Nederland mag asielzoekers blijven overdragen aan Cyprus
De minister van Asiel en Migratie mag asielzoekers blijven overdragen aan Cyprus op grond van de Europese Dublinverordening. Het is niet aannemelijk dat deze zogenoemde Dublinclaimanten op Cyprus in een situatie terechtkomen die in strijd is met de mensenrechten. Er zijn op Cyprus geen structurele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. Er is niet gebleken dat Dublinclaimanten op Cyprus stelselmatig in detentie worden geplaatst en geen toegang tot de rechter zouden hebben. En hoewel Cyprus de maximale termijn overschrijdt om op een asielaanvraag te beslissen, mag de minister asielzoekers blijven overdragen, omdat dit niet leidt tot een onmenselijke behandeling. Dit oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (26 maart 2025).
Achtergrond
Een Somalische man is de Europese Unie in Cyprus binnengekomen en heeft vervolgens in Nederland asiel aangevraagd. De minister heeft zijn aanvraag niet in behandeling genomen en wil hem overdragen aan Cyprus. Als EU-lidstaat is Cyprus op grond van de Europese Dublinverordening in dit geval verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag. Maar volgens de Somaliër zijn er structurele tekortkomingen in de asielprocedure en met name in de opvangvoorzieningen van Cyprus.
In beginsel vertrouwen op andere lidstaten
De minister mag er op voorhand van uitgaan dat alle EU-lidstaten op een effectieve en gelijkwaardige manier bescherming bieden aan de grondrechten in het Handvest van de Europese Unie, het Vluchtelingenverdrag en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat wordt het interstatelijk vertrouwensbeginsel genoemd. Alleen als blijkt dat in de praktijk toch een reëel risico bestaat op schending van grondrechten kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
Geen structurele tekortkomingen in de opvangvoorzieningen
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat Nederland asielzoekers aan Cyprus mag blijven overdragen. Uit de beschikbare informatie volgt niet dat de omstandigheden in de opvangcentra van Cyprus in strijd zijn met de mensenrechten. Op Cyprus zijn er weinig plekken in opvangcentra vergeleken met het aantal asielzoekers dat daar verblijft. Asielzoekers voor wie geen plaats is in de opvangcentra, moeten zelf huisvesting vinden en kunnen daarvoor een maandelijkse financiële bijdrage aanvragen. Hoewel het voorkomt dat asielzoekers op Cyprus problemen ondervinden met het vinden van huisvesting en onder zeer slechte omstandigheden komen te leven, geeft de beschikbare informatie geen zicht op de aard van de omstandigheden waaronder asielzoekers in het algemeen zijn gehuisvest. Ook is het niet duidelijk hoe groot de groep asielzoekers is die onder zeer slechte omstandigheden leeft. Daarom kan niet de conclusie worden getrokken dat er in Cyprus structurele tekortkomingen zijn in de opvangvoorzieningen die maken dat er een reëel risico bestaat op schending van grondrechten.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 202403478/1.