daarvan geheel dan wel gedeeltelijk geweigerd. Verder heeft hij gesteld dat onder het Wob-verzoek dertien documenten vallen die bij hem behoren te berusten, maar niet zijn aangetroffen.

Evenals de rechtbank beschouwt de Afdeling het besluit van 17 augustus 2015 en de hangende het beroep daarop gevolgde aanvullingen en wijzigingen als één geheel.

Aangevallen uitspraak

5. De rechtbank heeft het beroep tegen het besluit van 7 februari 2013 niet-ontvankelijk verklaard omdat Bits of Freedom bij dat beroep geen belang meer had, nu dat besluit inmiddels was vervangen door het besluit van 17 augustus 2015.

Ingevolge artikel 6:19 van de Awb was van rechtswege een beroep van Bits of Freedom tegen het besluit van 17 augustus 2015 ontstaan. Aan de gegrondverklaring van dat beroep heeft de rechtbank ten grondslag gelegd dat de korpschef ten aanzien van één van de dertien ontbrekende documenten, een factuur, onvoldoende inspanningen heeft verricht om dit te achterhalen. Aan de gegrondverklaring heeft de rechtbank ook ten grondslag gelegd dat de korpschef openbaarmaking van informatie in bepaalde documenten ten onrechte heeft geweigerd. Daarbij gaat het om documenten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 24, 25, 26, 29, 32, 39, 42, 43, 46, 49, 49A, 50, 52, 52F, 52H, 52I, 52J, 52K, 52L, 52M, 52N, 53, 53A, 53B, 53C, 53D, 53E, 53F, 54, 55 en 60.

Voorwerp hoger beroep

6. Het hoger beroep is uitsluitend gericht tegen het oordeel en de beslissing van de rechtbank met betrekking tot documenten 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 16, 24, 26, 29, 32, 39, 49A, 50, 52, 52H, 52I, 52K, 52L, 53, 53A, 53D en 60.

Zoals de rechtbank heeft overwogen, is Bits of Freedom in beroep niet opgekomen tegen het niet openbaar maken van gegevens op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob in verband met de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Evenals de rechtbank zal de Afdeling bij de hiernavolgende bespreking van de documenten die gegevens buiten beschouwing laten, tenzij de hogerberoepsgronden het nodig maken om daarop in te gaan.

Document 4: "Handleiding technisch hulpmiddel / configuratie"

7. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van de eerste bladzijde van document 4 niet heeft mogen weigeren. Wat betreft het onder "THv046+105" vermelde woord betoogt de korpschef terecht dat dit oordeel tegenstrijdig is met het oordeel van de rechtbank over documenten 12, 16 en 43. Het woord is namelijk de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen die ook voorkomt in documenten 12, 16 en 43. De rechtbank heeft geoordeeld dat openbaarmaking van die naam in deze documenten mocht worden geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob. De aard van de documenten, respectievelijk een handleiding, twee brieven of e-mails over een offerte, en een keuringsrapportage, kan niet verklaren waarom het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten zich volgens de rechtbank niet verzet tegen openbaarmaking van de naam in document 4, maar wel tegen openbaarmaking van dezelfde naam in de andere documenten. Zoals de rechtbank met betrekking tot andere informatie heeft overwogen, geldt ook ten aanzien van document 4 dat de naam inzicht geeft in de technische hulpmiddelen die de politie inzet, in de werking daarvan en in de mogelijkheden en onmogelijkheden daarbij. De korpschef mocht zich daarom op het standpunt stellen dat openbaarmaking van de informatie het toekomstige optreden van de politie ernstig zou kunnen bemoeilijken en de opsporing en vervolging van strafbare feiten zou kunnen frustreren. Gezien de aard en inhoud van de informatie, heeft de korpschef in redelijkheid het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten zwaarder kunnen laten wegen dan het belang bij openbaarmaking. Derhalve heeft de rechtbank ten onrechte niet geoordeeld dat openbaarmaking van de naam van de leverancier in document 4 mocht worden geweigerd.

De korpschef betoogt evenzeer terecht dat openbaarmaking van de twee reeksen van woorden onder de naam van de leverancier op de eerste bladzijde van document 4 in tegenspraak zou zijn met het oordeel van de rechtbank dat openbaarmaking van document 27 en van andere delen van document 4 terecht is geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob. De reeksen van woorden duiden technische hulpmiddelen of toepassingen daarvan aan, welke in document 27 en de desbetreffende andere delen van document 4 worden beschreven. Derhalve zijn de reeksen van woorden informatie waarvoor hetzelfde geldt als hetgeen hiervoor over de naam van de leverancier is overwogen, zodat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld dat openbaarmaking daarvan mocht worden geweigerd.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van de tweede bladzijde van document 4 niet heeft mogen weigeren. De korpschef bestrijdt deze overweging voor zover het betreft hetgeen in de tabel op die bladzijde onder "Opmerkingen" is vermeld. Gelet op de datum die de aldaar vermelde informatie onder meer bevat, betoogt de korpschef terecht dat deze informatie inzicht geeft in de actualiteit van het kennisniveau van de politie met betrekking tot technische hulpmiddelen. Derhalve geldt ook voor deze informatie dat openbaarmaking daarvan het toekomstige optreden van de politie ernstig zou kunnen bemoeilijken en de opsporing en vervolging van strafbare feiten zou kunnen frustreren. De korpschef heeft in redelijkheid het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten zwaarder kunnen laten wegen dan het belang bij openbaarmaking. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte niet geoordeeld dat openbaarmaking van de informatie mocht worden geweigerd.

Het betoog van de korpschef betreffende document 4 slaagt.

Document 6: "Projectplan informatie over doel / implementatie / fasering / kosten technisch hulpmiddel / configuratie"

8. De rechtbank heeft ten aanzien van document 6 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van bepaalde informatie op de derde bladzijde mocht worden geweigerd. De korpschef bestrijdt deze overweging voor zover het betreft de door hem weggelakte informatie in tabellen 3.1 en 3.3 op de vierde, respectievelijk vijfde bladzijde.

De weggelakte informatie betreft onder meer bedragen. De korpschef betoogt terecht dat het oordeel van de rechtbank omtrent deze bedragen tegenstrijdig is met haar oordeel dat openbaarmaking van bedragen in documenten 7, 14 en 25 mocht worden geweigerd op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid, aanhef en onder b, c, d of g, of artikel 11 van de Wob. De bedragen in document 6 betreffen ontwikkel- en aanschafkosten. De bedragen in document 7 betreffen projectkosten. Documenten 14 en 25 zijn bestelaanvragen. De aard van de documenten kan de verschillende oordelen van de rechtbank ten aanzien van de bedragen niet verklaren. Op de bedragen in document 6 zijn in ieder geval onderdelen b en g van artikel 10, tweede lid, van de Wob van toepassing. Na openbaarmaking van de bedragen zouden leveranciers van technische hulpmiddelen daarop kunnen inspelen, hetgeen bij een toekomstige aanschaf de onderhandelingspositie van de Staat kan schaden. Daarnaast geven de bedragen inzicht in het prijsgedrag van een leverancier, hetgeen concurrentiegevoelige informatie is. Dit klemt te meer, nu, zoals de korpschef heeft toegelicht, het hier om een specifieke markt gaat. De korpschef heeft in redelijkheid de in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob bedoelde belangen zwaarder kunnen laten wegen dan het belang bij openbaarmaking. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Ten aanzien van de overige weggelakte informatie in tabellen 3.1 en 3.3 betoogt de korpschef terecht dat deze informatie inzicht geeft in de actualiteit van het kennisniveau van de politie met betrekking tot technische hulpmiddelen, aangezien het gaat om data en termen waaruit de mate van definitiviteit van het gebruik van een technisch hulpmiddel door de politie kan worden afgeleid. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 over zodanig inzicht is overwogen, mocht openbaarmaking van deze informatie op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd. De rechtbank heeft ten onrechte anders geoordeeld.

Het betoog van de korpschef betreffende document 6 slaagt.

Document 7: "Projectplan informatie over digitale / technische gegevens technisch hulpmiddel / configuratie"

9. De korpschef bestrijdt het oordeel van de rechtbank dat hij openbaarmaking van bepaalde delen van document 7 niet mocht weigeren. De korpschef beperkt zich daarbij tot de opleverdata op de derde bladzijde en het door hem weggelakte deel van de inhoudsopgave op de vijfde bladzijde. Wat de inhoudsopgave betreft, heeft de korpschef ter zitting gespecificeerd dat hij uitsluitend bezwaar heeft tegen openbaarmaking van onderdelen 1.3.1 tot en met 1.3.6.6 en 2 tot en met 2.3.

De opleverdata geven inzicht in de actualiteit van het kennisniveau van de politie met betrekking tot technische hulpmiddelen. De genoemde onderdelen van de inhoudsopgave geven ook inzicht daarin, alsmede in de toepassing van technische hulpmiddelen door de politie. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij openbaarmaking van de opleverdata en de genoemde onderdelen van de inhoudsopgave op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob mocht weigeren. De rechtbank heeft ten onrechte anders geoordeeld.

Het betoog van de korpschef betreffende document 7 slaagt.

Document 8: "PowerPoint presentatie projectplan informatie over technisch hulpmiddel / configuratie"

10. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van de eerste, tiende, vijftiende en zeventiende bladzijde van document 8 ten onrechte heeft geweigerd. De korpschef betoogt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij heeft verzuimd om ten aanzien van alle informatie op deze bladzijden een weigeringsgrond toe te passen. In de aan de rechtbank overgelegde inventarislijst van 1 januari 2016 heeft de korpschef immers toegelicht dat hij openbaarmaking van het gehele document heeft geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, d, e en g, en artikel 11 van de Wob.

De eerste regel tekst op de eerste bladzijde geeft inzicht in de toepassing van technische hulpmiddelen door de politie. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, mocht de korpschef, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, openbaarmaking van deze tekst op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob weigeren. De tweede regel tekst op de eerste bladzijde heeft een algemeen karakter. Niet valt in te zien welk belang zich verzet tegen openbaarmaking daarvan, zoals ook de rechtbank heeft onderkend.

De tiende, vijftiende en zeventiende bladzijde bevatten uitsluitend afbeeldingen. De korpschef betoogt terecht dat de aangevallen uitspraak innerlijk tegenstrijdig is, nu openbaarmaking van dezelfde afbeeldingen op andere bladzijden van document 8 volgens de rechtbank mocht worden geweigerd. Twee van de drie afbeeldingen geven personen weer. Hierop is dus artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob van toepassing. Gelet op hetgeen hiervoor onder 6 is overwogen, heeft de rechtbank niet onderkend dat de weigering om deze twee afbeeldingen openbaar te maken, niet in geding is. De derde afbeelding geeft inzicht in de toepassing van technische hulpmiddelen door de politie. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, mocht de korpschef, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, openbaarmaking van deze afbeelding op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob weigeren.

Het betoog van de korpschef betreffende document 8 faalt ten aanzien van de tweede regel tekst op de eerste bladzijde en slaagt voor het overige.

Document 10: "Brief / e-mail offerte technisch hulpmiddel / configuratie"

11. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van document 10 ten onrechte heeft geweigerd, behalve voor zover het de informatie achter de twee gedachtestreepjes betreft. De korpschef betoogt dat hij, gelet op onder meer artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob, mocht besluiten om de overige informatie van het document in de vorm van een Nederlandse vertaling openbaar te maken in plaats van in de oorspronkelijke taal, hoewel Bits of Freedom heeft verzocht om openbaarmaking van documenten zoals deze bij de korpschef aanwezig zijn.

Het document betreft een buitenlandse leverancier van technische hulpmiddelen. Omdat, zoals hiervoor onder 8 is overwogen, het hier om een specifieke markt gaat, is aannemelijk dat de identiteit van de leverancier kan worden afgeleid uit de taal waarin het document is opgesteld. Hiervoor onder 7 is geoordeeld dat openbaarmaking van de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob mocht worden geweigerd. Gelet daarop en op artikel 7 van de Wob, mocht de korpschef besluiten tot openbaarmaking in de vorm van een Nederlandse vertaling in plaats van in de oorspronkelijke taal. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Het betoog van de korpschef betreffende document 10 slaagt.

Document 11: "PowerPoint presentatie projectplan informatie over technisch hulpmiddel / configuratie"

12. De korpschef betoogt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij heeft verzuimd om een weigeringsgrond toe te passen ten aanzien van de negentiende en twintigste bladzijde van document 11. In de aan de rechtbank overgelegde inventarislijst van 1 januari 2016 heeft de korpschef immers toegelicht dat hij openbaarmaking van het gehele document heeft geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, d, e en g, en artikel 11 van de Wob. De negentiende en twintigste bladzijde bevatten echter slechts algemene termen. Niet valt in te zien welk belang zich verzet tegen openbaarmaking daarvan, zoals ook de rechtbank heeft onderkend.

De korpschef betoogt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen grond is voor weigering van openbaarmaking van de afbeelding die onder meer op de derde bladzijde van document 11 staat. Deze afbeelding geeft personen weer. Hierop is dus artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob van toepassing. Gelet op hetgeen hiervoor onder 6 is overwogen, heeft de rechtbank daarom niet onderkend dat de weigering om deze afbeelding openbaar te maken, niet in geding is.

Het betoog van de korpschef betreffende document 11 faalt ten aanzien van de negentiende en twintigste bladzijde en slaagt voor het overige.

Document 12: "Brief / e-mail offerte technisch hulpmiddel / configuratie"

13. De rechtbank heeft ten aanzien van document 12 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van bepaalde delen mocht worden geweigerd. De korpschef betoogt dat de rechtbank onder die delen ten onrechte niet de gehele disclaimer onderaan in het document heeft geschaard. Ook betoogt hij dat hij, gelet op onder meer artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob, mocht besluiten om de overige informatie van het document in de vorm van een Nederlandse vertaling openbaar te maken in plaats van in de oorspronkelijke taal.

De disclaimer bevat tweemaal de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen. De rechtbank heeft geoordeeld dat openbaarmaking van die naam mocht worden geweigerd. Ter zitting heeft de korpschef te kennen gegeven dat hij geen bezwaar heeft tegen openbaarmaking van de overige inhoud van de disclaimer in de vorm van een Nederlandse vertaling.

Omdat document 12 een buitenlandse leverancier van technische hulpmiddelen betreft, mocht de korpschef, gezien hetgeen hiervoor onder 11 is overwogen, de volgens de rechtbank openbaar te maken informatie in het document openbaar maken in de vorm van een Nederlandse vertaling in plaats van in de oorspronkelijke taal. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Het betoog van de korpschef betreffende document 12 slaagt.

Document 16: "Brief / e-mail offerte technisch hulpmiddel / configuratie"

14. De rechtbank heeft ten aanzien van document 16 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van bepaalde delen mocht worden geweigerd, waaronder de vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen. De korpschef betoogt terecht dat de rechtbank daaronder, anders dan bij document 12, ten onrechte niet het in het document afgebeelde bedrijfslogo heeft geschaard. Uit het logo kan de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen worden afgeleid. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 over openbaarmaking van een dergelijke naam is overwogen, mocht openbaarmaking van het logo op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd.

De korpschef betoogt evenzeer terecht dat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld dat hij openbaarmaking van de tweeregelige alinea onder de zesregelige alinea in document 16 mocht weigeren. De tweeregelige alinea bevat soortgelijke informatie als hetgeen is vermeld achter de twee gedachtestreepjes in document 10, waarvan openbaarmaking naar het oordeel van de rechtbank mocht worden geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob. Het betreft informatie over de duur van het gebruik van technische hulpmiddelen door de politie. Ook hierop is hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen van toepassing, zodat op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob de korpschef openbaarmaking daarvan mocht weigeren.

Wat de overige volgens de rechtbank openbaar te maken informatie in document 16 betreft, waaronder de disclaimer, neemt de korpschef hetzelfde standpunt in als ten aanzien van document 12. Hierop is hetgeen hiervoor onder 13 is overwogen van toepassing, zodat de korpschef deze informatie openbaar mocht maken in de vorm van een Nederlandse vertaling in plaats van in de oorspronkelijke taal. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Het betoog van de korpschef betreffende document 16 slaagt.

Document 24 "Brief / e-mail offerte technisch hulpmiddel / configuratie"

15. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van een deel van document 24 ten onrechte heeft geweigerd. De korpschef betoogt terecht dat, gelet op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob, de rechtbank onder dat deel ten onrechte een daarin vermeld telefoonnummer heeft begrepen. Het telefoonnummer behoort aan een leverancier van technische hulpmiddelen. Aan de hand van het nummer kan de naam van de leverancier worden achterhaald. Derhalve geldt voor het nummer hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen over openbaarmaking van de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen.

Het betoog van de korpschef betreffende document 24 slaagt.

Document 26: "Bestelaanvraag / machtiging / technisch hulpmiddel / configuratie"

16. De rechtbank heeft ten aanzien van document 26 geoordeeld dat openbaarmaking van de informatie op de vierde regel onder het kopje "Omschrijving" en van de informatie onder het kopje "Motivering" op de eerste bladzijde niet mocht worden geweigerd. De korpschef bestrijdt dit oordeel terecht onder verwijzing naar artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob. De informatie op de vierde regel onder het eerstgenoemde kopje betreft het kenmerk en de datum van de door een leverancier van technische hulpmiddelen uitgebrachte offerte. Bij openbaarmaking daarvan doet zich het risico van identificatie van de leverancier voor. Derhalve geldt voor de informatie hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen over openbaarmaking van de naam van een leverancier van technische hulpmiddelen. De informatie onder het andere kopje duidt een toepassing van een technisch hulpmiddel aan. Voor deze informatie geldt hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen over openbaarmaking van aanduidingen van technische hulpmiddelen of toepassingen daarvan.

Het betoog van de korpschef betreffende document 26 slaagt.

Document 29: "Brief / e-mail geheimhoudingsverklaring"

17. De rechtbank heeft ten aanzien van document 29 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van de daarin vermelde naam en adresgegevens van een leverancier van technische hulpmiddelen mocht worden geweigerd. De korpschef betoogt terecht dat, gelet op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob, ook openbaarmaking van de overige door hem weggelakte informatie in het document mocht worden geweigerd. Het gaat om bedragen en de inhoud van bepalingen van een geheimhoudingsovereenkomst tussen de politie en een leverancier van technische hulpmiddelen. Na openbaarmaking daarvan zouden leveranciers van technische hulpmiddelen daarop kunnen inspelen, hetgeen bij een toekomstige aanschaf de onderhandelingspositie van de Staat kan schaden. Het gaat bovendien om concurrentiegevoelige informatie. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat, zoals hiervoor onder 8 is overwogen, het hier om een specifieke markt gaat. Voorts dient in aanmerking te worden genomen dat de politie met de betrokken leverancier vertrouwelijkheid overeen is gekomen. De korpschef heeft in redelijkheid de in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob bedoelde belangen zwaarder kunnen laten wegen dan het belang bij openbaarmaking.

Het betoog van de korpschef betreffende document 29 slaagt.

Document 32: "Brief / e-mail verzoek aanpassing geheimhoudingsverklaring"

18. De rechtbank heeft ten aanzien van document 32 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van de daarin vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen mocht worden geweigerd. De korpschef betoogt terecht dat, gelet op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob, ook openbaarmaking van de overige door hem weggelakte informatie in het document mocht worden geweigerd. Het document betreft de aanpassing van een bepaling van een geheimhoudingsovereenkomst tussen de politie en een leverancier van technische hulpmiddelen. Derhalve geldt voor de weggelakte informatie hetgeen hiervoor onder 17 is overwogen over openbaarmaking van de inhoud van bepalingen van een geheimhoudingsovereenkomst.

Het betoog van de korpschef betreffende document 32 slaagt.

Document 39: "Brief / e-mail informatie over digitale / technische / bedrijfsgegevens technisch hulpmiddel / configuratie"

19. Document 39 betreft een buitenlandse leverancier van technische hulpmiddelen. De rechtbank heeft ten aanzien van dit document geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van bepaalde delen mocht worden geweigerd. De korpschef voert hiertegen hetzelfde betoog als met betrekking tot document 12. Gelet op hetgeen hiervoor onder 13 is overwogen, is dat betoog terecht voorgedragen.

Het betoog van de korpschef betreffende document 39 slaagt.

Document 49A: "Geheimhoudingsverklaring / overeenkomst technisch hulpmiddel / configuratie"

20. De rechtbank heeft ten aanzien van document 49 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van de daarin vermelde naam en adres- en contactgegevens van een leverancier van technische hulpmiddelen mocht worden geweigerd. De volgens de rechtbank ten onrechte niet openbaar gemaakte informatie betreft de inhoud van bepalingen van een geheimhoudingsovereenkomst tussen de politie en een leverancier van technische hulpmiddelen. Gelet op hetgeen hiervoor onder 17 over zulke informatie is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij openbaarmaking daarvan op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob mocht weigeren. In de informatie wordt bovendien een technisch hulpmiddel aangeduid. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 over openbaarmaking van aanduidingen van technische hulpmiddelen is overwogen, betoogt de korpschef evenzeer terecht dat hij openbaarmaking van de aanduiding van een technisch hulpmiddel op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob mocht weigeren.

Het betoog van de korpschef betreffende document 49A slaagt.

Document 50: "(1.) Aanbiedingsbrief (2.) Offerte beschrijving product / bedrijfsgegevens / kosten / voorwaarden technisch hulpmiddel / configuratie"

21. De rechtbank heeft geoordeeld dat de titel en de inhoud van de tabel op de achttiende bladzijde van document 50 ten onrechte niet openbaar zijn gemaakt. De korpschef betoogt terecht dat hij op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob openbaarmaking van de tweemaal in de tabel vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen wel mocht weigeren. De Afdeling verwijst daartoe naar hetgeen zij hiervoor onder 7 over openbaarmaking van een dergelijke naam heeft overwogen.

Het betoog van de korpschef betreffende document 50 slaagt.

Document 52: "(1.) Aanbiedingsbrief (2.) Offerte beschrijving product / bedrijfsgegevens / kosten / voorwaarden technisch hulpmiddel / configuratie"

22. Document 52 is bijna identiek aan document 50. Ook ten aanzien van document 52 heeft de rechtbank geoordeeld dat de titel en de inhoud van de tabel op de achttiende bladzijde ten onrechte niet openbaar zijn gemaakt. Gezien hetgeen hiervoor onder 21 is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij openbaarmaking van de tweemaal in de tabel vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen wel mocht weigeren.

Het betoog van de korpschef betreffende document 52 slaagt.

Document 52H "(1.) Aanbiedingsbrief (2.) Offerte beschrijving product / bedrijfsgegevens / kosten / voorwaarden technisch hulpmiddel / configuratie"

23. Ook document 52H is bijna identiek aan document 50. Ten aanzien van document 52H heeft de rechtbank geoordeeld dat de korpschef ten onrechte niet heeft besloten tot openbaarmaking van de titel en de inhoud van de tabel op de zestiende bladzijde, welke tabel identiek is aan de tabel op de achttiende bladzijde van document 50. Gezien hetgeen hiervoor onder 21 is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij openbaarmaking van de tweemaal in de tabel vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen wel mocht weigeren.

Het betoog van de korpschef betreffende document 52H slaagt.

Document 52I: "Geheimhoudingsverklaring technisch hulpmiddel / configuratie"

24. De rechtbank heeft ten aanzien van document 52I geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van de daarin vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen en diens vertegenwoordiger, kenmerknummers en bedragen mocht worden geweigerd. De volgens de rechtbank ten onrechte niet openbaar gemaakte informatie betreft de inhoud van bepalingen van een geheimhoudingsovereenkomst tussen de politie en een leverancier van technische hulpmiddelen. Gelet op hetgeen hiervoor onder 17 over zulke informatie is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij openbaarmaking daarvan op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob mocht weigeren.

Het betoog van de korpschef betreffende document 52I slaagt.

Document 52K: "E-mail met bijlage beschrijving / kosten / voorwaarden technisch hulpmiddel / configuratie"

25. Document 52K bestaat uit een e-mail en een bijlage. De rechtbank heeft overwogen dat de korpschef heeft nagelaten de e-mail over te leggen en dat zij daarom niet heeft kunnen beoordelen of openbaarmaking van delen daarvan terecht is geweigerd. Volgens de rechtbank moet het ervoor worden gehouden dat die weigering geen stand kan houden.

De korpschef stelt dat hij de e-mail als onderdeel van een dossier persoonlijk aan de rechtbank heeft overhandigd. Wat daar ook van zij, uit de omschrijving van document 52K in de aan de rechtbank overgelegde inventarislijst van 1 januari 2016 blijkt dat het een e-mail omvat. Gelet hierop, zou het niet overleggen daarvan op een kennelijke vergissing hebben berust en zou het op de weg van de rechtbank hebben gelegen om de e-mail bij de korpschef op te vragen. De Afdeling zal daarom alsnog beoordelen of openbaarmaking van delen van de e-mail terecht is geweigerd.

De delen van de e-mail waarvan openbaarmaking is geweigerd, betreffen de naam van de leverancier van technische hulpmiddelen en woorden waaruit de mate van definitiviteit van het gebruik van een technisch hulpmiddel door de politie kan worden afgeleid. Derhalve kan deze informatie inzicht geven in de toepassing van een technisch hulpmiddel door de politie en de actualiteit van het kennisniveau van de politie daaromtrent. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, mocht openbaarmaking van deze informatie op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd. De korpschef heeft echter ten onrechte besloten tot weigering van openbaarmaking van de vijf woorden na de persoonsnaam in de regel die begint met de woorden "In de bijlage". De weggelakte vijf woorden duiden de titel van de bijlage aan. Niet valt in te zien welk belang zich verzet tegen openbaarmaking daarvan, aangezien de korpschef, zoals hij ter zitting heeft bevestigd, niet bestrijdt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de titel van de bijlage openbaar gemaakt had moeten worden.

Het betoog van de korpschef betreffende document 52K faalt ten aanzien van de vijf woorden na de persoonsnaam in de regel die begint met de woorden "In de bijlage" en slaagt voor het overige.

Document 52L: "E-mail met bijlage bevestiging offerte / beschrijving / kosten / voorwaarden technisch hulpmiddel / configuratie"

26. Document 52L bestaat uit een e-mail en een bijlage. Wat de e-mail betreft, heeft de rechtbank geoordeeld dat de korpschef uitsluitend openbaarmaking van het daarin vermelde nummer en de daarin vermelde percentages mocht weigeren. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, betoogt de korpschef terecht dat hij op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob ook openbaarmaking van de in de e-mail vermelde naam van een leverancier van technische hulpmiddelen mocht weigeren.

Wat de tweede bladzijde van de bijlage betreft, heeft de rechtbank geoordeeld dat de korpschef, gelet op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob, uitsluitend openbaarmaking van de vermelde nummers en bedragen mocht weigeren. Eén van de nummers in de bijlage is een offertenummer dat uit een reeks van cijfers en letters bestaat. De korpschef betoogt terecht dat de rechtbank met "nummers" ook deze letters moet hebben bedoeld. Deze letters moeten immers als onderdeel van het offertenummer worden beschouwd. Voorts valt niet in te zien waarom de rechtbank ten aanzien van de letters anders zou hebben willen oordelen dan ten aanzien van de cijfers.

Het betoog van de korpschef betreffende document 52L slaagt.

Document 53: "Document technisch hulpmiddel / configuratie"

27. De rechtbank heeft ten aanzien van document 53 geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van bepaalde delen mocht worden geweigerd. Onder die delen vallen niet de cijfers die worden vermeld in de kolom "QTY" van de in het document weergegeven tabel. De korpschef betoogt terecht dat hij deze cijfers geheim mocht houden. "QTY" is kennelijk een afkorting van "quantity". Gelet hierop en op de context, duiden de cijfers hoeveelheden technische hulpmiddelen aan. In het licht van hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, mocht openbaarmaking van de cijfers op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd.

Het betoog van de korpschef betreffende document 53 slaagt.

Document 53A: "Brief / document technisch hulpmiddel / configuratie"

28. De rechtbank heeft ten aanzien van document 53A geoordeeld dat uitsluitend openbaarmaking van de naam en het logo van een leverancier van technische hulpmiddelen mocht worden geweigerd. De korpschef betoogt terecht dat hij ook de in vak nummer 4 vermelde landafkorting en de in vak nummer 21 vermelde plaatsnaam geheim mocht houden. Deze landafkorting en plaatsnaam duiden de vestigingsplaats van een leverancier van technische hulpmiddelen aan. In het licht van hetgeen hiervoor onder 7 en 11 is overwogen, mocht openbaarmaking van deze gegevens op grond artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd.

Het betoog van de korpschef betreffende document 53A slaagt.

Document 53D: "E-mail met bijlage bevestiging technisch hulpmiddel / configuratie"

29. Document 53D bestaat uit een e-mail en een bijlage. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef uitsluitend bepaalde delen van de e-mail mocht weigeren openbaar te maken. De korpschef betoogt terecht dat dit oordeel niet in overeenstemming is met het oordeel van de rechtbank dat openbaarmaking van document 53B, dat identiek is aan de bijlage, deels mocht worden geweigerd. De korpschef bestrijdt niet het oordeel van de rechtbank omtrent document 53B, zodat de openbaarmaking van de delen van de bijlage die overeenkomen met de delen van document 53B die volgens de rechtbank ten onrechte geheim zijn gehouden, niet in geding is. Voor het overige vermeldt de bijlage technische hulpmiddelen, hoeveelheden daarvan en de naam en adres- en contactgegevens van de leverancier. Gelet op hetgeen hiervoor onder 7 is overwogen, mocht openbaarmaking van deze gegevens op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob worden geweigerd.

Het betoog van de korpschef betreffende document 53D slaagt.

Document 60: "PowerPoint presentatie projectplan informatie over technisch hulpmiddel / configuratie"

30. De rechtbank heeft overwogen dat de korpschef heeft verzuimd om ten aanzien van de tweede bladzijde van document 60 een weigeringsgrond toe te passen. De korpschef brengt hier terecht tegen in dat hij de weigering om dit deel en andere delen van het document openbaar te maken, heeft gemotiveerd door op de inventarislijst van 1 januari 2016 te verwijzen naar artikel 10, eerste lid, aanhef en onder b en c, en tweede lid, aanhef en onder c, d, e en g, en artikel 11 van de Wob. Op 23 november 2016 heeft de korpschef een nieuwe inventarislijst opgesteld. Volgens deze lijst baseert de korpschef zich uitsluitend nog op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c en e, van de Wob. Onderdeel e is echter niet van toepassing op de tweede bladzijde, nu daarop geen persoonsgegevens zijn weergegeven. Onderdeel c is evenmin van toepassing, nu niet valt in te zien dat uit de inhoud van de tweede bladzijde - een tegelspreuk - informatie over opsporing en vervolging van strafbare feiten kan worden afgeleid. Derhalve heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de korpschef openbaarmaking van deze bladzijde ten onrechte heeft geweigerd.

Het betoog van de korpschef betreffende document 60 faalt.

Slotsom omtrent het hoger beroep

31. Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank dient te worden vernietigd voor zover daarbij het besluit van 17 augustus 2015 is vernietigd met betrekking tot de informatie waarvan de korpschef openbaarmaking mocht weigeren, zoals hiervoor onder 7 tot en met 29 is geoordeeld. De uitspraak dient ook te worden vernietigd voor zover de rechtbank daarbij de korpschef heeft opgedragen om deze informatie openbaar te maken en heeft bepaald dat de uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit van 17 augustus 2015. De uitspraak dient voor het overige te worden bevestigd voor zover bestreden met verbetering van de gronden waarop deze rust, gezien hetgeen hiervoor onder 10, 12, 25 en 30 is overwogen.

Besluit van 5 september 2016

32. Bij het besluit van 5 september 2016 heeft de korpschef opnieuw besloten omtrent openbaarmaking van informatie waarover de rechtbank heeft geoordeeld. Het besluit strekt tot het niet openbaar maken van de informatie waarop het hoger beroep ziet. Daarnaast strekt het tot het wel of niet openbaar maken van de andere informatie in overeenstemming met het oordeel van de rechtbank.

Ingevolge artikel 6:19 van de Awb, gelezen in verbinding met artikel 6:24, is tegen het besluit van 5 september 2016 van rechtswege beroep bij de Afdeling ontstaan. Het besluit is in strijd met het te bevestigen deel van de uitspraak van de rechtbank, voor zover het betrekking heeft op de informatie waarvan, zoals hiervoor onder 10, 12, 25 en 30 is geoordeeld, openbaarmaking niet mocht worden geweigerd. Wat de overige informatie betreft, ontbeert het besluit rechtsgevolg, omdat het in zoverre een herhaling is van de niet vernietigde en door deze uitspraak van de Afdeling herleefde delen van het besluit van 17 augustus 2015 en van de beslissing van de rechtbank om zelf in de zaak te voorzien.

Gezien het voorgaande, is het beroep tegen het besluit van 5 september 2016 gegrond en dient dit besluit te worden vernietigd.

Besluit van 23 november 2016

33. Bij het besluit van 23 november 2016 heeft de korpschef ter uitvoering van de aangevallen uitspraak een nieuw besluit op bezwaar betreffende de ontbrekende factuur genomen. Daarbij heeft de korpschef gesteld dat de factuur alsnog is aangetroffen en heeft hij deze aangeduid als document 21A. Daarnaast heeft de korpschef medegedeeld dat nog meer onder het Wob-verzoek vallende documenten zijn aangetroffen, die hij heeft aangeduid als documenten 4A, 17A, 28A, 30A, 48A, 48AA en 52AA. De korpschef heeft de alsnog aangetroffen documenten deels openbaar gemaakt en openbaarmaking voor het overige geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, c, d, e en g, en artikel 11 van de Wob.

Ingevolge artikel 6:19 van de Awb, gelezen in verbinding met artikel 6:24, is tegen het besluit van 23 november 2016 van rechtswege beroep bij de Afdeling ontstaan. Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Bits of Freedom echter geen gronden aangevoerd tegen dit besluit. Derhalve is het beroep hiertegen ongegrond.

Proceskosten

34. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 juli 2016 in zaak nr. 13/1423, voor zover de rechtbank daarbij het besluit van de korpschef van politie van 17 augustus 2015, kenmerk 2015/12757 / D 006/2012, heeft vernietigd met betrekking tot de informatie waarvan de korpschef openbaarmaking mocht weigeren, zoals de Afdeling in rechtsoverwegingen 7 tot en met 29 heeft geoordeeld, alsmede voor zover de rechtbank daarbij de korpschef heeft opgedragen om deze informatie openbaar te maken en heeft bepaald dat de uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit van 17 augustus 2015;

III. bevestigt de onder II vermelde uitspraak voor het overige voor zover bestreden;

IV. verklaart het beroep tegen het besluit van de korpschef van politie van 5 september 2016, kenmerk 2016/ 05840 / D06/2012, gegrond;

V. vernietigt het onder IV vermelde besluit;

VI. verklaart het beroep tegen het besluit van de korpschef van politie van 23 november 2016, kenmerk 2016/07258 / D06/2012, ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. de Vries, griffier.

w.g. Bijloos w.g. De Vries
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 7 maart 2018

582.


BIJLAGE: WETTELIJK KADER

Wet openbaarheid van bestuur

Artikel 3

1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.

[…]

5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.

Artikel 7

1. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie met betrekking tot de documenten die de verlangde informatie bevatten door:

a. kopie ervan te verstrekken of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken,

b. kennisneming van de inhoud toe te staan,

c. een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of

d. inlichtingen daaruit te verschaffen.

2. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door de verzoeker verzochte vorm, tenzij:

a. het verstrekken van de informatie in die vorm redelijkerwijs niet gevergd kan worden;

[…]

Artikel 10

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

[…]

b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

[…]

2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

[…]

b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen;

c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

[…]

g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

[…]

Artikel 11

1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.

[…]