Twee uitspraken over verzoeken om natuurvergunningen gedeeltelijk in te trekken
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (2 juli 2025) twee uitspraken gedaan over verzoeken om natuurvergunningen gedeeltelijk in te trekken. In de ene uitspraak gaat het om het verzoek van Stichting Brabantse Milieufederatie om de natuurvergunning van een varkenshouderij in Esbeek gedeeltelijk in te trekken. In de andere uitspraak gaat het om het verzoek van Stichting ‘Dorp en Landschap Bommelerwaard’ om de natuurvergunning van een geitenhouderij in Hurwenen gedeeltelijk in te trekken.
Achtergrond
In beide gevallen weigerden de colleges van gedeputeerde staten van Noord-Brabant respectievelijk Gelderland om de vergunningen gedeeltelijk in te trekken. Zij onderbouwden hun beslissing door te verwijzen naar zowel landelijke als provinciale maatregelen die zijn gericht op een daling van de stikstofdepositie. De provinciebesturen vinden dat voldoende andere passende maatregelen (zullen) worden getroffen, zodat de vergunningen niet hoeven te worden ingetrokken als passende maatregel om een (dreigende) verstoring of verslechtering van de Natura 2000-gebieden te voorkomen in de omgeving van de veehouderijen. Dit blijkt volgens de colleges van gedeputeerde staten van Noord-Brabant en Gelderland ook uit de zogeheten natuurdoelanalyses en de AERIUS Monitor 2022.
Passende maatregelen
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak moeten de colleges van gedeputeerde staten onderbouwen welke daling van stikstofdepositie naar hun oordeel noodzakelijk is en binnen welke termijn deze daling kan worden gerealiseerd. Omdat deze onderbouwing per Natura 2000-gebied moet worden gegeven, hoeven zij daarbij niet noodzakelijkerwijs aan te sluiten bij de zogenoemde generieke omgevingswaarden, maar kunnen zij voor elk afzonderlijk Natura 2000-gebied een gebiedsspecifieke onderbouwing hanteren. De colleges van gedeputeerde staten zullen vervolgens de maatregelen in beeld moeten brengen die zij (zullen) treffen en moeten motiveren waarom de daling van stikstofdepositie door de maatregelen die zij voorstellen voldoende is om verslechtering van Natura 2000-gebied tegen te gaan. Daarbij kan het helpen dat zij inzichtelijk maken wat de kenmerken zijn van het gebied en wat op basis daarvan nodig en mogelijk is voor het Natura 2000-gebied om ervoor te zorgen deze niet verslechtert.
Onvoldoende inzichtelijk gemaakt in de uitspraak ‘Noord-Brabant’
In de uitspraak van vandaag over het verzoek van Stichting Brabantse Milieufederatie om de natuurvergunning van een varkenshouderij in Esbeek gedeeltelijk in te trekken, komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot het oordeel dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant onvoldoende heeft onderbouwd waarom het verzoek is afgewezen. Het provinciebestuur heeft onvoldoende onderbouwd welke daling van stikstofdepositie het noodzakelijk acht en binnen welke termijn deze daling kan worden gerealiseerd. Ook heeft het provinciebestuur onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke andere passende maatregelen binnen afzienbare termijn zullen worden getroffen en dat de daling van stikstofdepositie door deze maatregelen voldoende is om verslechtering tegen te gaan van de natuurwaarden in Kempenland-West die al zwaar overbelast zijn. Het beroep van Stichting Brabantse Milieufederatie tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten is dan ook gegrond en het college van gedeputeerde staten moet opnieuw beslissen op het verzoek van de stichting om de natuurvergunning gedeeltelijk in te trekken. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het provinciebestuur van Noord-Brabant opgedragen dit vóór 1 december 2025 te doen.
Voldoende inzichtelijk gemaakt in de uitspraak ‘Gelderland’
In de uitspraak over het verzoek van Stichting ‘Dorp en Landschap Bommelerwaard’ om de natuurvergunning van een geitenhouderij in Hurwenen in te trekken komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot een ander oordeel. Door de uitleg over de eigenschappen en kenmerken van het Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’ in samenhang met de gegevens uit AERIUS Monitor 2022 waarin een prognose is gegeven van de effecten van de passende maatregelen, heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland voldoende inzichtelijk gemaakt dat deze maatregelen tot gevolg hebben dat de stikstofdepositie binnen afzienbare termijn daalt en door deze daling wordt voorkomen dat de natuurwaarden in Rijntakken verslechteren. Het provinciebestuur van Gelderland heeft het verzoek van de Stichting ‘Dorp en Landschap Bommelerwaard’ om de natuurvergunning van de geitenhouderij gedeeltelijk in te trekken, terecht afgewezen. Het beroep van de stichting tegen dit besluit is dan ook ongegrond.

Lees de volledige tekst van beide uitspraken met zaaknummers 202207506/1 (Noord-Brabant) en 202301381/1 (Gelderland) op de website van de Raad van State.