Aboutaleb mocht exploitatievergunningen coffeeshops beperken en weigeren

Gepubliceerd op 10 februari 2010

De burgemeester van Rotterdam mocht de geldigheidsduur van de exploitatievergunningen voor diverse bestaande coffeeshops in de gemeente beperken. Ook mocht hij vergunningen voor twee nieuwe coffeeshops weigeren. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag (10 februari 2010) in vier afzonderlijke uitspraken bepaald.

De burgemeester heeft in de tweede helft van 2008 op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening exploitatievergunningen verleend aan vier coffeeshops aan de Nieuwe Binnenweg, de Jasmijnstraat en de Wapenstraat. Aangezien de vier coffeeshops niet aan de zogenoemde afstandseis ten opzichte van scholen uit het gemeentelijk coffeeshopbeleid uit 2007 voldeden, heeft de burgemeester slechts tijdelijke vergunningen verleend tot 1 juni 2009. Hij wil hiermee jongeren beschermen tegen de gevolgen van drugsgebruik en criminele organisaties bestrijden. Aboutaleb heeft verder geweigerd exploitatievergunningen te verlenen aan twee nieuwe coffeeshops, omdat het gemeentelijk coffeeshopbeleid geen nieuwe coffeeshops meer in de gemeente toelaat.

De Raad van State oordeelt nu dat de afstandscriteria die de burgemeester hanteert rondom middelbare scholen en scholen voor middelbaar beroepsonderwijs om jongeren te beschermen, niet onredelijk zijn. Verder acht de hoogste bestuursrechter het niet onredelijk dat de burgemeester geen nieuwe coffeeshops in de gemeente toestaat ter vervanging van coffeeshops waarvan de exploitatie is gestaakt, omdat hij daarmee de branche beheersbaar kan maken.

Volgens het gemeentelijk coffeeshopbeleid uit 2007 zijn er geen coffeeshops toegestaan binnen een afstand van zowel 200 meter hemelsbreed als 250 meter loopafstand tot middelbare scholen en scholen voor middelbaar beroepsonderwijs. Ook laat het beleid geen nieuwe coffeeshops toe buiten de afstandsgrenzen van scholen. Dit zogenoemde stand-still beginsel was al gangbaar voordat de afstandscriteria werden ingevoerd.

Tegen de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 200902704/1, 200904141/1, 200904876/1 en 200904892/1.