Wijziging Vuurwerkbesluit in verband met verplichtstelling veiligheidsbrillen, lonten en instructies.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 15 juli 2019, no.2019001385, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het besluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met de verplichtstelling van veiligheidsbrillen, aansteeklonten en instructies bij de verkoop van consumentenvuurwerk en de mogelijkheid van een gemeentelijk afsteekverbod, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit regelt een verbod op het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk aan particulieren zonder veiligheidsbril, aansteeklont en veiligheidsinstructie en bepaalt dat gemeenten hun bevoegdheid behouden om bij verordening het afsteken van vuurwerk binnen hun grondgebied te verbieden.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt naar aanleiding van het ontwerpbesluit opmerkingen over de bepaling over de mogelijkheid van een gemeentelijk afsteekverbod. Het ontwerpbesluit dient in verband daarmee nader te worden overwogen.

Het ontwerpbesluit voegt aan het Vuurwerkbesluit een bepaling toe die inhoudt dat gemeenteraden hun bevoegdheid behouden om bij verordening het tot ontbranding brengen van vuurwerk binnen het grondgebied van de gemeente te verbieden. In de nota van toelichting wordt onderkend dat gemeenten de autonome bevoegdheid hebben om bij verordening een afsteekverbod voor een deel van hun grondgebied te regelen. Blijkens het artikelsgewijze deel van de nota van toelichting is met de voorgestelde bepaling bedoeld buiten twijfel te stellen dat deze bevoegdheid ook kan worden aangewend om het hele grondgebied vuurwerkvrij te maken.

De Gemeentewet biedt geen grondslag om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de autonome verordenende bevoegdheid op grond van artikel 149 van de Gemeentewet. Ook hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer, waarop het ontwerpbesluit is gebaseerd, biedt daarvoor geen grondslag. Het opnemen van een regel over die bevoegdheid in het Vuurwerkbesluit is dan ook niet mogelijk.

Ook een bepaling waarmee uitsluitend tot uitdrukking wordt gebracht dát de autonome verordenende bevoegdheid op grond van artikel 149 van de Gemeentewet gebruikt kan worden om een bepaald doel te bereiken, in dit geval het geheel of gedeeltelijk vuurwerkvrij maken van een gemeente, is een regel over die bevoegdheid. Dit betekent dat voor de voorgestelde bepaling geen wettelijke grondslag bestaat. De Afdeling adviseert daarom het voorgestelde tweede lid van artikel 2.3.6 van het Vuurwerkbesluit en de daarmee verband houdende aanpassingen in andere bepalingen van het Vuurwerkbesluit te schrappen.

Het voorgaande staat er overigens niet aan in de weg dat de regering in de nota van toelichting een standpunt inneemt over de bevoegdheid van gemeenten op grond van de Gemeentewet om hun hele grondgebied vuurwerkvrij te maken.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een bezwaar bij het ontwerpbesluit en adviseert dit besluit niet te nemen, tenzij het is aangepast.

De vice-president van de Raad van State


Nader rapport (reactie op het advies) van 14 oktober 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de bepaling over de mogelijkheid van een gemeentelijk afsteekverbod. Volgens de Afdeling bieden zowel de Gemeentewet als de Wet milieubeheer geen grondslag voor deze bepaling. De Afdeling merkt op dat de regering in de nota van toelichting een standpunt kan innemen over de bevoegdheid van gemeenten op grond van de Gemeentewet om hun hele grondgebied vuurwerkvrij te maken. Hieruit volgt dat het niet nodig is in het Vuurwerkbesluit een regeling op te nemen om buiten twijfel te stellen dat de autonome verordenende bevoegdheid ook kan worden aangewend om het hele grondgebied vuurwerkvrij te maken. De opmerking van de Afdeling heeft ertoe geleid dat de betreffende bepaling en de daarmee verband houdende aanpassingen in andere bepalingen van het Vuurwerkbesluit zijn geschrapt uit het ontwerp. De opmerking van de Afdeling om in de nota van toelichting een standpunt in te nemen over de bevoegdheid van gemeenten op grond van de Gemeentewet om hun hele grondgebied vuurwerkvrij te maken is overgenomen. Daarnaast is in het ontwerp de redactie van de inwerkingtredingsbepaling aangepast.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting wederom doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT