Afhandeling Crisis- en herstelwetzaken

Gepubliceerd op 18 mei 2011

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State streeft ernaar om de zaken waarop de Crisis- en herstelwet van toepassing is binnen de wettelijke termijn van zes maanden na het einde van de beroepstermijn af te ronden met een uitspraak. Dat lukt niet in alle gevallen.

Uiteraard is het halen van de wettelijke termijn het uitgangspunt. Maar de Raad van State heeft tegelijkertijd te kampen met een grote stijging van de instroom van nieuwe zaken. Deze instroom was in 2010 nog groter dan de 13.000 uitspraken die de Raad van State in het afgelopen jaar deed. In het jaarverslag over 2010 is ook aandacht besteed aan deze ontwikkeling. De Raad van State scoort wat betreft de doorlooptijden in vergelijking met andere (bestuurs)rechters goed. De Raad van State heeft echter daarnaast te maken met een aantal zeer omvangrijke Crisis- en herstelwetzaken waarin veel appellanten opkomen tegen een besluit. Gelet op deze ontwikkelingen en de vereiste zorgvuldigheid is het onvermijdelijk dat sommige zaken de wettelijke doorlooptijd overschrijden. Aan de behandeling van Crisis- en herstelwetzaken moet de Raad van State vanwege de verkorte procedure overigens zoveel mogelijk voorrang geven. De Raad van State stelt alles in het werk om te zorgen dat het aantal gevallen waarin overschrijding van de termijnen optreedt minimaal blijft.