Nieuwe griffierechtbedragen met ingang van 1 januari 2015

Gepubliceerd op 31 december 2014

Bij rechtbanken en ook bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet voor het in behandeling nemen van een (hoger)beroepschrift een bedrag worden betaald.

Dat bedrag wordt griffierecht genoemd. Er gelden verschillende tarieven. Deze zijn afhankelijk van de soort procedure en van de hoedanigheid van de indiener van het (hoger)beroepschrift. De regering heeft de bedragen met ingang van 1 januari 2015 met enkele euro's verhoogd.

particulieren verenigingen, stichtingen, bedrijven, overheden
Ruimtelijke-ordeningskamer € 167 (was € 165) € 331 (was € 328)
Algemene kamer (beroep) € 167 (was € 165) € 331 (was € 328)
Algemene kamer (hoger beroep) € 248 (was € 246) € 497 (was € 493)
Vreemdelingenkamer
 (geldt niet voor asiel- en bewaringszaken)
€ 248 (was € 246) € 497 (was € 493)

Overgangsrecht

Voor de (hoger)beroepschriften die ná 1 januari 2015 zijn ontvangen en die gericht zijn tegen hetzelfde besluit of dezelfde uitspraak als waartegen in 2014 al een ander (hoger)beroepschrift is binnengekomen, gelden nog de lagere bedragen.

Op de pagina's over de werkwijze van de verschillende kamers van de Afdeling bestuursrechtspraak leest u meer over het nieuwe griffierecht.