Samenvatting advies over de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal

Gepubliceerd op 9 mei 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 4 mei 2022 advies uitgebracht over de ‘Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal’. De Afdeling advisering publiceerde het advies op 9 mei 2022.

Oprichting van een Autoriteit

Het wetsvoorstel regelt de oprichting van een Autoriteit om online kinderpornografie tegen te gaan. Deze Autoriteit wordt vormgegeven als een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) en kan een hostingdienst verplichten om bepaalde content te verwijderen. Ook kan de Autoriteit een zorgplicht opleggen aan een hostingdienst om te voorkomen dat dergelijke content op het internet komt. Voor handhaving van deze bevoegdheden kan de Autoriteit onder andere bestuurlijke boetes opleggen. Het wetsvoorstel hangt sterk samen met het wetsvoorstel ‘Uitvoeringswet Verordening terroristische online-inhoud’, waarover de Afdeling advisering op 30 maart 2022 advies heeft uitgebracht. Daarin wordt voorgesteld een zbo met vergelijkbare taken en bevoegdheden op te richten, met als doel terroristische online content tegen te gaan. De regering wil uiteindelijk één Autoriteit oprichten die als taak krijgt om beide soorten ongewenste online content tegen te gaan.

Taaktoedeling aan een zbo

De Afdeling advisering maakt onder meer opmerkingen over de voorgestelde taaktoedeling aan de zbo. Daarmee wordt een uitzondering gemaakt op de grondwettelijke regel dat een minister politiek verantwoordelijk en aanspreekbaar is voor het handelen van organen en diensten van de centrale overheid. Om die reden is het regeringsbeleid om terughoudend te zijn met de instelling van nieuwe onafhankelijke instanties. Daarom moet steeds de vraag worden gesteld of het nodig is om een nieuw zbo op te richten. Dat moet goed afgewogen en gemotiveerd worden. Het huidige wetsvoorstel schiet daarin tekort.

Verschillen in uitoefening bevoegdheden

Daarnaast wijst de Afdeling advisering op verschillen in de uitoefening van bevoegdheden tussen het wetsvoorstel en de eerder genoemde Uitvoeringswet Verordening terroristische online-inhoud. Voor online kinderpornografisch materiaal wordt bijvoorbeeld voorgesteld dat materiaal binnen 24 uur verwijderd moet worden, terwijl voor terroristische online-inhoud de termijn op één uur is gesteld. Wanneer de regering één Autoriteit wil belasten met het tegengaan van beide typen online content, adviseert de Afdeling advisering om daarin één lijn te trekken. Als de regering vasthoudt aan de verschillen, zou in elk geval toegelicht moeten worden waarom die verschillen noodzakelijk zijn. Dat is met name voor de uitvoering van groot belang.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.