Tegen beslissing op verzoek om Afghanen te evacueren kan bezwaar worden gemaakt

Gepubliceerd op 14 september 2022

Een beslissing op een verzoek om personen uit Afghanistan naar Nederland te evacueren, is een besluit dat kan worden aangevochten bij de bestuursrechter. Dat blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (14 september 2022). De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vandaag ook nog een derde uitspraak gedaan die gaat over een zogenoemde ‘verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap’. Tegen zo’n besluit is geen bestuursrechtelijke procedure mogelijk.

Achtergrond van deze zaken

In augustus 2021 namen de Taliban Kabul in. In deze zaken gaat het om verzoeken van Afghanen aan de Nederlandse overheid om hen te evacueren uit Afghanistan, omdat hun familielid heeft gewerkt voor Nederlandse militairen in Afghanistan en zij daardoor gevaar lopen. Sinds 26 augustus 2021 voert het kabinet geen evacuaties meer uit. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie blijven zich wel inzetten om de evacuatie van personen die daarvoor in aanmerking komen, naar Nederland te faciliteren. De minister van Defensie heeft de betrokkenen in deze zaken laten weten dat zij niet tot deze groep behoren. De ministeries faciliteren hen daarom niet bij hun evacuatie naar Nederland.

Oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak

De wet kent geen bevoegdheid toe aan de Nederlandse overheid om de overkomst van een persoon naar Nederland te faciliteren. Een beslissing van de overheid zonder wettelijke grondslag levert alleen in uitzonderlijke gevallen een formeel besluit op. Zo’n uitzonderlijk geval doet zich hier naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak voor. Op 18 augustus 2021 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin zij de regering heeft verzocht om bepaalde groepen personen uit Afghanistan te evacueren en om deze personen aan te merken als risicogroep als zij asiel aanvragen in Nederland, als evacuatie niet mogelijk zou blijken. Het kabinet heeft besloten deze motie uit te voeren en in oktober 2021 zijn aanpak beschreven in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Daarmee heeft het kabinet de publieke taak op zich genomen om zich in te spannen om de evacuatie van specifieke groepen personen van Afghanistan naar Nederland te faciliteren. Een beslissing die de minister van Buitenlandse Zaken neemt op grond van deze brief is een besluit waartegen eerst bezwaar kan worden gemaakt en later nog beroep kan worden ingesteld bij de rechter. Daarmee komt de Afdeling bestuursrechtspraak in beide zaken tot een ander oordeel dan rechtbank in Haarlem die in maart van dit jaar oordeelde dat hiertegen geen juridische procedure kan worden gestart.

Gevolg van de uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak zet een streep door de besluiten, omdat de minister van Defensie deze heeft genomen, terwijl zij niet de bevoegde bewindspersoon is om dat te doen. De minister van Buitenlandse Zaken moet beslissen op de verzoeken van de Afghanen in deze procedure. Vanwege de schrijnende situatie in Afghanistan moet hij dit snel doen. Hij krijgt hiervoor twee weken de tijd. Tegen de nieuwe beslissing van de minister kunnen de verzoekers dan meteen in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Uitspraak over verklaring van het Nederlanderschap

In de derde uitspraak van vandaag, die gaat over een ‘verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap’, komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat een besluit daarover niet kan worden aangevochten bij de bestuursrechter. Een vrouw in Afghanistan had zo’n verklaring aangevraagd voor haar minderjarige dochter. Zij wil daarmee de Nederlandse nationaliteit van haar dochter aantonen, omdat haar ex-echtgenoot Nederlander is. De specifieke verklaring die zij heeft aangevraagd, komt in de wet niet voor. Ook in deze zaak ontbreekt dus een wettelijke grondslag. De minister van Buitenlandse Zaken verklaarde het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag daarom ‘niet-ontvankelijk’. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt dat terecht. De Rijkswet op het Nederlanderschap bevat namelijk al specifieke regels om het Nederlanderschap vast te stellen, waaronder een procedure bij de burgerlijke rechter. Daarmee is er voldoende rechtsbescherming.


Lees hier de volledige uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummers 202201868/1 en 202202109/1 (evacuaties) en 202202499/1 (Nederlanderschap).