Proef met zeppelinvluchten boven Waddenzee toegestaan

Gepubliceerd op 5 november 2008

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep van de Waddenvereniging en de vereniging It Fryske Gea tegen de vergunning voor zeppelinvluchten boven de Waddenzee ongegrond verklaard. Het college van gedeputeerde staten van Friesland verleende in mei 2007 op grond van de Natuurbeschermingswet de vergunning aan de Stichting Zeppelin Waddenvluchten in Grou.

De vergunning maakt proefvluchten met een zeppelin boven de Waddenzee, Duinen Ameland en de Noordzeekustzone gedurende een periode van vier weken mogelijk. Deze gebieden zijn op grond van de Europese Vogelrichtlijn aangewezen als beschermde natuurgebieden. De vluchten worden overdag ieder uur uitgevoerd.

De verenigingen vreesden dat de zeppelinvluchten nadelige effecten zouden hebben op de natuur in de gebieden. Daarom had het provinciebestuur volgens hen eerst onderzoek moeten doen naar die effecten voordat de vergunning werd verleend.

De Raad van State is het met het provinciebestuur eens dat zogenoemde 'significante gevolgen' voor de gebieden zijn uit te sluiten vanwege de voorwaarden waaronder de vergunning is verleend. Zo moet de stichting een maand voor aanvang van de vluchten een monitoringsplan indienen dat vervolgens door het college moet worden goedgekeurd voordat er gevlogen mag worden. Bovendien wordt van dezelfde vliegroute van en naar het vliegveld op Ameland gebruik gemaakt als het reguliere vliegverkeer doet. Hoogwatervluchtplaatsen voor vogels en rustgebieden van zeehonden worden hierbij gemeden. Vanwege deze voorwaarden en de aard en de duur van de vergunning mocht een onderzoek naar de gevolgen voor het gebied achterwege blijven.

Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk. Lees hier de volledige tekst van de uitspraak.