Project ‘Feyenoord City’ houdt geen stand bij Raad van State

Gepubliceerd op 26 oktober 2022

De gemeenteraad van Rotterdam had bij het vaststellen van het bestemmingsplan ‘Feyenoord City’ in december 2020 moeten inzien dat het plan om een nieuw voetbalstadion aan de Nieuwe Maas te bouwen, niet uitvoerbaar was. In de eerste plaats omdat er geen zekerheid was over het daadwerkelijk gebruik van het nieuwe voetbalstadion door Feyenoord, maar ook omdat er “serieuze onzekerheid en onduidelijkheid bestond over de vereiste financiële middelen” om het stadion te bouwen. Omdat het stadion een wezenlijk onderdeel van het bestemmingsplan is, vernietigt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State daarom het hele bestemmingsplan ‘Feyenoord City’.

Achtergrond van de zaak

Feyenoord City is een stedenbouwkundig project dat de bouw van een nieuw stadion voor Feyenoord aan de Nieuwe Maas en de renovatie van de oude Kuip omvatte. Ook maakte het project over de Stadionweg een nieuwe verbinding mogelijk, de zogenoemde Strip. Die zou het nieuwe stadion verbinden met het gebied rondom de Kuip. Aan de Strip waren woontorens, sportfaciliteiten, een grote bioscoop en (sport)winkels gepland. Verder zouden er woningen worden gebouwd in de deelgebieden Waterfront, Rosestraat, Mallegat, Colosseumweg en De Veranda. Stichting Vrienden van De Kuip en diverse bedrijven en omwonenden zijn het niet eens met het bestemmingsplan en kwamen daartegen in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij vonden de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan onzeker en de bouw van het nieuwe voetbalstadion financieel niet haalbaar. Volgens de gemeenteraad was het plan wel uitvoerbaar en was er op het moment dat de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststelde geen reden om te verwachten dat de bouw van het nieuwe stadion niet door zou gaan.

Onvoldoende zekerheid

Het nieuwe voetbalstadion is een wezenlijk onderdeel van het bestemmingsplan, het is de ‘aanjager’ voor de brede (her)ontwikkeling van dit deel van Rotterdam-Zuid. Maar op het moment dat de gemeenteraad het plan vaststelde, bestond naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak onvoldoende zekerheid over het commitment van Feyenoord als enige (hoofd)gebruiker van het stadion. Juist vanwege deze exclusieve positie had er geen enkele twijfel moeten bestaan dat Feyenoord ook daadwerkelijk gebruik zou gaan maken van het nieuwe stadion. Het lag op de weg van de gemeenteraad om ervoor te zorgen dat dit op dat moment voldoende was verzekerd. Feyenoord heeft zich, nadat de gemeenteraad het plan had vastgesteld, “eenvoudig en ongeclausuleerd” uit het project kunnen terugtrekken en duidelijk gemaakt in de Kuip te blijven spelen. Hier komt nog bij dat er nog zeker € 50 miljoen aan externe financiering voor het stadion ontbrak, toen het bestemmingsplan werd vastgesteld. De gemeenteraad had op dat moment “gerede twijfel” moeten hebben over de financiële uitvoerbaarheid van het nieuwe stadionplan, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.

Ook woningbouw gaat onderuit

Dit oordeel heeft ook gevolgen voor andere onderdelen van het bestemmingsplan. De gemeenteraad pleitte er nog voor om de delen van het bestemmingsplan die woningbouw mogelijk maken in stand te laten, maar dat kan niet, aldus de hoogste bestuursrechter. Het gaat hier om onderdelen van het bestemmingsplan waarvoor niet is onderzocht wat daar de milieueffecten zullen zijn als het nieuwe stadion er niet komt en de bestaande activiteiten in het gebied worden voortgezet. Dit betekent dat er een streep door het hele bestemmingsplan gaat en dat de besluiten die nodig waren om het plan daadwerkelijk uit te voeren, zoals bouwvergunningen, ook worden vernietigd.


Lees hier de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 202101596/1.