Advies over wijziging van Wet dieren in verband met afschaffing bio-industrie

Gepubliceerd op 16 september 2024

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 11 september 2024 haar advies vastgesteld over het initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Ouwehand (PvdD) over de afschaffing van de bio-industrie. Het advies is op 16 september 2024 gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Inhoud van het voorstel

Sinds 1 juli 2024 staat in de Wet dieren dat dieren uiterlijk in 2040 op een dierwaardige wijze binnen de veehouderij moeten worden gehouden. De initiatiefnemer vindt dat deze wetswijziging onvoldoende garanties biedt dat dit doel daadwerkelijk wordt gehaald. Daarom stelt zij twee nieuwe wijzigingen van de wet voor. Ten eerste wordt specifieker vastgelegd in welke gedragsbehoeften van dieren moet worden voorzien. Ten tweede wordt verduidelijkt dat lichamelijke ingrepen bij dieren verboden zijn als deze ingrepen worden verricht om hen te kunnen houden binnen een bepaalde leefomgeving.

Overgangstermijn

Sommige veehouders zullen hun bedrijfsvoering ingrijpend moeten aanpassen om aan de voorgestelde regels voor een dierwaardige veehouderij te voldoen. Voor het eerste deel van het initiatiefwetsvoorstel krijgen bestaande veehouders tot 1 januari 2040 de tijd. Maar voor het verbod op lichamelijke ingrepen geldt deze overgangstermijn niet. Dit verbod zou al op 1 januari 2025 in moeten gaan. Als deze ingrepen niet meer zijn toegestaan, zullen veehouders de leefomgeving van dieren moeten aanpassen om te voorkomen dat dieren zichzelf of elkaar verwonden. Als voor deze aanpassingen geen redelijke overgangstermijn wordt geboden, kan dit in strijd zijn met het recht op eigendom en het recht van de Europese Unie. Daarom adviseert de Afdeling advisering om ook een overgangstermijn voor het verbod op lichamelijke ingrepen te introduceren. Daarnaast adviseert zij de initiatiefnemer in de toelichting bij het voorstel meer aandacht te besteden aan de toetsing aan hoger recht.

Toezicht, handhaving en uitvoering

In de toelichting bij het initiatiefwetsvoorstel wordt niet ingegaan op de gevolgen voor het toezicht en de handhaving. Ook zijn de verantwoordelijke instanties niet gevraagd om een reactie te geven op het initiatiefwetsvoorstel. Kunnen zij hiermee wel uit de voeten? Het advies is dan ook om deze instanties alsnog te consulteren en in de toelichting in te gaan op de uitvoeringsconsequenties voor deze organisaties.

Conclusie

Naast deze opmerkingen heeft de Afdeling advisering nog enkele wetstechnische vragen. Zij heeft dus verschillende bezwaren bij het initiatiefwetsvoorstel en adviseert het niet in behandeling te nemen, tenzij het is aangepast.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.