Geen terughoudendheid bij belijden geloof in land van herkomst

Gepubliceerd op 30 november 2012

Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie mag van vreemdelingen geen terughoudendheid vragen bij het belijden van hun geloof in het land van herkomst. Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (30 november 2012). In 2010 en 2011 weigerde de staatssecretaris op grond van het Nederlandse vreemdelingenbeleid om aan twee Iraanse christenen een asielvergunning te verlenen. Aan dat beleid ligt ten grondslag dat christenen in Iran hun geloof kunnen belijden, zolang zij 'binnen bepaalde grenzen opereren, een laag profiel aanhouden en niet wegens andere problemen de negatieve aandacht op zich vestigen'.

Terughoudend
De Raad van State heeft zich in de uitspraken gebaseerd op het arrest van het Hof van Justitie te Luxemburg van 5 september 2012 over de zogenoemde Europese Definitierichtlijn. In die richtlijn zijn voor de lidstaten van de Europese Unie minimumnormen opgenomen voor bescherming van vluchtelingen. Uit het arrest van het Hof volgt dat 'van een vreemdeling niet mag worden verlangd dat hij zich, om vervolging te voorkomen, terughoudend zal opstellen bij de uitoefening van zijn godsdienst in het land van herkomst'.

Lees de volledige tekst van de uitspraken met de zaaknummers 201205451/1/V2 (pdf, 246 kB) en 201202404/1/V2 (pdf, 259 kB).