Besluit staatssecretaris tot stopzetting bekostiging Islamitisch College Amsterdam niet geschorst
De Raad van State is in zijn uitspraak van oordeel dat 'geen sprake is van een bijzonder geval' op grond waarvan de staatssecretaris voor ICA een uitzondering had moeten maken op de regel dat bekostiging van een school wordt stopgezet bij een te laag aantal leerlingen. Volgens de staatssecretaris staat bij de beoordeling of sprake is van een bijzonder geval het belang van de leerling bij continuïteit en goed onderwijs voorop. ICA kon dit naar de mening van de bewindsvrouw niet garanderen omdat uit rapporten van de onderwijsinspectie zou blijken dat het onderwijs op het ICA zeer zwak is. Er zou geen vertrouwen meer zijn in de toekomstmogelijkheden voor het ICA.
De staatssecretaris heeft met ingang van 1 augustus 2010 de bekostiging van het ICA beëindigd, omdat de school al gedurende drie schooljaren te weinig leerlingen heeft. In de Wet op het Voortgezet Onderwijs is bepaald dat in dat geval de bekostiging van een school wordt stopgezet. De wet biedt de mogelijkheid om in bijzondere gevallen, ondanks een te laag aantal leerlingen, de bekostiging van een school voort te zetten.
De stichting heeft bij de staatssecretaris bezwaar gemaakt tegen de stopzetting van de bekostiging. Op die bezwaren moet zij nog beslissen. Omdat het besluit direct gevolgen heeft voor het komende schooljaar had de stichting de Raad van State verzocht het besluit van de staatssecretaris te schorsen. Dat verzoek is nu afgewezen.
Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201003889/1/H2.