Samenvatting advies over toevoeging lachgas aan Opiumwet

Gepubliceerd op 18 juli 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 13 juli haar advies vastgesteld over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Opiumwetbesluit in verband met plaatsing van distikstofmonoxide (lachgas) op lijst II van de Opiumwet. Het advies is op 18 juli openbaar gemaakt en gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Aanleiding en inhoud

Het doel van de wijziging is om het gebruik en het aanbod van lachgas te beperken. De regering kiest ervoor om dat te doen met een algemeen verbod op lachgas waarbij lachgas wordt toegevoegd aan lijst II van de Opiumwet. De regering maakt twee uitzonderingen op het algemene verbod. Lachgas wordt namelijk niet alleen gebruikt als drug, maar wordt ook gebruikt voor technische doeleinden en als voedingsadditief (in slagroomspuiten). Op het gebruik van lachgas voor deze doeleinden is het algemene verbod niet van toepassing. Daarnaast wordt lachgas onder meer gebruikt als pijnstiller in de (dier)geneeskunde. Fabrikanten en (tussen)handelaren op dit gebied zullen voor de productie en handel van lachgas een ontheffing moeten aanvragen.

Toegevoegde waarde en handhaafbaarheid

De Afdeling advisering vraagt waarom de regering een algemeen lachgasverbod het meest passend vindt om het gebruik en aanbod van lachgas te beperken. Een algemeen verbod is ingewikkeld, omdat lachgas veel legale toepassingen heeft en er dus ook veel uitzonderingen op het verbod moeten komen. Er zouden ook andere maatregelen genomen kunnen worden die minder ingewikkeld en ingrijpend zijn, zoals maatregelen op het gebied van preventie, voorlichting en monitoring. Bovendien moeten de politie en het Openbaar Ministerie genoeg personeel hebben voor de handhaving van een algemeen verbod. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het de vraag of dat realistisch is.

De Afdeling adviseert daarom om in de toelichting te motiveren waarom een combinatie van minder ingrijpende maatregelen op dit moment niet genoeg is om het gebruik en aanbod van lachgas te beperken. Als de regering die motivering niet kan geven, adviseert de Afdeling om af te zien van de invoering van een algemeen lachgasverbod.

Uitwerking van de uitzonderingen

Als de regering er toch voor kiest om een algemeen lachgasverbod in te voeren, vindt de Afdeling dat de specifieke criteria voor de toepassing van de uitzonderingen moeten worden geregeld in nadere regelgeving. Die criteria staan momenteel alleen beschreven in de nota van toelichting. Daarmee hebben die criteria nog geen formeel bindende kracht. Het is voor zowel burgers als de handhavende partijen erg belangrijk om duidelijkheid en houvast te hebben over de toepassing van de uitzonderingen op het algemene lachgasverbod. Het is daarom volgens de Afdeling nodig dat de beschreven criteria wel formeel bindende kracht krijgen. Het advies is daarom om een wetsvoorstel te maken dat wettelijke grondslagen regelt voor het stellen van regels die de uitzonderingen op het lachgasverbod afbakenen en inkaderen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.