Nederland mag asielzoekers blijven overdragen aan Polen
Er zijn onvoldoende aanknopingspunten dat de Poolse autoriteiten asielzoekers die door Nederland worden overgedragen in het kader van de Europese Dublinverordening, in strijd met de mensenrechten zullen behandelen. Ook is niet aannemelijk dat Poolse rechters in asielzaken niet onafhankelijk zijn. De minister van Asiel en Migratie mag asielzoekers dan ook blijven overdragen aan Polen. Dit oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in twee uitspraken van vandaag (4 september 2024).
Achtergrond
De minister heeft de asielaanvragen van twee Syrische mannen niet in behandeling genomen, omdat Polen volgens de minister verantwoordelijk is voor de behandeling van hun aanvragen op grond van de Europese Dublinverordening. Daarom wil de minister de mannen overdragen aan Polen. De mannen zijn het daar niet mee eens. Zij willen niet terug naar Polen, omdat de situatie daar volgens hen in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ook vinden zij dat de Poolse rechters in asielzaken niet onafhankelijk zijn.
In beginsel vertrouwen op andere lidstaten
De minister mag er op voorhand van uitgaan dat alle EU-lidstaten op een effectieve en gelijkwaardige manier bescherming bieden aan de grondrechten in het Handvest van de Europese Unie, het Vluchtelingenverdrag en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat wordt het interstatelijk vertrouwensbeginsel genoemd. Alleen als blijkt dat in de praktijk toch risico bestaat op schending van grondrechten kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
Geen structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen
In de ene uitspraak van vandaag oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de minister goed heeft gemotiveerd waarom zij bij de toepassing van de Europese Dublinverordening voor Polen uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De Syrische man heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij een reëel risico loopt als hij naar Polen terug moet, omdat daar geen structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen zijn. Ook blijkt uit de beschikbare informatie niet dat asielzoekers die in het kader van de Dublinverordening worden overgedragen, het risico lopen om in Polen slachtoffer te worden van pushbacks.
Onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht
In de andere uitspraak van vandaag schetst de Afdeling bestuursrechtspraak het kader voor de beoordeling van het vereiste van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht. Zij oordeelt dat niet aannemelijk is dat de rechterlijke macht in Polen in asielzaken niet onafhankelijk is. Verder is niet gebleken dat asielzoekers geen rechtsmiddelen zouden kunnen aanwenden in Polen vanwege verontrustende berichtgeving over de onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht.
Gevolgen van de uitspraak
De minister mag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ervan uitgaan dat de Poolse autoriteiten de Syrische mannen niet in strijd met de mensenrechten zullen behandelen. Zij mag dan ook asielzoekers op grond van de Europese Dublinverordening blijven overdragen aan Polen.
Lees hier de volledige tekst van beide uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak.