Burgemeester Nieuwegein mocht vergunning coffeeshop niet intrekken

Gepubliceerd op 3 september 2014

De burgemeester van Nieuwegein had in juli 2012 de exploitatievergunning voor coffeeshop Poolcentrum Zuidpool niet mogen intrekken. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (3 september 2014). De eigenaar van de coffeeshop was het niet eens met de beslissing van de burgemeester en heeft deze daarom aangevochten. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep meer mogelijk.

Intrekking

De burgemeester trok de vergunning in, omdat volgens hem een 'ernstig gevaar bestond dat de exploitatievergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen'. Daarbij was voor de burgemeester van belang dat de coffeeshop structureel een handelsvoorraad softdrugs aanhield die het maximum van 500 gram, zoals voorgeschreven in de gedoogverklaring, fors overschreed. Met de verkoop hiervan moet het 'verkregen voordeel' voor de coffeeshop groot zijn geweest, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat met drugshandel grote winsten kunnen worden behaald, aldus de burgemeester.

Handelsvoorraad

Naar het oordeel van de Raad van State is de burgemeester er ten onrechte vanuit gegaan dat de gedoogverklaring is overtreden. Daarbij heeft de Raad van State in aanmerking genomen dat nooit meer dan 500 gram softdrugs in de coffeeshop is aangetroffen. En uit het feit dat in de gedoogverklaring is voorgeschreven dat de handelsvoorraad in de coffeeshop niet groter mocht zijn dan 500 gram softdrugs per dag, hoefde de exploitant niet af te leiden dat dit ook betekende dat per dag niet meer dan 500 gram softdrugs mocht worden verkocht, aldus de hoogste bestuursrechter.

Strafbare feiten

Er bestond naar het oordeel van de Raad van State evenmin 'ernstig gevaar dat de exploitatievergunning gebruikt zou worden voor het plegen van strafbare feiten anders dan onlosmakelijk is verbonden met de exploitatie van de gedoogde coffeeshop'. Daarbij is in dit geval van belang dat de gedoogverklaring niet is overtreden, geen verdachte geldstromen zijn getraceerd en evenmin is gebleken dat er andere relevante strafbare feiten zijn gepleegd. Dat de coffeeshop druk werd bezocht en daarmee een hoge omzet genereerde, had voor de burgemeester duidelijk moeten zijn omdat Poolcentrum Zuidpool de enige resterende gedoogde coffeeshop in Nieuwegein was.

Herroepen

Nu de gedoogverklaring niet is overtreden en er in dit geval evenmin ernstige vrees bestaat voor het plegen van strafbare feiten, mocht de burgemeester de exploitatievergunning niet op deze grond intrekken. Daarom heeft de Raad van State het intrekkingsbesluit 'herroepen'. Dit betekent dat de coffeeshop nu weer over een exploitatievergunning beschikt.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201308360/1.