Financiële afspraken regeerakkoord voldoen aan Europese regels, maar behoedzaamheid geboden

Gepubliceerd op 3 november 2017

Uitgaande van de doorrekening van het regeerakkoord door het CPB blijven de Nederlandse overheidsfinanciën in de komende kabinetsperiode voldoen aan de Europese begrotingsregels. Maar behoedzaamheid blijft geboden. De marge die in het regeerakkoord is ingecalculeerd ten opzichte van de middellangetermijndoelstelling voor het begrotingssaldo is nuttig. Maar deze is ook vrij bescheiden. Zeker gezien de grote budgettaire onzekerheden. Het zogeheten houdbaarheidssaldo verslechtert bovendien. Hierdoor zal het in de toekomst nodig zijn de uitgaven te verminderen en de inkomsten te verhogen in een orde van grootte van € 3 miljard. Dit zou overigens nog groter zijn geweest zonder de na 2021 optredende lastenverzwaringen van in totaal zo’n € 7 miljard.

Dit is te lezen in de rapportage begrotingstoezicht van november 2017 die de Afdeling advisering van de Raad van State vandaag (3 november 2017) heeft gepubliceerd. De rapportage bevat een beoordeling of de begroting voldoet aan de Europese begrotingsregels waaraan Nederland is gebonden. De Afdeling advisering is de instantie in Nederland die het onafhankelijk toezicht houdt op de naleving van de regels uit het Europese Stabiliteits- en Groeipact. Om deze taak adequaat te vervullen, sluit de Afdeling advisering aan bij de belangrijkste momenten in de begrotingscyclus. Omdat er in september nog geen regeerakkoord was, brengt de Afdeling advisering een tussentijdse rapportage uit over de gevolgen van het regeerakkoord.

Klein begrotingsoverschot

De uitgavenverhogingen en lastenverlichtingen die in het regeerakkoord zijn afgesproken van tezamen € 14,5 miljard in 2021 leiden bij de veronderstelde economische uitgangspunten tot een klein begrotingsoverschot van gemiddeld circa 0,5% BBP. Dit becijferde begrotingsoverschot wordt echter mede bepaald door de gunstige conjunctuur. Het (voor de conjunctuur geschoonde) structureel begrotingssaldo dat in het kader van de Europese regels wordt getoetst, vertoont een wat minder gunstig beeld. Ook op die basis wordt in 2018 bijna voldaan aan de middellangetermijndoelstelling die in Europees verband is afgesproken. Vanaf 2019 is de begroting in structurele termen vrijwel in evenwicht. De overheidsschuld daalt gestaag verder, richting 45% BBP in 2021.

Behoedzaamheid

De budgettaire onzekerheden zijn aanzienlijk. Zo wordt in het regeerakkoord uitgegaan van een economische groei die duidelijk boven de structurele groei ligt. Dit maakt de kans op tegenvallers groter. Ook leert het verleden dat de Nederlandse overheidsfinanciën erg volatiel kunnen zijn. Een overschot kan snel omslaan in een tekort. Bovendien slaat het zogeheten houdbaarheidsoverschot als gevolg van het regeerakkoord om in een houdbaarheidstekort. Hierdoor zijn op enig moment in de toekomst uitgavenverminderingen of inkomstenverhogingen nodig. Behoedzaamheid is daarom geboden.

Lees hier (pdf, 83 kB) de volledige tekst van de tussentijdse rapportage begrotingstoezicht van november 2017.