Advies over vroege afname van celmateriaal voor DNA-onderzoek bij veroordeelden
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 19 maart 2025 het advies vastgesteld over de Wijziging van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van conservatoire afname van celmateriaal en enkele andere wijzigingen met betrekking tot DNA-onderzoek. Het advies is op 24 maart 2025 gepubliceerd op de website van de Raad van State.
Inhoud van het voorstel
De conservatoire afname van DNA houdt in dat celmateriaal (meestal wangslijm) wordt afgenomen bij verdachten die na hun aanhouding in verzekering worden gesteld. Pas als de rechter iemand veroordeelt tot een gevangenisstraf of taakstraf, wordt het celmateriaal verwerkt tot DNA-profiel en opgenomen in de DNA-databank. Het DNA-profiel kan vervolgens worden vergeleken met andere profielen en op die manier bijdragen aan het oplossen van strafzaken.
In de huidige situatie wordt het celmateriaal pas afgenomen na de veroordeling. In de praktijk is ongeveer 10% van de veroordeelden dan onvindbaar. Bij hen kan dus geen celmateriaal worden afgenomen. Door al celmateriaal af te nemen bij de inverzekeringstelling, hoeft dit na de veroordeling niet meer te gebeuren. De verwachting is dat er daardoor meer DNA-profielen in de databank kunnen worden opgenomen.
Grondrechten
Het afnemen en bewaren van celmateriaal vormt een substantiële inbreuk op het recht op bescherming van het privéleven en persoonsgegevens. De gebruiksmogelijkheden van celmateriaal zijn mogelijk groot, terwijl dit gevoelige informatie is. De minister van Justitie en Veiligheid heeft in de toelichting bij het wetsvoorstel echter voldoende uitgelegd dat het afnemen van celmateriaal bij de verzekeringsstelling noodzakelijk is en dat alternatieven niet volstaan. Bij de uitgebreide en zorgvuldige voorbereiding van het wetsvoorstel is oog geweest voor de grondrechten en de uitvoerbaarheid. De Afdeling adviseert nog wel de toelichting bij het wetsvoorstel van actuele cijfers te voorzien omdat dit van belang is voor de onderbouwing van het voorstel.
Waarborgen
Als grondrechten beperkt worden, moet de wet daaraan duidelijke en nauwkeurige regels stellen. De minister is van plan om de bewaartermijn voor celmateriaal en de gevallen waarin celmateriaal moet worden vernietigd niet in de wet, maar in een algemene maatregel van bestuur vast te leggen. De Afdeling adviseert de minister om opnieuw te overwegen of deze punten niet in de wet moeten worden opgenomen. Verder vraagt de Afdeling advisering in de toelichting in te gaan op de rechtsbescherming van mensen die na de veroordeling onvindbaar zijn. Zij zullen zich vaak niet realiseren dat hun celmateriaal in de DNA-databank wordt opgenomen en dat zij hiertegen bezwaar kunnen maken.
De Afdeling advisering heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede kamer wordt ingediend.

Lees hier het hele advies van de Afdeling advisering.