Raad van State publiceert voorjaarsrapportage Begrotingstoezicht 2017: Overheidsfinanciën voldoen aan Europese begrotingsregels

Gepubliceerd op 13 april 2017

De overheidsfinanciën in 2016 voldeden aan de Europese begrotingsregels. Naar verwachting is dat ook voor 2017 en 2018 het geval. Wel zijn de Nederlandse overheidsfinanciën gevoelig voor schommelingen in de economie. Dat pleit ervoor de komende jaren een buffer in de begroting op te nemen. Op die manier kan een eventueel tekort in de toekomst beter worden opgevangen.

Dit is te lezen in de voorjaarsrapportage Begrotingstoezicht 2017 die de Afdeling advisering van de Raad van State vandaag (13 april 2017) heeft gepubliceerd. Deze rapportage bevat een beoordeling van het jaarlijkse Stabiliteitsprogramma dat de Nederlandse regering vóór 1 mei aan de Europese Commissie moet uitbrengen. De Afdeling advisering is in Nederland aangewezen om onafhankelijk toezicht te houden op de naleving van de Europese begrotingsregels. Om die taak adequaat te vervullen, sluit de Afdeling advisering aan bij de belangrijkste momenten in de nationale begrotingscyclus. Daarom brengt zij twee keer per jaar een rapportage uit, de voorjaarsrapportage in april en de septemberrapportage rond Prinsjesdag.

Nederlandse overheidsfinanciën voldoen aan Europese begrotingsregels

De Nederlandse schatkist vertoonde over heel 2016 een overschot van 0,4% BBP. Het structureel begrotingssaldo, dat in het kader van de Europese begrotingsregels vooral relevant is, sloeg om van een tekort in 2015 naar een overschot van 0,5% in 2016. Daarmee voldeed het structureel begrotingssaldo in 2016 ruimschoots aan de zogenoemde 'middellangetermijndoelstelling' die voor Nederland is vastgesteld. En hoewel de overheidsschuld in 2016 nog boven de 60% lag, was de daling van de schuld ten opzichte van 2015 groot genoeg om te voldoen aan de Europese regels.
Ook in 2017 en 2018 blijven zowel het feitelijk als het structureel begrotingssaldo naar verwachting positief, waarmee wordt voldaan aan de Europese regels.

Hoe nu verder?

Door deze ontwikkelingen ontstaat ruimte voor de regering om in de komende jaren te werken aan een begrotingsbeleid dat stabiliteit en groei bevordert. Volgens de meest recente ramingen van het CPB verbeteren de overheidsfinanciën op middellange termijn verder. Wel is hierbij uitgegaan van een beleidsarm scenario, terwijl het waarschijnlijker lijkt dat een nieuwe regering extra uitgaven zal voorstellen of lasten zal willen verminderen.
De Afdeling advisering wijst er hierbij op dat de Nederlandse overheidsfinanciën erg gevoelig zijn voor schommelingen in de economie. Dit pleit ervoor om een buffer op te nemen, opdat ook in de toekomst aan de Europese regels kan worden voldaan. Dit biedt eveneens de mogelijkheid om in aanvulling op de Europese begrotingsregels eigen nationale begrotingsregels te hanteren. Het begrotingsbeleid zou daarnaast gericht moeten zijn op het structureel bevorderen van economische groei. Die groei wordt gediend door investeringen op uiteenlopende terreinen (zoals duurzaamheid, onderwijs en innovatie), maar ook de hervorming van het belasting- en pensioenstelsel, wat beslag zal leggen op de budgettaire ruimte. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn zal hierbij altijd in het oog moeten worden gehouden.

Lees hier (pdf, 363 kB) de volledige tekst van de voorjaarsrapportage Begrotingstoezicht 2017.